Project CARS 3
Een racegame zonder hart en ziel
Al sinds ontwikkelaar Slightly Mad Studios de eerste trailer van Project CARS 3 de wereld in stuurde, kreeg het veel kritiek te verduren. De game leek in de verste verte niet op de eerste twee delen en had een enorm arcade-achtige vibe om zich heen hangen. Dit in tegenstelling tot de voorgangers die vooral op simulatie gericht waren. Nu de game uit is, kunnen we kijken of deze vooraf opgebouwde kritiek terecht te noemen is.
Ik zal je eerlijk vertellen dat ik nog nooit zoveel moeite heb gehad met het reviewen van een game. Om maar direct met de deur in huis te vallen: Project CARS 3 is haar ziel verloren. De game lijkt inderdaad niet op de eerste twee delen die beide een bijzonder plekje in mijn racehart hadden veroverd. De kritiek is dus terecht. Grote vraag is of het dan ook een slechte game is?
Veel content maar toch beperkt
Project CARS 3 pakt uit met duizelingwekkende cijfers over het aantal verschillende auto’s en circuits. Zo heeft de game maar liefst 211 verschillende wagens en 51 verschillende circuits. Veel van deze banen hebben meerdere lay-outs waardoor het totaal aantal rijdbare banen op 121 komt te liggen. Toegegeven, het wagenpark is ten opzichte van het vorige deel uitgebreid met zo’n 22 bolides. Alleen de 189 wagens die ook al in deel twee zaten, zijn precies hetzelfde gebleven. Zelfs de kleurstellingen en bestickeringen op de auto’s zijn rechtstreeks overgenomen.
Dan het aantal circuits in de game. Natuurlijk klinkt 121 verschillende lay-outs als enorm veel en het zal ook wel even duren voordat je ze allemaal onder knie hebt. Het is helaas wel een downgrade ten opzichte van deel twee, dat er 25 meer had. Daarbij vind ik het bijzonder om te zien dat de ontwikkelaar tijd heeft gestoken in het bedenken van fictieve banen in het stadscentrum van Havana en Singapore, terwijl iconische banen de overstap naar deel drie niet hebben gemaakt. Verwacht dus geen races of COTA, Le Mans of Spa. Hoe dat komt, is op dit moment onduidelijk. Wellicht dat de licenties voor het gebruiken van deze banen te duur zijn geworden. Al is dat in mijn ogen weer moeilijk te rijmen doordat ze door het grotere en kapitaalkrachtige Codemasters zijn overgenomen.
Wie een simulatiegame als Project CARS speelt verwacht wel dat er op bovenstaande banen gereden kan worden. Gelukkig zijn niet alle iconische circuits weg uit de game. Je kunt nog met hartenlust racen op Bathurst, Donnington en Laguna Seca. Ook maakt de Nordschleife nog deel uit van de game. Je kunt de losse sectoren van het circuit rijden, maar natuurlijk ook de volledige ronde van 25,3 km lang. Het is en blijft een waanzinnig gevoel wanneer je een rondje op ‘de groene hel’ foutloos weet te voltooien. Door de lengte, maar ook moeilijkheid van de baan heeft het een hele gave risk versus reward-vibe.
Alleen laten we eerlijk zijn, hoe debiel ziet het eruit als je met je vijfdeurs Honda Civic tussen de GT1 en LMP1 auto’s rijdt?
Minder keuzevrijheid
Goed, er zijn dan wat minder banen te bespeuren dan in deel twee, maar 121 is nog steeds een hoop content. Toch merk je nog voor je gaat racen een ander punt waar Project CARS 2 echt in uitblonk wat in dit deel mist. In het tweede deel kon je namelijk helemaal zelf bepalen hoe je races eruit zagen en leek er haast geen limiet te liggen op het uitvoeren van gekke experimenten. Om te beginnen kon je zelf kiezen of je iedereen met identieke auto’s aan de start liet verschijnen of dat je verschillende autosportklasses door elkaar wilde laten rijden. Je koos dan zelf welke klasses dit waren. Helaas is dit nu uit de game gehaald. Je hebt nog wel de mogelijkheid om aan te geven of je meerdere klasses wilt, maar de game kiest dan voor je.
Een ander groot nadeel is dat je de race niet meer naar eigen wens kunt instellen. Als je een losse race wilt doen, kun je niet meer dan 99 rondes selecteren. Dit betekent dus dat je geen Indy 500 meer na kunt spelen. Daarbij is het ook niet meer mogelijk om een ‘Endurance Race’ te doen. Je kunt namelijk enkel nog kiezen om een x-aantal rondes te rijden en je kunt niet meer kiezen om bijvoorbeeld twee uur te rijden.
Ook qua weer is er iets geks aan de hand. Je kunt gelukkig nog steeds vooraf kiezen wat voor weer het moet zijn. Verschil met het voorgaande deel is alleen wel dat je maar twee slots voor het weer hebt in plaats van vier. Doordat je nu alleen maar het weer aan het begin en aan het eind kunt bepalen, krijg je wat minder dynamische races. Daarbij moet ik wel zeggen dat de regen nog steeds voor spektakel zorgt op de baan. De plassen blijven liggen waardoor je echt goed op moet letten voor aquaplaning.
Nadenken overbodig
Het verminderen van de weeropties is een vreemde keuze alhoewel het in deel drie ook niet meer heel veel uitmaakt. Nadenken is absoluut niet meer nodig omdat pitstops uit de game zijn geschrapt. Net als bandenslijtage, bandentemperatuur, brandstofverbruik, vrije trainingen, kwalificaties en de mogelijkheid om een seizoen in je favoriete raceklasses af te werken. Tot nu toe klinkt het allemaal niet positief en dat heeft vooral te maken met de naam van de game die onlosmakelijk verbonden is met een simulatiegame. Ga je de game anders benaderen biedt de aanpak zeker wel voordelen.
Doordat er geen bandenslijtage en brandstofverbruik is, kun je de hele race alles geven. Je hoeft je ook geen zorgen meer te maken over de bandentemperatuur die te hoog oploopt als je maximaal aan het pushen bent. Hierdoor kun je het beste uit je auto en uit je eigen skills persen. Ondanks dat ik tijdens elke race de gedachte niet los kon laten dat dit geen Project CARS-game is, heeft het er wel meermaals voor gezorgd dat ik op het puntje van mijn bank zat.
Onnodig tijdverlies
Wel liet ik me daarbij meerdere keren achterover in de bank vallen omdat de game bij vlagen oneerlijk aanvoelt. Zo krijg je in de game een penalty zodra je buiten de baan komt of buiten de baan iemand inhaalt. Waar je in normale autosport (of in de eerdere delen van de game) netjes eerst een waarschuwing krijgt of gevraagd wordt om je positie terug te geven, straft Project CARS 3 je meteen keihard af. Je auto wordt bijzonder hard afgeremd en alle andere auto’s achter je rijden door je heen. Pas na drie seconden kun je zelf weer gas geven.
Deze straf voelt zo verschrikkelijk oneerlijk aan. Natuurlijk, wanneer je binnendoor komt en een heel stuk van de baan afsnijdt, dan hoor je gestraft te worden. Alleen de game herkent niet wanneer je binnendoor gaat of buiten de baan komt. Zo miste ik in Silverstone de bocht waardoor ik aan de buitenkant op het gras kwam en een flink overstuurmoment moest corrigeren. Dit leverde op zichzelf al behoorlijk wat tijdverlies op waardoor ik twee posities verloor. Toen ik vervolgens weer de baan op kwam, strafte de game me direct nog een keer door drie seconden lang al het tempo uit mijn voertuig te halen. Een kansloze laatste positie was het gevolg.
Toch de carrièreladder op
Dit soort dingen kunnen voor veel frustraties zorgen. Zeker wanneer je de vernieuwde carrièremode speelt. De game heeft hier ook voor een meer arcade aanpak gekozen en laat je geen seizoen meer volgen in een bepaalde raceklasse. In tegenstelling tot het voorgaande deel heb je allerlei korte evenementen waarbij winnen niet per se het belangrijkste is. Zo heb je bijvoorbeeld races waarbij je vijf ‘clean overtakes’ moet halen binnen een minuut, een topsnelheid van 250 km/u moet halen en moet zorgen dat je altijd in de top tien rijdt. Als je dan door zo’n tijdstraf ineens iedereen om de oren krijgt, voel je de frustratie al borrelen.
Naast races zitten er ook drie andere evenementen in de carrière. Zo heb je Hot Lap, Pace Setter en Break Out, waarbij in mijn ogen Hot Lap en Pace Setter de leukste zijn. In Hot Lap moet je de snelste tijd op de baan verbreken. Kom je daarbij iets buiten je baan, dan is je rondetijd fout en kun je opnieuw beginnen. Je kunt deze mode eigenlijk het best beschouwen als een kwalificatierun. Daarbij zijn track limits namelijk ook altijd funest. In Pace Setter doe je eigenlijk hetzelfde maar dan over drie rondes. Na drie rondes wordt de gemiddelde tijd uitgerekend en deze moet ook boven de vooraf vastgestelde rondetijd liggen wil je het onderdeel halen.
Je auto maximaal doorontwikkelen
Haal je genoeg doelstellingen uit alle evenementen? Dan speel je langzaam maar zeker de raceklasses boven je vrij. Op zich maak je nog wel redelijk snel progressie naar de bovenliggende klasses, alleen kun je er dan nog niet direct in racen. Je verdient zo verschrikkelijk weinig geld dat je echt veel moet racen wil je eindelijk die auto kunnen kopen voor de volgende raceklasse. Dit komt doordat je enkel geld verdient wanneer je een level omhoog gaat. Soms heb je meerdere races nodig om een level omhoog te gaan en het voelt dan vrij oneerlijk dat je geen geld verdient met het winnen van races.
Een andere manier om een auto voor een hogere raceklasse te krijgen, is door je auto te upgraden. Je kunt nu je eerst gekochte auto helemaal upgraden naar de allerhoogste klasse. Stel dat de eerste auto die je kiest ook echt je favoriete auto is, dan kun je deze helemaal doorontwikkelen en kan die meedoen in de hoogste raceklasse die er is. In mijn geval was mijn eerste auto in de game een vijfdeurs Honda Civic. Laten we eerlijk zijn, hoe debiel ziet het eruit als je met je vijfdeurs Honda Civic tussen de GT1 en LMP1 auto’s rijdt? Zelfs de grootste arcaderacers hebben niet zulke gekke contradicties in het deelnemersveld.
Project CARS 3 heeft het weergeven van de ideale racelijn opnieuw vormgegeven en ik heb nog nooit zo’n goede benadering daarvan gezien in een racegame
Wispelturige tegenstanders
Het deelnemersveld in de game is overigens bijzonder te noemen. Het lijkt erop dat de AI heel anders met de auto’s omgaat dan de speler. Het grootste pijnpunt daarbij is dat het lijkt alsof de AI niet hoeft te schakelen. Wanneer je in een raceauto opschakelt naar een hogere versnelling zakt het toerental van de auto waardoor je altijd even een fractie van een seconde wat tijd verliest voordat de auto de topsnelheid verder op kan voeren. Je tegenstander heeft daar alleen geen last van en blijft maar versnellen.
Buiten dat om is er absoluut geen touw aan de AI vast te knopen. Op het ene circuit rijd je ze binnen drie rondes al op twintig seconde, terwijl ze op het andere circuit zelfs op easy bij je wegrijden. Vooral in de regen lijkt de AI van een andere planeet te komen. Hoeveel water er ook op de baan ligt of door hoeveel plassen ze ook heen rijden, ze weten altijd de maximale grip te vinden. De AI past de racelijn in de regen dan ook totaal niet aan, terwijl je dit zelf wel moet doen om aquaplaning te voorkomen. De AI heeft hier totaal geen last van.
Tijdens het racen zorgt dit er ook voor dat je snel veel plekken verliest. Dit heeft ermee te maken dat de game zich heel erg focust op ‘close racing’. Het maakt niet uit waar je rijdt, de eerste AI auto en de laatste zullen nooit verder dan twintig seconden uit elkaar rijden. Het zorgt ervoor dat de AI in een flinke trein rijdt en dat het pittig is om goede inhaalacties te maken. Hier heb ik een enorm dubbel gevoel bij. Aan de ene kant blijft een race hierdoor wat spannender en worden fouten direct hard afgestraft. Aan de andere kant doet dit weer zo’n afbreuk aan Project CARS omdat het niet realistisch is.
Mag dit in elke racegame?
Tot nu toe is het nog geen hosanna voor Project CARS 3. Toch is er een punt waarin de game echt uitblinkt. Project CARS 3 heeft het weergeven van de ideale racelijn opnieuw vormgegeven en ik heb nog nooit zo’n goede benadering daarvan gezien in een racegame. In plaats van een lijn over het asfalt of in de bochten zie je nu een stip staan met een indicatie waar je moet remmen, een stip waar je de apex (de binnenkant van een bocht) moet raken en een stip waar de exit van een bocht is. Op deze manier leer je het circuit snel een stuk beter kijken. Je focust namelijk zelf op het volgen van een natuurlijke lijn met de stippen als richtpunt in plaats van dat je gewoon over de ideale lijn probeert te rijden.
Het idee hierachter is goed en zorgt er ook echt voor dat je de auto makkelijker over de baan manouvreert. Wel moet ik daarbij opmerken dat het rijgedrag ten opzichte van de voorgaande delen ook is gewijzigd. De game schroeft ook hier het realisme terug. Zelfs als je geen ervaring met racegames hebt, kun je gemakkelijk met alle assists uit rijden. Bekijk je de game als arcaderacer, dan is hier natuurlijk helemaal niks mis mee. Het is alleen zo’n gek gevoel als je daarna ziet dat je Project CARS 3 aan het spelen bent. Het klopt gewoon niet helemaal.
Daarbij moet ook opgemerkt worden dat de auto’s best gek zijn afgesteld. Zo zul je zonder assists vooral merken dat veel auto’s afgesteld zijn op veel overstuur. Op zich geef ik zelf ook altijd de voorkeur aan een afstelling met meer overstuur in plaats van onderstuur, maar bij veel auto’s is het echt net te veel van het goede. Doordat er geen vrije trainingen voorafgaand aan een evenement zijn, kun je ook niet gaan experimenteren met de set-up van je auto. Als je dat toch wilt doen, moet je er helaas voor in de buidel tasten. Wil je de set-up veranderen dan moet je daar een speciaal slot voor kopen met het geld dat je in game verdient. Het is niet duur, maar het is raar om te betalen als ik de afstelling van mijn achtervleugel iets wil wijzigen.
Online vermaak wanneer je alleen rijdt
Racen tegen de AI is lang niet altijd het leukste om te doen. Gelukkig biedt de game ook nog de mogelijkheid om online tegen andere mensen te racen. Je kunt een quick race doen waarbij je gewoon ergens op de grid wordt geplaatst. Dit soort dingen voelen online altijd een beetje oneerlijk. Verder is er elke twintig minuten een vastgesteld evenement. De game kiest een baan en een wagen en geeft aan dat de race bijvoorbeeld om 19:00 uur start. Tot 18:59 uur kun je jezelf dan kwalificeren voor de race en je wordt dan met mensen die ongeveer dezelfde tijd hebben gereden in een lobby geplaatst om stipt 19:00 uur.
Doordat je hier wel kunt kwalificeren en met spelers in een lobby zit die ongeveer hetzelfde presteren, zou je op papier een leuke wedstrijd in het vooruitzicht hebben. Helaas heeft ook Project CARS 3 te maken met irritante gamers die het vooral leuk vinden om jou van de baan te duwen. Daar kan de game op zich niks aan doen, maar het is wel vervelend dat je zelf ook strafpunten op je racelicentie krijgt als iemand hem bij jou in de zijkant boort. Hierdoor verbeter je de racelicentie ook niet en blijf je met dit soort mensen in een lobby.
Wanneer je toch online wilt racen, maar niet direct tegen andere mensen wilt strijden, dan is er een Rivals-mode. Deze mode bestaat uit een dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse uitdaging waarbij je een zo snel mogelijke tijd neer moet zetten op een circuit. Je krijgt hierbij telkens drie ghosts te zien van andere spelers die net iets sneller zijn dan jij. Dit onderdeel is goed doorontwikkeld en geeft telkens drie ghosts weer die echt goed bij je tot dan toe snelste tijd passen. Je zult nooit een ghost tegenkomen die seconden sneller is, maar altijd eentje waar je op kunt focussen om zelf sneller te worden.
Hoe leuk dit ook is, deze modus weet de game helaas niet te redden. Project CARS 3 heeft een andere richting op willen gaan, maar de afslag daarin duidelijk gemist. Alles wat ze daarbij in de eerste twee delen hebben opgebouwd is verloren gegaan. Alle vormen van realisme zijn verdwenen in de game en vervangen door een arcade-achtige variant. Wie een goede arcaderacer zoekt, vindt meer plezier in een Forza Horizon of een Need for Speed-game. De enige spelers die ik de game kan aanraden zijn trophy hunters, want een platinum trofee is makkelijk te halen in Project CARS 3.
{!{wpv-view name=’review-blok’}!}
Geschreven door:
[wpv-noautop]
{!{wpv-view name=’auteurs-onderaan-post’}!}
[/wpv-noautop]