Tranen van geluk
Met The Legend of Zelda: Tears of the Kingdom overtreft Nintendo zichzelf
Beeld:
Een magisch avontuur, een technisch wonder
De release van de Nintendo Switch was een bijzondere in 2017. Niet alleen wist de Japanse fabrikant weer een uniek stukje hardware op de markt te zetten, het presenteerde ook meteen misschien wel de beste game op de hardware met The Legend of Zelda: Breath of the Wild. Zes jaar na dato keert Link terug in een nieuw avontuur, waarbij Nintendo er bij alles een schepje bovenop doet. Iets wat vooral technisch onmogelijk leek…
Nintendo is niet zo van de directe sequels, zoveel weten we ondertussen wel. Zelden krijgen de core franchises van de Japanse fabrikant en ontwikkelaar een nieuw deel dat meteen op de vorige titel volgt. In plaats daarvan plaatst Nintendo zijn bekende gezichten liever in nieuwe locaties, scenario’s of zelfs tijdlijnen om een compleet nieuw verhaal te kunnen vertellen. Het is dan ook op zijn zachtst gezegd opvallend te noemen dat we voor deze belangrijke titel voor de Japanse gigant praktisch verder gaan waar de vorige game eindigde.
Daar in de lucht
Het verhaal van Tears of the Kingdom begint ergens diep onder Hyrule Castle, niet lang nadat de held Link met de hulp van Prinses Zelda het kwaad van Calamity Ganon heeft weten te stoppen. In hun zoektocht naar kennis en informatie over het verleden van de Hyrulians, ontdekken Zelda en Link nieuwe kerkers, muurschilderingen over de geschiedenis van Hyrule en… een gemummificeerd lijk van wat lijkt op Ganondorf. Met deze trifecta van Link, Zelda en Ganondorf duurt het natuurlijk niet lang voordat er stront aan de knikker is. Het lijk begint te gloeien, de grond valt weg en het avontuur begint.
Maar hoewel de grond onder de voeten van Link vandaan viel, wordt de held niet nog dieper onder de grond wakker. In plaats daarvan wordt Link wakker op een eiland hoog in de lucht, ver boven Hyrule en alles wat er eerder is gebeurd. Hier begint het nieuwe avontuur, waarbij de held opnieuw om moet leren gaan met zijn nieuwe krachten voordat hij volwaardig voet kan zetten op de grond van Hyrule en de prinses moet zien te vinden.
Voor wie dit alles redelijk bekend aanvoelt: welkom bij de club. Vooral de eerste paar uren van Tears of the Kingdom voelen als een kopie van wat er in de vorige game gebeurde op gameplay-gebied. Je wordt wakker op een afgesloten stukje land, leert je krachten kennen en wordt dan de wijde wereld ingetrapt. Het is een goede manier om snel de basisprincipes van de titel de game te leren kennen, maar heel origineel is het allemaal niet en dat voelt toch een beetje jammer. Gelukkig geeft Nintendo je na deze uitgebreide tutorial – net als in Breath of the Wild – de vrijheid om te doen en laten wat je wilt.
Een oude, maar veranderde vriend
Zodra je voet aan de grond zet in Hyrule voelt het een beetje als thuiskomen. Met meer dan honderd uur in Breath of the Wild, herken je bepaalde plekken meteen. Rijden door Hyrule Field, het oude colosseum en natuurlijk het zicht op Hyrule Castle. Maar je merkt al snel dat er dingen veranderd zijn, met als eyecatcher het bekende kasteel dat nu honderden meters boven de grond hangt. Er is iets raars aan de hand met Hyrule, wat niet heel verrassend valt terug te leiden naar Ganondorf.
Ook bekende gezichten steken al snel weer de kop op met onderzoekers Purah en Robbie die je verwelkomen in Lookout Landing, nu omgebouwd tot kampement bij Hyrule Castle. Purah is daarbij gedurende het avontuur je voornaamste aanspreekpunt, met een helder overzicht van wat er gaande is en wat je als volgende op kunt pakken. Maar net als in Breath of the Wild is het niet nodig om je hier aan te houden. De game laat je spelen zoals jij dat wil.
Nieuw in Tears of the Kingdom zijn de Lookout Towers – enorme torens die de bekende Sheikah Towers vervangen en Link hoog in de lucht lanceren.
Naast dat Purah je de nodige opdrachten geeft om Hyrule te verkennen, heeft ze ook nog een nieuwe uitvinding die het verkennen van Hyrule wat makkelijker maakt. Nieuw in Tears of the Kingdom zijn de Lookout Towers – enorme torens die de bekende Sheikah Towers vervangen en Link hoog in de lucht lanceren. Zo kun je niet alleen gemakkelijk nieuwe gebieden verkennen en grote afstanden overbruggen, maar is het ook de makkelijkste weg richting de Sky Islands.
Hoewel we tijdens de tutorial de grootste ‘landmassa’ in de lucht verkennen, zweven er boven heel Hyrule eilandjes om te ontdekken. Hier tref je nieuwe Shrines, extra puzzels, materialen en zelfs mini-bazen aan om tegen te vechten en je vaardigheden te oefenen. Skills die nodig zijn, want de vijanden in Tears of the Kingdom zijn nog steeds asociaal sterk.
Hoewel je een standaard Bokoblin nog wel makkelijk omver blaast, wil een witte variant zonder blikken of blozen zo’n twaalf van jouw hartjes weg meppen. Het voelt soms wat oneerlijk hoe zwaar de vijanden in Hyrule jou schade aanrichten terwijl jij met een houten stok staat te plink-plonken in de hoop ze omver te krijgen. Gelukkig biedt Tears of the Kingdom wel wat opties om creatief met vijanden – en de wereld – om te gaan.
Een wereld aan mogelijkheden
De gebeurtenissen aan het begin van de game gunnen Link namelijk een zwik aan nieuwe krachten, waarvan de Fuse en Ultrahand het meest in de schijnwerpers staan. Het is heel flauw om te roepen dat Nintendo simpelweg Garry’s Mod op Breath of the Wild heeft geplakt, maar zo voelt het soms wel. Met Fuse en Ultrahand krijgt Link namelijk de kans om items aan elkaar te linken (sorry, not sorry). Hiermee is het mogelijk om de meest belachelijke combinaties te maken.
Plaats met Fuse een Hylian Shroom op een lange stok om vijanden weg te stuiteren. Of de elektrische hoorn van een Lizalfos aan een claymore om een taserzwaard te krijgen. Of een bom aan een pijl om mobiel artillerie af te vuren… je snapt: het kan alle kanten op. Maar het kan ook gekker wanneer de Ultrahand-kracht om de hoek komt kijken. Hiermee fuseer je namelijk niet zaken met je wapens (of schild), maar met elkaar.
Je hebt het misschien al op het internet voorbij zien komen, maar de creaties zijn bizar en bijzonder tegelijk. Waar je begint met drie boomstammen en een ventilator om een bootje te maken, heeft men ondertussen volledige Mecha’s gebouwd, constructies om vis uit het water te grillen of hele landbouwsystemen te bouwen. Nintendo geeft je zo achterlijk veel vrijheid, dat het een wonder is dat je Switch niet spontaan in de fik vliegt wanneer je het twintigste onderdeel aan je constructie plakt.
Sowieso zijn de prestaties van de Switch opmerkelijk te noemen in Tears of the Kingdom. Zoals ondertussen gebruikelijk bij de console moeten we het doen met 30 frames per seconde, maar zelfs dan is het een klein wonder dat er maar een beperkt aantal dips zijn. Vooral wanneer je met Ultrahand aan de slag gaat, heeft de console het lastig. Het moment dat de rode of blauwe gloed voor respectievelijk Ultrahand en Fuse over het beeld komt, zakken de prestaties voor even in. Het is zonde dat het allemaal niet stabiel draait, maar dat wil de prestaties niet minder indrukwekkend maken.
Breng licht naar de duisternis
Net zo indrukwekkend is misschien wel het feit dat we naast het Hyrule op de oppervlakte en de Sky Islands nog een derde regio hebben om te verkennen. Met Tears of the Kingdom maken we namelijk ook kennis met The Depths, een duistere wereld onder de oppervlakte van Hyrule. Wanneer je voor het eerst de met Gloom-bedekte schachten in de grond ziet, ben je nieuwsgierig – wat zou dit zijn en wat kun je ermee? Wanneer je van het randje afspringt (of zoals ik meteen met je paraglider een snoekduik maakt), merk je dat er veel meer is – al zie je geen hand voor ogen.
In tegenstelling tot de oppervlakte zijn The Depths namelijk nauwelijks verlicht. Alleen wanneer je een fakkel of de nieuwe Brightbloom Seeds gebruikt, kun je een paar meter om je heen kijken. Daarna begint de duisternis echter weer en dus moet je op zoek naar de Lightroots. Deze enorme wortels hangen door The Depths en bieden niet alleen de nodige verlichting, maar onthullen ook wat meer van de kaart van The Depths. Het is een super tof en soms zelfs eng gebied om te verkennen en staat heerlijk in contrast met het fel verlichte Hyrule.
Daar in de dieptes van Hyrule kom je ook het merendeel van de Gloom tegen, een nieuwe toevoeging aan Tears of the Kingdom. Gloom is een smurrie die veel van de oppervlaktes in The Depths en zelfs sommige gedeelten van Hyrule bedekt. In eerste instantie denk je nog dat Gloom alleen schade zal aanrichten, maar het is viezer dan dat. Gloom vergiftigt en zolang jij niet in het zonlicht staat zijn je hartjes niet te herstellen met standaard eten. Dat wil zeggen dat als jij tien hartjes hebt en je er zes met Gloom vergiftigt, dat je er maximaal vier met een goede maaltijd kan herstellen. Lang verkennen in The Depths zonder goede voorbereiding kan je dan ook snel fataal worden als je niet oplet.
Conclusie
Met Tears of the Kingdom evenaart Nintendo het revolutionaire Breath of the Wild uit 2017 – en overtreft het zelfs op vlakken. Opnieuw zetten ze een interessant en prachtig Hyrule neer, maar gooien er met de Sky Islands en Depths nog een schepje bovenop. De game kan soms verraderlijk moeilijk zijn, maar biedt ook weer voldoende opties en vrijheid dankzij Fuse en Ultrahand om tot oplossingen te komen. Stel je alleen eens voor hoe dit zou zijn op krachtigere hardware…
Pluspunten
- Geweldig ‘hergebruik’ van Hyrule
- Eindeloos veel vrijheid
- Depths is verfrissende toevoeging
Minpunten
- Drukt op de limieten van de Switch
- Soms genadeloos en zelfs oneerlijk moeilijk