Beeld: Indiana Jones (Harrison Ford) in Lucasfilm’s IJ5. ©2022 Lucasfilm Ltd. & TM. All Rights Reserved.
Indy-film
Indiana Jones and the Dial of Destiny is een echte James Mangold-film
Beeld: Indiana Jones (Harrison Ford) in Lucasfilm’s IJ5. ©2022 Lucasfilm Ltd. & TM. All Rights Reserved.
Archeologie raakt nooit uit de tijd
Ik heb in aanloop naar de release van The Dial of Destiny alle voorgaande Indiana Jones-films weer eens gekeken. Gezellig met het gezin op de bank. We hebben ervan genoten. Ja, ook van The Kingdom of the Crystal Skull. Indiana Jones staat garant voor prima actie en humor, ook al pakken de keuzes van regisseur Steven Spielberg en schrijver George Lucas niet altijd even goed uit (apenhersenen, loden ijskast). In 2023 neemt James Mangold, die we kennen van uitstekende films als Cop Land, 3:10 to Yuma en Logan, het regisseursstokje over. Weet hij op zijn beurt een vermakelijk avontuur op het witte doek te toveren?
The Dial of Destiny begint als vanouds: in Nazi-Duitsland, 1944. Indiana Jones (Harrison Ford) belandt op een trein die is volgestouwd met Wehrmachtsoldaten en archeologische artefacten op weg naar een belegerd Berlijn. Het belangrijkste voorwerp aan boord blijkt de Antikythera te zijn: een apparaat dat werd uitgevonden door Archimedes, maar dat zulke duivelse krachten bevat dat de oude Griek het in tweeën brak zodat het niet misbruikt kon worden. Voel je al waar dit naartoe gaat?
De vertrouwde Jones-elementen
Inderdaad, de rest van de film gaat over de zoektocht naar de twee helften en de constante strijd om het eigenaarschap ervan. Onderweg wordt er natuurlijk volop geschoten, geslagen, geracet en gegrapt. Nieuwe personages doen hun intrede, maar ook oude bekenden duiken op. Indy wordt bijgestaan door zijn bijdehante peetdochter Helena Shaw (Phoebe Waller-Bridge), maar op bepaalde momenten ook door haar tegengewerkt. Helena is namelijk vooral op geldelijk gewin uit; archeologie is bijzaak.
Zonder veel over het plot te verklappen, kan ik wel zeggen dat alle vertrouwde Jones-elementen in de film aanwezig zijn. We zien exotische locaties, concurrerende archeologen, enge beestjes en achtervolgingen met allerhande voertuigen. Maar The Dial of Destiny biedt meer dan dat. Iets nieuws.
Deze Indy is namelijk kwetsbaar. Lichamelijk, maar zeker ook geestelijk. Als we hem na de proloog aantreffen in 1969 is hij een sombere en enigszins verbitterde man. Hij heeft de nodige tegenslagen te verduren gehad en gaat met pensioen. De New Yorkse festiviteiten rond de eerste bemande maanlanding laten hem koud; hij vindt het alleen maar storend dat er zoveel feestgedruis is. Als Indy gaandeweg de film zijn avontuurszin hervindt, leeft de kijker op, maar toch zijn er later ook nog momenten van reflectie en verdriet.
Een echte Mangold
Hoewel uitvoerend producenten Spielberg en Lucas waarschijnlijk stevig over zijn schouders hebben meegekeken, is The Dial of Destiny een echte James Mangold-film geworden. De sfeer is serieuzer en grimmiger dan in de andere delen van de serie. Na het over-the-top CGI-festijn van The Kingdom of the Crystal Skull toont Mangold ons een wereld die iets meer op de onze lijkt. Net iets meer. Het kleurenpalet is soberder en de actie voelt minder aan alsof het allemaal voor een blue screen is opgenomen, ook al is dat grotendeels wel het geval natuurlijk. Mangold doet voor Indiana Jones eigenlijk wat hij met Logan voor Wolverine deed: hij maakt hem en de wereld om hem heen ‘realistischer’. Voor veel fans zal dit de verkeerde richting zijn, maar ik vond het mooi om te zien.
Vergis je niet, bovennatuurlijke capriolen en doldwaze achtervolgingen zijn nog steeds belangrijke ingrediënten van de film, maar daarnaast is er ruimte voor actie die wat meer de menselijke maat aanhoudt. Indy is nu bejaard en hoewel Harrison Ford een stevig trainingsregime onderging om in vorm te raken, stond hij erop dat zijn actiescènes min of meer leeftijdsadequaat zouden zijn en niet tot abnormale proporties opgeblazen zouden worden met bits en bytes. De film is daar ten dele in geslaagd. De derde akte is helaas toch weer een CGI-pandemonium, al is dat gezien het verloop van het verhaal haast niet te voorkomen.
Ik kom niet uit Indiana
De tachtigjarige Ford heeft nog steeds genoeg charisma om een film te dragen. Hoewel de vuistslagen minder hard aankomen, doen de grappen dat zeker niet. De rustigere humor van deze film past hem goed. Ford is het beste als hij zijn geïrriteerde gezicht op moet zetten en dat laat Mangold hem gelukkig vaak doen. Hij is ook sterk in de momenten van spijt en verdriet. Ford is altijd meer dan een hersenloze actieheld geweest en dat laat hij in zijn nadagen nog maar eens zien.
Phoebe Waller-Bridge kennen we vooral als egoïstische, hedonistische Londenaar in de Amazon-serie Fleabag. Het personage van peetdochter Helena staat daar eigenlijk niet zo ver vanaf, al praat ze in de film gelukkig niet in de camera. Helena is vooral uit op wereldse zaken zoals geld en mooie mannen. De zoektocht naar de Antikythera is voor haar een handelsmissie; pas later in de film gaan andere motieven een rol spelen. De acteerstijl van Waller-Bridge balanceert altijd op het randje van charmant en irritant. Ik neem aan dat dat bewust is, dus goed gedaan. Daarnaast is ze een aparte verschijning die goed bij de filmserie past: zelfverzekerd, vrouwelijk en komisch. Haar Helena heeft een voorspelbare karakterboog, maar aan het eind van de film heb je het idee dat het personage nog niet alles heeft laten zien. Er is ruimte voor groei. Daarover later meer.
Oh ja, en dan zijn er nog de schurken. Zij worden aangestuurd door dr. Schmidt, een briljant wetenschapper die maar niet kan verkroppen dat Duitsland de Tweede Wereldoorlog heeft verloren. Schmidt wordt gespeeld door Mads Mikkelsen die vaak van stal wordt gehaald als er iemand met een Europees accent nodig is. Op de Deen kun je altijd bouwen, maar ik vond hem hier soms wat flets. Schmidt is niet fysiek bedreigend en ook geen enge sadist of zo. Hij heeft ‘slechts’ een kwaadaardig meesterplan. Schmidt past in die zin wel prima in de traditie van gematigde Jones-schurken, want eigenlijk was alleen Mola Ram een werkelijk duivelse antagonist.
Fan van Indiana Jones
James Mangold is een fan van Indiana Jones. Dat blijkt uit alles. De productie is tot in de puntjes verzorgd: landschappen, gebouwen, kleding en voertuigen, het ziet er allemaal piekfijn uit. De inmiddels eenennegentigjarige John Williams componeerde weer eens een mooie soundtrack met alle bekende deuntjes die frisser klinken dan ooit. Op die leeftijd doe ik hem dat niet na hoor. Toen ik twintig was trouwens ook niet.
Het script is over het algemeen goed uitgewerkt (onlogica hoort ook bij de Jones-traditie) en doet recht aan het rijke verleden van de archeoloog met de hoed en de zweep. In The Dial of Destiny zitten leuke easter eggs die verwijzen naar de voorgaande delen. Indy heeft het bijvoorbeeld over zijn ervaringen in de Temple of Doom en vooral de slotscène staat bol van de nostalgie. Heerlijk.
Ik ben een fan van Mangolds nieuwe interpretatie van Indiana Jones. Het is niet de beste film uit de serie (kuch, Raiders, kuch), maar het doet genoeg goed om het te betreuren dat er geen nieuw deel meer komt. Tenminste, niet met Ford, en als het aan hem ligt ook niet met een andere acteur in de titelrol: “I’m Indiana Jones. When I’m gone, he’s gone”.
De popcorn is op
Het enige echte minpunt van de film vind ik de lengte: 154 minuten! Vroeger was het zo dat producenten huiverig waren om lange films uit te brengen omdat er dan maar één voorstelling per avond gedraaid kon worden en je dus veel inkomsten misliep. Met de wereldwijde opkomst van de megaplexen en voorstellingen die de hele dag doorlopen, is dat geen probleem meer. Maar waarom zoveel franchises er van die ellenlange films uit blijven pompen is mij toch een beetje een raadsel. Jurassic World Dominion: 147 minuten, Guardians of the Galaxy Vol. 3: 150 minuten, John Wick: Chapter 4, 169 minuten. Veel te lang allemaal, want dit genre blijft toch simpel popcornvermaak en na twee uur is het laatste gepofte maiskorreltje echt wel achter de kiezen.
Als er van elke achtervolging vijf minuten werden afgesneden en er een paar overbodige subplots zouden zijn geschrapt, was The Dial of Destiny een betere, meer gestroomlijnde film geweest. Nu zakt het tempo soms wat in. Het duurt bijvoorbeeld erg lang voordat er daadwerkelijk archeologie, met puzzels en zo, wordt bedreven en dat is toch ook waar we voor komen.
Neemt niet weg dat Mangold mij over een paar jaar best een spin-off mag laten zien. Eentje waarin Helena de zweep overneemt van haar peetoom. Het plot van The Dial of Destiny biedt genoeg aanknopingspunten om gewoon vrolijk door te gaan. Zoals we in The Rise of Skywalker zagen is Ford niet te beroerd om voor een cameo van drie minuten op te draven (ka-ching!), dus die gaat nog wel overstag.
No one’s ever really gone.
Conclusie
Indiana Jones and the Dial of Destiny kreeg een lauwe ontvangst van pers en publiek, maar laat dat je er niet van weerhouden om naar de bios te gaan en zelf een oordeel te vormen. Soms zit de meerderheid mis. Veel fans zien niet graag dat hun helden aftakelen, maar ik heb me uitstekend vermaakt met de bejaarde Indy en de energieke Helena. Ik kan weer een paar nieuwe personages aan het Jones-verhaal toevoegen en heb genoten van de cameos van oude bekenden. Natuurlijk laat het plot steken vallen (daar grossieren de voorgaande delen ook in) en duurt de film een half uur te lang, maar niemand mept zo onderhoudend nazi’s in elkaar als Henry Walton Jones Jr.
Pluspunten
- Prima hoofdrollen van Harrison Ford en Phoebe Waller-Bridge
- Spetterende actie, ook al staat een bejaarde centraal
- Hoge productiewaarde: alles ziet er piekfijn uit
- Behoorlijk vernuftig plot (met een paar gaatjes)
Minpunten
- Duurt erg lang voordat Indy de eerste tombe betreedt
- Te veel subplots en nieuwe personages
Beeld: Indiana Jones (Harrison Ford) in Lucasfilm’s IJ5. ©2022 Lucasfilm Ltd. & TM. All Rights Reserved.
Beeld: Indiana Jones (Harrison Ford) in Lucasfilm’s IJ5. ©2022 Lucasfilm Ltd. & TM. All Rights Reserved.