Beeld: Sam Eng / Devolver Digital
Acid flip
Skate Story is meer dan een trippy Tony Hawk
Beeld: Sam Eng / Devolver Digital
Een demo(on) van glas en pijn
Na jarenlang enkel tevoorschijn te komen in stijlvolle en vooral trippy trailers pakt Skate Story nu ook uit met een korte demo − momenteel even exclusief voor de pers. Wat ís Skate Story nu precies? We dropten al even in op de onderwereld voor een hands-on tripreport van de eigenzinnige skategame.
Voor de goede orde: het lange wachten op Skate Story is uiteraard niet zonder reden. De game is indie pur sang, met in dit geval slechts één enkele persoon die de game in zijn geheel afbakt. Solo-ontwikkelaar Sam Eng werkte tot medio 2018 aan het kubistische actie-avontuur Zarvot, direct gevolgd door de ontwikkeling van Skate Story sinds 2019. In je eentje een kunstig skatespel in elkaar sjorren is ook niet niks.
Skate Story ollie’t in het oog
Vroege builds van Skate Story lieten vooral Engs passie voor de sport doorschemeren. De animaties van de glazen skater weerspiegelden de impact en ruwheid van skateboarden op pakkende wijze. Sommige sprongetjes of landingen ogen abrupt of extra lomp, maar in het geheel lijkt het sprekend op echt skateboarden. Die beweeglijke details stellen in ieder geval de puristen van de straat gerust: deze is niet voor de posers.
Het was echter het uitgesproken gevoel voor stijl waarmee Skate Story een uniek plekje in de schijnwerpers veroverde. Flarden van de skategame, de een nog zweveriger dan de ander, werden gretig gedeeld op sociale media. Skaten door duistere lsd-taferelen prikkelt blijkbaar prima. Engs ontwikkelproject bouwde op diens beurt een eigen momentum op. Medio 2022 sprong indie-conglomeraat Devolver Digital op de potentiële culthit als uitgever en indiepopband Blood Cultures werd gestrikt voor een experimentele soundtrack.
En al dat opgebouwde momentum brengt ons nu bij het eerste speelbare voorproefje van de game. En what’s in a name? Skate Story blijkt, naast de goed geanimeerde glazen skater, ook veel te leunen op een verhalend component. Daar hadden we hiervoor nog geen benul van. Dit epos blijkt nu uit een hoofdstuk of negen te bestaan, waarvan de allereerste akte dus al uitgeplozen mag worden per exclusieve Steam-demo.
Eet de maan, skate je vrij
Zoals de titel al doet vermoeden is Skate Story zowel een skatespel als een − nou ja, verhaal dus. Als een demoon “van glas en pijn” in een grauwe onderwereld, is het aan jou om te ontsnappen uit deze ontastbare plek. Hoe dan? Een vijfdelig contract met de duivel helpt je op weg: shred met je skateboard deze hele plek kapot en eet de maan, dan verdien je het misschien om dit hiernamaals te verlaten.
Dat klinkt, laten we wel wezen, vrij absurd. Skate Story kauwt niet voor hoe of waarom dit precies de opdracht is, het is nu eenmaal zo. De maan is onderdeel van het etablissement hier − neem ik dan maar even aan − en dat is genoeg reden om ‘m kapot te skaten en op te eten. De queeste voelt als een metafoor voor het anti-institutionele randje van skateboarden. Skaters maken van publieke ruimtes hun persoonlijke, creatieve speeltuin, vaak met een vleugje schijt aan het beleid. Skate Story laat je dat in het vagevuur doen.
Maar goed: voor je het weet sta je dus op een plank, startklaar om heuvels te bomben, stoepranden te stompen en je glazen lichaam tot gruzelementen te vergruizen.
Skaters maken van publieke ruimtes hun persoonlijke speeltuin, vaak met een vleugje schijt aan het beleid. Skate Story laat je dat in het vagevuur doen.
Beeld: Sam Eng / Devolver Digital
Beeld: Sam Eng / Devolver Digital
Lineair skateboarden, maar wel met gevoel
Skate Story pakt het daadwerkelijke skateboarden anders aan dan veel van de traditionele skatespellen. Ook hier worden mooiere trucjes en gevarieerde lines met hogere scores beloond, maar het format wijkt aanzienlijk af van, zeg, de Tony Hawk-spellen of Skate. Sowieso bestuurt het allemaal weer net anders, waarover later meer, maar het is vooral de opbouw van het spel die een eigenzinnige flow voorschotelt.
Skate Story bestaat grotendeels uit lineaire segmenten, waar je in rap tempo doorheen knalt en ondertussen wat mini-opdrachtjes afvinkt. Met behulp van portalen raas je door onderdelen van de onderwereld, terwijl je obstakels ontwijkt en de ‘ogen’ van deze dimensie uitschakelt met goed getimede trucjes. Des te veelzijdiger je rit en des te minder je onderuit gaat, des te meer puntjes.
De lineaire flow, vaak met een stukje onvoorspelbaarheid over wat verderop komen gaat, lijkt een bepaalde essentie van skateboarden over te brengen. Je zit echt in je eigen momentum en probeert er het beste van te maken, ook al heb je eigenlijk net iets te veel snelheid of mis je net dat stoepje dat je wel wilde gebruiken. Shredders wist eenzelfde gevoel met snowboarden al eens te onderstrepen, maar Skate Story voelt vanzelfsprekend nog iets minder voorspelbaar en nog een slag rauwer.
Tegelijkertijd speelt Skate Story’s lineaire aanpak ook leuk met het principe van zelfexpressie. Een los segment behalen is niet per se pittig, maar de rit is maar net wat je er zelf van maakt. Je mag net zo lang op je bek gaan totdat je de gruwelijkste lijn met de mooiste trucs legt; daar doet de game niet moeilijk over. Des te lekkerder het voelt als je half improviserend en veel te lomp alsnog een mooie reeks trucs aan elkaar rijgt.
De trucs zijn op hun beurt weer een kunstje op zichzelf. Dat doen we hier niet met knoppen rammen of een Flickit-systeem à la Skate, maar door de juiste houding op de plank aan te nemen (met de trekkers en bumpers) om die op het juiste moment los te ‘poppen’. Des te beter de pop, des te hoger de sprong. Zie het als een soort Active Reload, maar dan met een plank in plaats van een geweer. Dat systeem is even wennen, maar net als het Flickit-systeem legt dit een eigen nadruk op een specifieke handeling van skaten: positionering en timing.
Meer dan alleen etherisch skaten
Buiten al het downhill geweld om kent Skate Story ook meerdere vlakke segmenten, waarin de game even tot rust komt en meer vrijheid voorschotelt. Deze onderwereld is schijnbaar niet alleen kommer en kwel; er spoken ook vriendelijke geesten rond, er zijn etherische winkeltjes en plaza’s om gewoon even rond te skaten. Zeker in die momenten voelt Skate Story meer als een eigenzinnig avontuurtje, compleet met RPG-achtige opdrachtjes en al.
Terwijl de lokale filosoof je aan het denken zet over je queeste, los je fetch quests op voor feeën of absurdistische standbeelden. Wederom: het is allemaal wat zweverig, maar Skate Story komt hierdoor wel met een ludiek en bij vlagen humoristisch randje. Dat de bile tea in deze onderwereld een vaag blikje Arizona van 99 zielencent blijkt te zijn (“Een betaalbare klassieker”), daar zien de meeste skaters de lol wel van in.
Of Sam Eng ook nog wat wil zeggen met Skate Story, dat moet nog maar blijken. De overkoepelende metafoor en de algehele toon lijken in ieder geval in lijn met de skatecultuur. Met enige waarschijnlijkheid wordt dat een feest van herkenning en erkenning voor skateboarders. Ook als daar verder geen sociaal commentaar of diepzinnigheid uit voortkomt, is het in ieder geval mooi om te zien dat Skate Story duidelijk meer wil zijn dan louter ‘psychedelisch skateboarden’.
Met nog acht andere aktes te gaan, vermoedelijk nog vreemder dan de eerste, belooft Skate Story een interessante trip te worden. Dit is er eentje voor de skateboarders die ook eens door de onderwereld willen shredden − of de gamers die wel een maan of twee lusten.
Skate Story moet anno 2024 verschijnen op Steam, al blijft een precieze releasedatum nog altijd uit. Voor deze hands-on hadden we onbeperkt toegang tot de eerste akte van het spel, goed voor in ieder geval een halfuur skateplezier.