Rune Factory 5 brengt een nieuw perspectief

Nu we de feestdagen inmiddels ver achter ons hebben gelaten, kunnen we ons vol richten op de games die ons dit jaar te wachten staan. Een van die games is Rune Factory 5 (RF5), de nieuwe RPG van ontwikkelaar Marvelous en uitgever Xseed Games. Het is de opvolger van – je raadt het al – Rune Factory 4, die ik volledig kapotgespeeld heb op de 3DS én de Switch.

Mijn verwachtingen voor 25 maart, de dag waarop RF5 uitkomt voor de Switch, zijn dus hooggespannen. Wat me zo trekt aan deze franchise is de fantastische combinatie van RPG-elementen en boerderij-gameplay. Het is oorspronkelijk ontstaan als een Harvest Moon-spin-off en is inmiddels een beetje vergelijkbaar met Stardew Valley, maar dan on crack. Vechten met een pratende draak, een gouden mega-ui kweken of daten met een weerwolf – in Rune Factory kan het allemaal.

Geheel volgens Rune Factory-traditie wordt het hoofdpersonage van RF5 op een dag wakker zonder geheugen, ditmaal in een dorpje genaamd Rigbarth. Daar gooi je jezelf in de strijd om verloren herinneringen terug te vinden en te helpen bij de wederopbouw van het dorp. Dat doe je onder andere door je aan te sluiten bij Seed, de organisatie die de veiligheid van het dorp probeert te waarborgen.

Qua verhaal is Rune Factory nooit heel indrukwekkend geweest; het verhaal staat in dienst van de gameplay in plaats van andersom. Ik verwacht niet dat Rune Factory 5 daar een uitzondering op zal zijn – de eerste verhaaltrailer laat bijvoorbeeld al wat te wensen over qua diepgang. Je kent het wel: er is een magische uitverkorene, een dreiging van buitenaf… bla, bla, bla. Waar de serie verhaaltechnisch wél straalt is in de interactie met dorpsgenoten, die vaak veel levendige opmerkingen paraat hebben als je ze aanspreekt. Op basis van de eerste beelden uit Japan lijkt deze gezelligheid ook in RF5 aanwezig te zijn.

De gameplay in RF5 volgt de vaste formule van de franchise: het blijft een mix van landbouw, vissen, ontdekking, vechten met monsters en relaties opbouwen met dorpsbewoners. Gelukkig blijft het niet alleen bij vergelijkingen met de vorige games: RF5 voegt ook wat nieuwe elementen toe. Zo zijn er twaalf geheel nieuwe vrijgezellen om te daten, is het voor het eerst mogelijk om te daten (en te trouwen) met iemand van hetzelfde geslacht en is er een wanted-systeem toegevoegd, waarbij je beloond wordt als je specifieke soorten monsters een kopje kleiner maakt.

Naast deze welkome toevoegingen is de grootste vernieuwing in RF5 in één oogopslag te zien: het perspectief. Marvelous heeft ervoor gekozen om het top-down-perspectief van de voorgaande games te vervangen door een third-person-perspectief. Persoonlijk weet ik nog niet wat ik van die verandering vind. Ten eerste heeft de aantrekkingskracht van Rune Factory nooit in de graphics gezeten en ten tweede zien de “nieuwe” graphics er eerder uit alsof ze op de GameCube thuishoren. De omgeving ziet er relatief kaal en simpel uit, zelfs als je het alleen vergelijkt met andere Switch-games (zoals Shin Megami Tensei V of Bayonetta 2). Als zure kers op de taart is in de trailer te zien dat de framerate er soms onder lijdt.

Je zult je misschien afvragen: als de game grafisch en verhaaltechnisch zulke minpunten heeft, waarom kijk je er dan naar uit? Eigenlijk is het heel simpel: de Rune Factory-formule is gewoon leuk. De gameplay, waarbij je het ene moment bijvoorbeeld een knolraap-zwaard uit de grond trekt en datzelfde zwaard vervolgens gebruikt om een monster op z’n kop te slaan, is erg verslavend en blijft boeien door de afwisseling. Er zijn bovendien altijd leuke quirks te ontdekken, zoals het compleet idiote crafting-systeem – ooit een maïskolf gebruikt om je pantser te verstevigen? Nee? Nu wel.

Hoewel RF5 dus misschien niet het meest innovatieve spel ooit zal zijn, hoeft dat qua pleziergehalte geen probleem te zijn. Er zou grafisch gezien wel érg veel mis moeten gaan om deze gameplay voor mij te verpesten. Het is dus een kwestie van afwachten, maar ik wacht met goede moed.

Heb jij je schoffel en gieter ook alvast in de hand, of laat je het vieze werk liever over aan anderen? Laat het ons weten in de comments!