360 koopjesjagers
De AOC Q27G4X heeft voornamelijk 180 Hz in de crosshair
Beeld:
Een budget-gamemonitor op het scherpst van de snede
De AOC Q27G4X voelt als een eenvoudige Volkswagen Golf waar stiekem alle GTI-opties in zijn gezet, maar waarbij ze vergeten zijn het logootje aan te brengen en de lichtmetalen velgen te monteren. De monitor zou namelijk niet misstaan in de kantoortuin. Sterker nog: als je een gamesetup hebt met allerlei rgb-lichten, ga je vragen krijgen waarom je zo’n saai scherm hebt. Maar vergis je niet in deze wolf in schaapskleren.
AOC richt zich met dit scherm op gamers, want er zijn weinig andere doelgroepen waar je een 180 Hz-display aan gaat slijten. Opvallend is dat er verder weinig accenten aan zijn gebracht die we normaal zien bij de meer op gamers georiënteerde hardware. Zelfs de subtiele rode lijn die AOC bij zijn AGON-gameschermen vaak toevoegt, ontbreekt bij de AOC Q27G4X.
Kantoorchique
Het ontwerp van de monitor is in alle opzichten kantoorchique te noemen, maar toch valt dit scherm moeilijk aan te raden voor een werkplek. Met twee HDMI 2.0b-poorten en een 1.4 DisplayPort kunnen we het aantal aansluitingen sober noemen. Tot slot krijg je nog een 3.5 mm-jack, maar dat is het qua aansluitingen. Geen usb-hub-functionaliteiten dus en ook geen usb-c-verbinding.
Ook de HDMI 2.0b-poort valt tegen, want dat betekent dat je PlayStation 5 of Xbox Series X geen games met meer dan 120 fps in 1440p gaat tonen. Om meer frames per seconde te halen heb je HDMI 2.1 nodig. Dat is jammer als je dit scherm als display voor een complete gamesetup wilde gebruiken en die hoge frames wilt halen, al is dat met 1440p minder belangrijk dan bij een 4K-scherm. Dit is een scherm wat één ding goed moet doen en dat is pc-games zo vloeiend mogelijk tonen, voor een zo laag mogelijke prijs. Dan moeten er wat concessies gedaan worden.
De behuizing en de voet zijn beide uit kunststof opgetrokken, maar de voet is verzwaard, waardoor het scherm stevig op je bureau staat. Het kabelgootje loopt op een vreemde manier schuin door de poot heen, maar er kan tenminste wel wat in weggemoffeld worden. Dit geeft het verder sobere scherm nog enigszins een unieke look, maar heel handig is het niet. Het liefst wil je toch dat je kabels direct door de poot achter je bureau verdwijnen.
Wat wel echt ellendig is, zijn de knoppen en het bijbehorende menu. De screenoverlay lijnt namelijk niet uit met de knoppen die op het scherm getoond worden. Zo klik je constant op het pijltje naar beneden als je eigenlijk op ‘ok’ wilde drukken enzovoorts. Met een beetje geluk hoef je hier maar een keer doorheen, maar als je vaak instellingen wilt aanpassen, bereid je dan voor op de nodige frustratie. Zeker gezien een van de snelknoppen buiten het menu om aangewezen is om de on-screen crosshair te activeren, wat echt totaal onnodig is.
Mee met de HDR-trein
Waar opvallend genoeg geen concessies zijn gedaan, is de HDR-weergave. Deze is namelijk gewoon inbegrepen, terwijl mijn ervaringen met lcd-schermen in deze prijsklasse altijd tegenvallen als het om HDR gaat. De HDR-modus is wat je verwacht van een IPS-paneel in deze prijsklasse: niets om over naar huis te schrijven. Toch valt het niet tegen voor een monitor in deze prijsklasse met een HDR 400-standaard. De kleuren blijven dicht bij de oorspronkelijke instellingen en hoewel het allemaal wat fletser wordt, is de HDR-weergave wel bruikbaar. Native kan het scherm een kleurdiepte van 10-bit afbeelden. Met een helderheid tegen de 400 nits is het beeld prima in een niet al te verlichte kamer en meer dan voldoende als je vooral ‘s avonds gamet.
Toch blijft het een raadsel waarom HDR toch bij dit soort modellen wordt toegevoegd, vooral omdat andere functies zoals de motion blur reduction dan meteen niet meer werken. Voor een écht goede HDR-ervaring kun je bij dit scherm niet terecht en daarop had wel bespaard kunnen worden, zodat de monitor bijvoorbeeld wel een setje HDMI 2.1-poorten of usb-hub-functionaliteiten had kunnen hebben. Helaas heeft AOC ervoor gekozen om met de industrietrend mee te gaan dat elke gamemonitor nu eenmaal HDR moet hebben.
Meedoen met de pro-gamers op een budget
AOC liegt er niet om dat dit een rap scherm is en met een verversingssnelheid van 180 Hz gaan wij daar ook niets tegenin brengen. Als je pc het aankan, kun je op 1440p of 1080p lekker veel frames per seconden op je netvlies projecteren. Zeker als je veel shooters speelt is dat geen straf en het is dan ook niet gek dat het eerste profiel waar je de monitor op kunt instellen ‘fps’ heet. Dit zijn de games waarbij je het meeste profijt hebt van een hoge fps.
Daar krijg je ook input lag-reductie bij en wordt een reactietijd van 1 ms g2g beloofd. Verder wordt FreeSync ondersteund voor AMD-videokaarten. Mocht je een Nvidia-kaart hebben, dan wordt G-Sync officieel niet ondersteund als we de doos moeten geloven, maar gelukkig konden we deze via het Nvidia-configuratiescherm alsnog activeren. Dat maakt dit scherm een duurzame optie voor als je in de toekomst naar een videokaart van het andere team wil overstappen, want dan ben je vanwege je monitor in ieder geval niet gebonden aan een hardwarepartij.
Voor 260 euro is dit een sobere gamemonitor die voor een toegankelijke prijs een competitief aantal frames per seconde wil tonen. Daarbij worden begrijpelijke, maar ook wat minder begrijpelijke concessies gedaan. Toch kunnen we niet anders concluderen dan dat het een retesnel scherm is voor deze lage prijs. Je krijgt hier wel de frames die je wilt voor competitieve potjes in een first person shooter of rts voor een beperkt budget.
Conclusie
Als je echt 180 frames per seconde nodig hebt en daarbij een competitieve reactietijd van 1 ms wilt, is de AOC Q27G4X een zeer scherp geprijsde optie voor 260 euro. Verwacht daarbij wel wat shortcuts, zoals een gebrek aan HDMI 2.1 en een HDR-weergave die wel wat te wensen over laat.
Pluspunten
- 180 Hz
- Aardige HDR-weergave voor dit type scherm
- Stevige kunststof behuizing
Minpunten
- Geen HDMI 2.1
- HDR-weergave eigenlijk overbodig
- Screenoverlay is om te huilen