Terug in de tijd naar Magic: The Gathering: Ice Age (1995)
Waarom was het zo koud in Dominaria en wat waren de leukste kaarten in de sneeuw?
Magic: The Gathering (MtG) bestaat bijna dertig jaar. Tijd om terug te blikken op de rijke geschiedenis van de moeder aller Collectible Card Games. In deze periodieke rubriek zal ik de leukste kaarten uit een aantal illustere sets en expansies bespreken. Vandaag staat Ice Age uit 1995 in de spotlight. Stap op het magische tapijt en reis met me mee.
Wist je dat het oorspronkelijk de bedoeling was dat Magic: The Gathering niet altijd “The Gathering” zou blijven heten, maar dat er bij elke grote verandering in de lore een nieuwe naam achter de dubbele punt zou komen te staan? De eerste standalone-set zou dan Magic: Ice Age worden, maar dit is om juridische redenen (het woord “magic” alleen valt lastig te trademarken) en voor de herkenbaarheid van de naam niet doorgegaan. Het werd dus: Magic: The Gathering: Ice Age.
Ice Age heeft als standalone 363 kaarten plus twintig ‘nieuwe’ basic lands. De Ice Age-set bevat reprints van ‘essentiële’ kaarten zoals Disenchant, Dark Ritual en Swords to Plowshares, en enkele functionele reprints zoals Fyndhorn Elves in plaats van Llanowar Elves. Leuk, ineens kon je acht mana-elfjes in je deck proppen. Verder was Ice Age een mixed bag, van absolute bagger zoals Arnjotl’s Ascent tot kaarten die de tand des tijds goed bleken te weerstaan zoals Brainstorm.
Ice Age lore
De ijstijd op Dominaria was een gevolg van de strijd tussen de broeders Urza en Mishra (verteld in Antiquities). Na zesendertig jaar oorlog activeerde Urza het massavernietigingswapen de Gorgothian Sylax, die een schokgolf van energie over het continent Tertiare zond en beide broers doodde (Urza reïncarneerde als planeswalker). Na de explosie werden de winters steeds kouder. Een donkere periode (The Dark) brak aan, waarin de bewoners van heel Dominaria zich in godsdienstwaanzin stortten en het einde van de wereld werd voorspeld. Niet veel later waren alle continenten in sneeuw en ijs gewikkeld. De ijstijd duurde bijna drie millennia, maar de belangrijkste gebeurtenissen op Tertiare speelden zich af in de laatste eeuwen van dat tijdperk.
Het verhaal dat door de flavor text op de kaarten van Ice Age wordt verteld draait om de opkomende beschavingen, met name Kjeldor en Balduvia, die in conflict komen met elkaar. Mensen, elven, orcs en goblins strijden voor hun deel van Tertiare, maar ook een dood gewaande kracht keert terug op de ijsvelden: Lim-Dûl. Ooit een man van Kjeldor, nu een machtige tovenaar. Zullen de Balduvians, Kjeldorians, Fyndhorn elfen en andere stammen zich verenigen tegen de necromancer en zijn leger van ondoden? They shall kill those who once they loved.
Goede herinneringen
Ik ben in 1995 begonnen met magiccen. Ik had bij een stripboekenwinkel een starterdeck Fourth Edition gekocht en samen met een vriend speelden we met dat ene deck: hij met drie kleuren en ik met de twee andere kleuren plus artifacts. De coolste kaart vonden we Personal Incarnation, een heuse 6/6 Avatar!
Toen die mooie Ice Age-starterdecks en -boosters in de winkel verschenen, heb ik eerst even gevraagd of dat wel samenging met mijn eerste deck en dat bleek te kunnen. Mijn verzamelwoede was geboren. Ik denk nog steeds met veel plezier terug aan Ice Age, omdat het de eerste expansie was waarvan ik de release min of meer bewust heb meegemaakt. Dit zijn mijn vijf favoriete kaarten:
5. Fyndhorn Brownie
Een brownie is zo’n lekker cakeje, maar ook een ondeugend wezentje. Hij gooit sneeuwballen en dat maakt hem een van de leukste ventjes uit de ijstijd van Dominaria, want die sneeuw ligt er natuurlijk niet voor niets. Er zijn maar twee soorten brownies bekend in MtG; hun creature type is ouphe. De brownies maken de bossen van Shelkin en Fyndhorn onveilig, maar ze zijn vrijwel ongevaarlijk voor je tegenstander in het spel. Nou ja, je kunt er in twintig beurten mee winnen. En dat voor een casting cost van drie mana. Oef!
4. Necropotence
Eigenlijk een saaie kaart, maar Necropotence was zo dominant in het Ice Age-tijdperk dat ik hem toch in het lijstje zet. De zomer van 1996 werd de Black Summer genoemd omdat Necropotence (en anti-Necropotence) decks de MtG-toernooien domineerden. In casual play zagen we de kaart een stuk minder, omdat Necropotence an sich niet zo veel leuks doet: het laat je alleen een bizarre hoeveelheid andere kaarten trekken die wel wat leuks doen. Black Knight, Hypnotic Specter en Hymn to Tourach waren populaire keuzes om de ‘macht van de dood’ te vergezellen.
3. Polar Kraken
Zie je die schattige ijsbeertjes? Die geven aan hoe reusachtig de kraken is. Dit effect werd later herhaald met Big Furry Monster (99/99), die op zijn beurt een kraken als oorbel draagt. Ten tijde van Ice Age was Polar Kraken het machtigste en taaiste beest in MtG. Amper te hardcasten uit je hand, maar wel leuk in een reanimator deck. En cumulatieve upkeep? Ha, wij lachten toen om cumulatieve upkeep. Twee beurten zonder summoning sickness in het spel kost je maar drie landjes en is genoeg om je tegenstander op nul te krijgen. De grote kraakvis mag hem kraken!
2. Zuran Orb
Zuran Orb was de ideale zestigste kaart in elk deck. Het artifact heeft een casting cost van nul en het zet je overbodige landjes om in leven. Als je een Armageddon of Jokulhaups speelt en toch alle landen vernietigt, kun je er net zo goed wat voor terug krijgen toch? Zuran Orb werd op een gegeven moment gebanned in Ice Age block en Standard. De potjes in die formats waren toen al traag en met een Zuran Orb aan elke kant van de tafel duurde het allemaal wel erg lang.
Bij latere expansies bleek Zuran Orb lekker te comboën met kaarten als Second Sunrise en Crucible of Worlds. En artifacts met een casting cost van nul doen het natuurlijk ook altijd leuk met Tolarian Academy.
1. Orcish Librarian
Veel creatures uit de beginjaren van MtG waren behoorlijk zwak ten opzichte van hun casting cost (I’m looking at you, Fyndhorn Brownie), maar Orcish Librarian is zelfs naar hedendaagse maatstaven aan de goedkope kant om te casten. Als je hem in je openingshand hebt, kun je vanaf de tweede beurt zeer nauwkeurig bepalen wat je volgende draw wordt. Hoewel dit stacken van je deck later exclusief aan blauwe kaarten werd gekoppeld, kwam de bibliothecaris in rode weenie en burn decks zeer goed van pas. Als je een landje of vier in het spel hebt, wil je alleen nog maar spells trekken – meer land-kaarten zijn overbodig en worden door de Librarian vakkundig opgegeten.
Eervolle vermelding: Updraft
In Ice Age verschenen de eerste MtG-cantripkaarten. Deze onofficiële term was door spelers overgenomen uit Dungeons & Dragons en er worden kaarten mee bedoeld die je, naast een ander effect, ook een kaart laten trekken – een cantrip vervangt zichzelf als het ware.
De eerste serie cantrips in Ice Age (en de daaropvolgende expansie Alliances) lieten je een kaart trekken aan het begin van de volgende upkeep, omdat men bij Wizards of the Coast bang was dat een onmiddellijke card draw te sterk zou zijn – ze werden daarom ook wel slowtrips genoemd. De eervolle vermelding gaat naar de slowtrip Updraft, omdat er lekker random een tijger op staat.
Oneervolle vermelding: Wrath of Marit Lage
Color hosers zijn kaarten die een specifieke kleur targetten… en ze zijn stom. Gelukkig kregen ze dat bij Wizards of the Coast op een gegeven moment ook door. Tegenwoordig worden eigenlijk alleen nog maar single-target color hosers of creatures met protection of landwalk geprint. Ten tijde van Ice Age was dit besef er nog niet en verschenen er veel kaarten die in hun eentje een andere kleur volledig lamlegden. Global color hosers zoals Wrath of Marit Lage, Drought en Stench of Evil hebben amper counterplay of interactie met andere kaarten. Ze zijn niet leuk in toernooien en al helemaal niet in casual play. Thumbs down!