Need for Speed Heat
Ghost Games heeft het eindelijk begrepen
Need for Speed Heat dreigt onder te sneeuwen onder alle grote releases van november. Dat komt in de eerste plaats doordat EA zelf weinig aandacht lijkt te schenken aan de racegame. Jammer, want Need for Speed Heat is het beste deel in de serie van de afgelopen tien jaar.
In aanloop naar de release van Need for Speed Heat zag ik best op tegen het reviewen van de game. De hoogtijdagen van Need for Speed Underground liggen ver achter ons. Na Need for Speed (2015) en Payback had ik er weinig vertrouwen in dat er de komende jaren nog een NFS-titel zou komen waar ik plezier aan zou beleven, laat staan dat de serie naar een hoger niveau getild zou worden. Nu doet Need for Speed Heat dat laatste niet, maar ik kan niet anders zeggen dan dat ik me uitstekend heb vermaakt met Heat.
Neon is terug
Need for Speed Heat brengt ons naar Palm City, een kletsnatte stad die gebaseerd is op Miami in de Verenigde Staten. De kletsnatte moerassen en palmboomstranden zijn aanwezig en ook de typische roze neonsferen zijn overgenomen. Overal door de stad schijnen paars-roze lampen neer op je wagen en zou je je helemaal in de jaren tachtig wanen als dit decor niet verstoord zou worden door de hedendaagse hiphop waaruit de soundtrack van de game is opgemaakt. De jaren tachtig-sfeer wordt dus niet helemaal doorgetrokken, maar het geeft de stad wel een heerlijke vibe.
Naast de muziek vallen de auto’s ook enigszins uit de toon, want uiteraard kun je je garage vullen met de nieuwste modellen van onder andere Mercedes, Nissan en Chevrolet. Ook Ferrari maakt een comeback in de serie. In totaal zitten er 127 auto’s in de game, waarbij er een mooie mix tussen moderne modellen en échte klassiekers is gemaakt. Zo kun je rondrijden in de Lamborghini Countach uit ’88. Wanneer je vervolgens de soundtrack van de game zelf uitzet en vervangt voor een eigen synthwave-playlist, kun je wel net doen of je je in de jaren tachtig bevindt.
Naast het kiezen van je eerste auto, moet je in het begin van de game ook een personage kiezen uit twaalf mannen en vrouwen. Hoewel je ze niet kunt aanpassen, mag je ze wel aankleden en kun je ze een eigen stijl aanmeten. Niets staat je dus in de weg om Tommy Vercetti uit GTA: Vice City na te maken en hem in een Hawaii-blouse over de boulevard te laten cruisen in een Countach. In tegenstelling tot in GTA ga je vervolgens geen drive-by’s doen, het gaat natuurlijk wel gewoon om lekker racen.
Verschil van dag en nacht
Straatracen wel te verstaan, want Ghost Games wil weer een typisch The Fast and the Furious-avontuur neerzetten, wat ze best goed lukt. Je komt als racer aan in Palm City, waarna je al snel Ana en haar broer Lucas ontmoet. Samen met hen raak je verwikkeld in de strijd tegen de lokale, corrupte politie en ontvouwt zich een wat cliché goed-versus-kwaad-verhaal. Daarbij wordt de politie geportretteerd als regelrechte moordenaars die alles doen voor eigen gewin, maar goed: je moet wat als je straatracers de goedzakken wilt laten lijken.
Zeker wanneer je je bedenkt dat overdag grote delen van de stad worden afgezet voor legale races, kun je je afvragen wat voor een droeftoeters dan alsnog ’s nachts de straat op gaan om illegale straatraces te houden en daarmee zichzelf, maar vooral de rest van het verkeer in gevaar brengen. Hoe dan ook ben jij een van deze droeftoeters en moet je zowel ’s nachts als overdag de straten van Palm City op om geld te verdienen en je reputatie op te bouwen.
Zowel geld als reputatie heb je nodig om nieuwe onderdelen en wagens te kunnen kopen en Ghost Games heeft deze twee elementen opgedeeld in dag en nacht. Overdag verdien je geld met races, ’s nachts bouw je aan je reputatie door de straten van Palm City onveilig te maken. Dit verschil in dag en nacht komt ook terug in het verhaal en in het karakter van de broer en zus. Zonder dat het er al te dik bovenop ligt, belichaamt Ana het bewogen en gedurfde nachtelijke straatracen, waarin alles draait om reputatie, terwijl Lucas als monteur en ex-racer symbool staat voor de activiteiten die je onderneemt bij daglicht.
Door de verschillende activiteiten te verdelen over de dagdelen ontstaat een bijzonder gebalanceerde dag- en nachtcyclus. Hoewel je helemaal zelf in de hand hebt wanneer de nacht voorbij is en wanneer je er overdag op uitgaat, moet je de twee dagdelen toch met regelmaat afwisselen. Wanneer je alleen maar ’s nachts racet, verdien je namelijk geen geld en als je bang bent om in het donker te rijden, verdien je nooit genoeg reputatie om nieuwe onderdelen voor je wagen te mogen kopen.
Racen met risico's en consequenties
Nu zullen de echte straatrace-fans van mening zijn dat racen bij nacht altijd beter is, maar in Need for Speed Heat zijn ritjes en races overdag een welkome afwisseling van de intense nachtelijke avonturen. Vroeg of laat komt de politie namelijk achter je aan en die kunnen je flink op de huid zitten als de achtervolging voortduurt.
Hoe hard ze achter je aan komen heeft alles te maken met de hoeveelheid ‘heat’ die je in de nacht opbouwt. Het voltooien van races, het rammen van politiewagens of het maken van drifts in driftzones: het zorgt er allemaal voor dat je net een iets belangrijker doelwit wordt voor de politie. Dit komt erop neer dat hoe langer je ’s nachts blijft rondrijden en races blijft doen, hoe meer heat je opbouwt en hoe meer politie je bij de volgende achtervolging achter je aan krijgt.
Heat beïnvloedt niet alleen het gedrag van de politie, maar zorgt er ook voor dat je de reputatie die je hebt opgebouwd die nacht kunt vermenigvuldigen. Dit betekent dat wanneer je bijvoorbeeld 1000 reputatiepunten hebt verdient met een race, je hier 3000 van kunt maken als je je heat-level voor die nacht opwerkt naar 3. Dit kan tot maximaal niveau vijf, waarmee je dus vijf keer zoveel reputatie kunt verzamelen als je het risico durft te nemen.
Dit maakt de nachtelijke races erg spannend en gaf mij hetzelfde gevoel als de Dark Zone in The Division. Hoe langer je daar in de zone blijft, hoe meer je beloond wordt, maar ook hoe groter het risico is dat je alles kwijtraakt. Deze risk-reward verhouding is goed uitgevoerd door Ghost Games . Wanneer je gepakt wordt door de politie kost je niet alleen je reputatie, ze maken je ook flink wat geld afhandig. Je weet dan dat het je eigen schuld was, omdat je zo nodig nog een politieachtervolging bent gestart voor een hoger heat level.
Ruwe randjes
De spannende achtervolgingen zijn helaas wel het enige dat de game een beetje uitdagend maakt, want van de computergestuurde tegenstanders moet de game het zeker niet hebben. De AI reageert ontzettend willekeurig op de speler en daarnaast kan het ook enorm per race verschillen hoe de AI rijdt. Zo kan het zijn dat je een race nipt verliest omdat de nummer 1 op magische wijze telkens net 5 km/u harder rijdt, maar dat je als je de race nog een keer probeert met een halve ronde voorsprong wint.
Misschien heeft dat te maken met de GPS in de game, die vrijwel nooit de goede richting aangeeft en dus niet alleen jou, maar ook de AI-racers de berm instuurt. De navigatie toont namelijk geregeld een route die naast de weg loopt, geeft bochten te vroeg aan en laat je als het even kan lekker spookrijden.
En niet alleen de AI en GPS hebben ruwe randjes. Wanneer je ervoor kiest om de game in een online lobby te spelen, krijg je te maken met vreemde lag, willekeurig spawnende auto’s en andere spelers die niet te zien zijn, maar waar je wel tegenaan kunt botsen. Nu zijn onzichtbare muren soms nodig in open wereld games, maar dit lijkt me toch niet helemaal de bedoeling.
Kleine stapjes vooruit
Ondanks deze bugs en de slechte AI is Need for Speed Heat toch een van de beste delen in jaren. Dat komt niet alleen door de matige kwaliteit van zijn voorgangers, maar ook omdat deze Need for Speed gemaakt is met een echte visie voor ogen. Ghost Games heeft geprobeerd om de stad echt een karakter te geven en de ontwikkelaar wil je echt het gevoel geven dat je een straatracer bent in Miami.
De uitgebreide mogelijkheden om je wagen te personaliseren dragen hier natuurlijk sterk aan bij. Het uitkiezen van stramme velgen, dikke bumpers onder je wagen hangen en je achterruit volplakken met stickers laten je helemaal opgaan in de tuner-cultuur. Dat sijpelt ook door in de prestaties van je wagen, want je kunt met tientallen onderdelen zorgen dat je wagen toegespitst wordt op bijvoorbeeld driften of juist veel grip.
Dat wil niet zeggen dat de besturing van de wagens niets meer te wensen overlaat. Hoewel Ghost Games absoluut sprongen vooruit heeft gemaakt, kan de besturing nog wel wat strakker. Zeker het driften is een grote ramp, maar ook tijdens gewone races voelt de besturing bij vlagen nog wat onhandig aan. De wagens reageren soms wat traag en wanneer de arcade stuurhulpen de besturing gedeeltelijk van je overnemen, compenseren ze soms te veel, waardoor je alsnog uit de bocht vliegt of juist wel tegen een tegenligger aanknalt.
Dit zijn echter uitzonderingen en over het algemeen vlieg je zonder veel moeite met meer dan 200 km/u tussen het verkeer door en doet Need for Speed precies wat het moet doen: je een ongekend gevoel van snelheid geven.
{!{wpv-view name=’review-blok’}!}
[wpv-noautop]
{!{wpv-view name=’auteurs-onderaan-post’}!}
[/wpv-noautop]