Mag dat in Baghdad?
Assassin’s Creed Mirage onderzoekt zijn roots
Beeld:
Beetje nieuw, beetje oud, beetje beter
Oh, Assassin’s Creed. Zoals wel vaker in de industrie, veranderde de populaire franchise in een melkkoe voor zijn uitgever. Na jaarlijkse uitgaven waar bugs de overhand hadden, kreeg de serie een zachte reboot met Assassin’s Creed: Origins in 2017. Maar de gewijzigde formule valt niet bij iedereen goed, waar stealth en mysterie plaats hebben moeten maken voor onder andere vikings en grote slagvelden. Nu gaat de reeks op zoek naar zijn roots, onderzoekend naar wat het ooit populair maakte. Die thesis is Assassin’s Creed Mirage geworden, maar laat soms iets te veel aan eigen interpretatie over.
Hoeveel heeft Assassin’s Creed nog te maken met de Assassijnen, was een vraag die regelmatig bij mij naar boven kwam tijdens het spelen van Valhalla, de vorige game in de serie. Daarin speelde je als een viking in het Engeland van de negende eeuw, waar een hakbijl in de borstkas de voorkeur leek te hebben aan het verborgen mes. Met een zucht en lichte teleurstelling is de game uiteindelijk in de kast verdwenen om er nooit meer uit te komen. De belofte van Ubisoft om dan ook een kortere game te maken die meer terug moest gaan naar de roots, prikkelde mij.
Bagdad in bloei
Die negende eeuw uit Valhalla blijft centraal staan in Mirage, maar dit keer reizen we af naar het Midden-Oosten: Bagdad. Gedurende de islamitische Gouden Eeuw bloeit deze stad op en vormt het een middelpunt voor alles wat er in Irak en daar omheen gebeurt. Hier leren we Basim Ibn Ishaq kennen voordat hij Eivor (uit Valhalla) ontmoet in Engeland, die op dat moment nog een nietszeggende straatdief is. Dat verandert echter allemaal nadat een inbraak in het paleis volledig uit de hand loopt.
Verslagen door zijn eigen daden, ontvlucht Basim met hulp van de Hidden Ones de stad. Onder begeleiding van zijn mentor Roshan traint Basim om volwaardig lid van de sluipmoordenaars te worden en te achterhalen wat er nu eigenlijk in het kalifaat gaande is. Daarbij wordt Basim door alles en iedereen bespeeld, vooral omdat hij zelf nogal een ja-knikker is die nauwelijks tegengas geeft en alles maar doet wat hem wordt opgedragen. Hoewel de wereld interessant is, blijft Basim zo vlak als het water in de woestijn.
Zo ontdek je een prachtige versie van Bagdad die we vandaag de dag nauwelijks herkennen. Het is een stad in bloei, waar de groene bomen en roze bloesem afsteken tegen het zand van de woestijn. Daarbij helpt het dat de spelwereld van Mirage een stuk kleiner is dan voorgaande delen, waardoor het geheel een stuk overzichtelijker en behapbaarder voelt.
Het gevoel van Bagdad wordt extra sterk gemaakt door het feit dat de game voor het eerst volledig in het Arabisch te spelen is. Hoewel ik geen woord Arabisch spreek, helpt het enorm met de immersie – het gevoel dat ik daadwerkelijk in het Bagdad van de negende eeuw zit. Maar for the love of all that’s holy: Ubisoft, geef gewoon een Native Languages optie. Dit is een heel klein ding, maar de game begint met een cutscene waarin een Engels sprekend persoon aan het woord is, maar de voice-over in het Arabisch is. Laat die voice-over dan ook gewoon in het Engels zijn en schakel over naar het Arabisch zodra Basim in beeld komt. Het kan niet heel moeilijk zijn.
Meer moord, minder rollenspel
Ubisoft liet het bij elke mogelijke kans weten: Mirage gaat terug naar de roots van de serie. Niet alleen qua setting in het Midden-Oosten, maar ook qua gameplay. Je kon zelfs een filter instellen dat er qua kleurenpalet ook uitziet als de originele game (zie de vergelijking hieronder). Dus de vraag is natuurlijk: hoeveel maakt ontwikkelaar Ubisoft Bordeaux hiervan waar? Het korte antwoord is dat het een poging doet.
Met Mirage kiest de Franse studio ervoor om minder RPG-elementen toe te voegen. Een verademing voor iemand zoals mezelf, die het hele loot-systeem uit Valhalla vooral vermoeiend vond. Ook power levels spelen een minder grote rol dankzij een verhuld rangensysteem. Je powerlevel wordt dit keer uitgedrukt in een rang van beginner tot meester, waarbij de vijf verschillende gebieden een indicatie hebben van welke rang je moet zijn. Dit vertaalt zich natuurlijk in meer kracht, waardoor zwakkere vijanden makkelijker neer gaan en jij langer de klappen kan blijven opvangen. Natuurlijk kan je nog steeds door vijanden worden overspoeld, maar de kans is wat groter dat je blijft staan wanneer je de Master-rang hebt bereikt.
Daarnaast zou de focus weer echt op stealth komen te liggen, met tal van oplossingen voor de ‘puzzels’ die de studio je voorschotelt. Meer vrijheid om zelf te kiezen hoe je jouw doelwit om het leven brengt. De eerste prikkel die daarbij naar boven komt, is de Hitman-games, maar helaas is die vrijheid in Mirage slechts een illusie – hoe toepasselijk.
Dat heeft te maken met de keuzes die de game lijkt te bieden. Wanneer je op jacht gaat naar een groot doelwit, moet je eerst informatie verzamelen. Dit doe je vaak door één of twee kleine missies te voltooien, welke je vaak in vrije volgorde kan doen. Daarna begint de jacht en krijg je tal van opties om je doel uit zijn schuilplaats te lokken. Steek iets in de brand, laat het volk een opstand beginnen, vind een geheime ingang. Maar dan ga je allemaal dezelfde tunnel in en kom je pas weer naar buiten nadat de moord heeft plaatsgevonden.
Nog steeds Assassin’s Creed
Maar ondanks de dingen die Mirage anders probeert te doen of de dingen die de game probeert te herbeleven, blijft het onmiskenbaar een Assassin’s Creed-game. Later in de game kreeg ik in korte navolging van elkaar een fetch quest waarbij ik twee keer 180 meter moest lopen om de doelen te voltooien, waarna meteen een typische “volg deze persoon, maar blijf uit het zicht”-opdracht kreeg. Ik weet dat het idee “terug naar de roots” was, maar sommige zaken mogen achterwege blijven.
Ook typische Assassin’s Creed-bugs komen weer terug naar voren. Probeer maar eens te ontsnappen aan een groep bewakers, om daarna vast te komen zitten tussen twee dames in een druk gesprek. Of een muurtje te beklimmen waarbij je twee pixels te ver naar rechts staat en dus het grapple punt compleet mist en op je snuffert gaat. Het zijn van die dingen die de eerste keer zestien jaar geleden al suf waren, maar nu ronduit vervelend aan het worden zijn. Net als de strijd tussen de Hidden Ones en The Order of the Ancients zullen we maar zeggen: sommige dingen veranderen nooit.
Conclusie
Assassin’s Creed Mirage doet een waardige poging terug te keren naar zijn roots en slaat daar met vlagen in. RPG-elementen zijn teruggeschroefd en er ligt weer een focus op stealth, maar niet alles is even effectief. De illusie van vrijheid is sterk aanwezig en na zestien jaar zijn bepaalde bugs en irritatiefactoren nog altijd niet opgepoetst. De roots zijn in Mirage duidelijk aanwezig, zowel in positieve als negatieve zin.
Pluspunten
- Bagdad staat in bloei
- Arabische stemmen helpen mee aan immersie
- RPG-systemen maken weer plaats voor stealth
Minpunten
- Basim is een enorme, nietszeggende ja-knikker
- Het blijft onmiskenbaar Assassin’s Creed, bugs en al