World of Warcraft: Legion
In de nieuwe uitbreiding van World of Warcraft is Azeroth wederom het doelwit van Sargeras en zijn Burning Legion. Hij heeft met hulp van Gul’dan de grootste demonen-invasie in de geschiedenis van Warcraft opgezet. Blizzard windt er geen doekjes om: alles staat op het spel in Legion. Klinkt allemaal erg spannend, maar de grote vraag is natuurlijk: is deze uitbreiding net zo goed uitgewerkt als Blizzard ons van tevoren heeft beloofd?
Zonder verder al te veel te verklappen over het plot, is het na de eerste 5 minuten duidelijk dat Blizzard grote veranderingen in het verhaal niet uit de weg gaat. Macht verschuift, helden waar we al meer dan twaalf jaar mee te maken hebben laten het leven en er is overal dood en verderf: het is menens dit keer.
Het verhaal grijpt je direct bij de lurven en dat geldt voor zowel de Horde als Alliance. De twee kanten kennen niet zo zeer een eigen verhaal, maar een eigen versie van hetzelfde verhaal. Het loont dan ook om beide kanten van het verhaal te bekijken. Het brengt bijna pijnlijk in beeld dat in het conflict tussen de Horde en Alliance de waarheid de grootste verliezer is. Het geeft een diepere betekenis aan het conflict dat ondanks alle gezamenlijke vijanden sinds WoW uitkwam in 2004 nog steeds voortduurt.
Class Halls
Zowel de Horde als Alliance vergeten gelukkig niet dat ze het grootste demonenleger ooit moeten verslaan en dat doe je niet door allemaal in je eigen kasteel te blijven zitten zoals in de vorige uitbreiding Warlords of Draenor. Spelers moeten zich verenigen en in Legion is ervoor gekozen om spelers per class een eigen basis te geven. Vanuit deze Class Halls krijgen spelers quests en sturen ze hun followers op missies.
De Class Halls zijn bijzondere historische locaties: Death Knights hebben hun vliegende fort Archerus, Druids verzamelen zich diep in de bossen van Val’Sharah, Paladins staan dicht bij het licht in Light’s Hall Chapel en de Rogues hebben zich ook ergens verzamelt, maar niemand weet precies waar. Prominente npc’s van de verschillende klassen hangen ook rond in deze uitvalbases, zij geven je als vanouds de quests waarmee de wereld gered moet worden. Hoewel de meeste locaties van Class Halls erg tof zijn, voelt het toch een beetje aan als afgeslankte garrisons. Wel prettig is dat je er met andere spelers van je klasse rondhangt en daardoor voelt WoW weer meer aan als een MMO.
Artifact
Nog voordat je een fort, bos of kapel toegewezen krijgt, is het zaak dat je een artifact bemachtigt. Een episch wapen, schild of ander reliek geeft je personage vanaf het begin van de expansion een enorme upgrade. Daarnaast is dit een uniek wapen dat meer betekenis aan je klasse geeft: een zwaard gesmeed uit fragmenten van Shadowmourne, een staf van de eerste Guardian en de Lightbringer geven je een enorme verantwoordelijkheid en het voelt ontzettend bad ass. Overigens is het feit dat je artifact uniek is natuurlijk relatief, aangezien elke andere speler met dezelfde klasse en specialisatie met hetzelfde reliek rondsjouwt.
Het wapen houd je de hele uitbreiding bij je en kun je gaandeweg krachtiger maken. Met een speciale perk tree kun je kiezen welke vaardigheden je van je klasse verder wilt uitbouwen en in sommige gevallen kun je ook hele nieuwe spells krijgen. Nu is dit een toffe manier om je personage naar je hand te zetten, ware het niet dat sommige spells die je er zogenaamd bij krijgt via je artifact voor de expansion uitkwam verwijdert zijn uit je normale spells. Het geldt niet voor elke klasse, maar het is frustrerend als je hard moet werken om een vaardigheid te bemachtigen die je eerst gewoon had.
Dat wil niet zeggen dat artifacts een slechte toevoeging zijn. Het zorgt ervoor dat je op een nieuwe manier je personage kunt uitbouwen en dat gaat ook na het behalen van het maximale level van 110 nog door. Ook kun je door middel van speciale quests, achievements, dungeons en raids specifieke looks voor je artifact verzamelen. Op deze manier kun je de Lightbringer toch een beetje personaliseren. Mocht je dat toch niet speciaal genoeg vinden, zijn alle artefacten ook gewoon te transmogrifien zoals alle andere wapens en armor.
Wardrobe
World of Warcraft-spelers zijn grotere verzamelaars dan de mensen die in RTL-programma’s van een bn’er leren opruimen en daarom zijn in de vorige uitbreiding verschillende zaken ondergebracht in collections. Mounts, toys en pets nemen niet langer ruimte in je tassen in beslag, maar zijn te vinden in een overzichtelijke catalogus.
In Legion zijn zwaarden, schilden, broeken, hoedjes en alle andere zaken die je om de schouders van je personage kunt hangen ondergebracht in een centrale kleerkast. De wardrobe brengt alle kledingstukken netjes onder in categorieën en je kunt ook zien welke items je nog niet hebt verzameld. Het maakt nieuwe outfits maken een stuk makkelijker en je kunt je tassen en bankopslag weer gebruiken voor écht belangrijk zaken als gevangen vis en Stormwind Brie.
Demon Hunters
Blizzard is er niet van overtuigd dat de Legion door de huidige klasse alleen verslagen kan worden en stuurt daarom versterking in de vorm van een nieuwe hero class: Demon Hunter. Deze elven zijn opgeleid tot illidari door de grote leider Illidan zelf en beschikken over de unieke vaardigheden om demonen te ontmaskeren. Daarnaast kunnen ze extra hoog springen door twee keer op de spatiebalk te tikken, wat niet per se dodelijk, maar wel erg leuk is.
Demon Hunters beginnen op level 98 in de Black Temple op het moment dat de spelers van de uitbreiding The Burning Crusade zich een weg naar boven vechten om Illidan te verslaan. Zonder verder in te gaan op het verhaal dat volgt, sluit de questline van de Demon Hunters naadloos aan op de gebeurtenissen tussen TBC en Legion en is de geschiedenis achter de Demon Hunters meteen duidelijk. Mocht je overigens meer willen weten van de lore achter deze halfdemonen, is het Warcraft-boek Illidan een aandrader.
Demon Hunters hebben niet de gebruikelijke drie, maar twee specialisaties. Vengeance is een tanking specialisate waarbij de Demon Hunter de andere spelers ontziet en klappen opvangt. Daarbij is een speciale hulkmodus heel erg tof. De andere specialisatie heet Havoc en kan in zeer korte tijd enorm veel schade toebrengen aan vijanden. Havoc is een soort kruising tussen een dualwielding warrior en rogue.
Het unieke verhaal, double jump en twee goed uitgewerkte specialisaties maken Demon Hunters erg prettig om mee te spelen. De klasse is dan ook zeer populair en er lopen al heel wat mini-Illidans rond in Azeroth.
The Broken Isles
Waar in Wrath of the Lich King een klein koud continent verscheen en in Pandaria een landmassa uit de mist opdook, is in Legion een eilandengroep herontdekt. Het oude land herbergt oude vergeten beschavingen, lang vergeten druïdes en slapende draken. Oja, en laten we al die demonen en het graf van Sargeras niet vergeten.
In Warlords of Draenor teleporteerde tovenaar Kadghar nog hele legers naar een andere tijdsdimensie; in Legion verplaatst hij tot twee keer toe de zwevende stad Dalaran en deze hangt nu boven The Broken Isles.
Vanuit je Class Hall kies je uit vier zones om je strijd tegen het demonenlegioen te beginnen. Het is dus niet meer zo dat zones levelgebonden zijn, want vijanden en quests schalen met je personages level mee. Dit doet enerzijds af aan het idee van levelen om verder te komen in de wereld van Warcraft, maar het geeft je wel alle vrijheid in hoe je deze uitbreiding doorloopt. Toch voelt het levelen van 100 naar 110 nu enigszins zinloos en was wat mij betreft het levelen van alleen je artifact genoeg geweest.
Dat de zones er fenomenaal uitzien maakt het kiezen tussen de gebieden overigens niet makkelijk. Ik wilde beginnen in Aszuna, maar volgens Malfurion is Val’Sharah het dichtste dat je bij de Emerald Dream in de buurt kunt komen, dus ik besloot daar als eerste een kijkje te nemen.
Opper druïde Malfurion loog niet, maar de prachtige omgeving was een schril contrast met de donkere wending die het verhaal in de wouden van Val’Sharah neemt. Ik heb nog nooit een vijand zo gehaat als in Legion en dat geeft je een ongekende motivatie om verder te spelen en het demonenlegioen te verdrijven.
De afwisseling tussen de zones is groot; niet alleen qua landschap, maar ook de inheemse volkeren zijn stuk voor stuk uniek en in sommige gevallen originele alternatieven op bestaande rassen. Waarom Blizzard er bijvoorbeeld nu pas aan heeft gedacht om een Taurenstam te maken met geweien in plaats van hoorns, is mij een raadsel. Het maakt het verkennen van The Broken Isles in ieder geval één grote ontdekkingstocht.
Grafische status quo
World of Warcraft kwam uit in 2004 en hoewel er hier en daar zeker wat nieuwe textures zijn aangebracht en wat models zijn herzien, draait de game twaalf jaar later nog steeds in dezelfde engine. Grafische upgrades zijn daardoor maar zeer beperkt mogelijk en toch weet Blizzard ook in Legion de grenzen op te zoeken van wat er mogelijk is in hun bijna bejaarde game.
Wanneer je de eerste pijlen afschiet of je zwaard in een demonenhart steekt, zie je meteen dat de gevechtsanimaties compleet op de schop zijn gegaan. Je ridder, magiër of jager danst, draait en slingert met bijna overdreven bewegingen in het rond om korte metten te maken met wat er vóór hem of haar staat. De aanvallen zelf zijn niet wezenlijk anders, maar wanneer je warrior met een slag van 360 graden zijn zwaard in een murloc plempt, voelt het hele gevecht een stuk intenser aan.
Verder zit het grafische schouwspel vooral in details. Neem de Taurenkampementen in High Mountain: het is met zoveel detail uitgewerkt dat het lijkt alsof de makers willen laten zien dat Thunderbluff er zo had uitgezien als de Tauren hoofdstad in 2016 was gemaakt. Ook Suramar – de zone die je als laatste aandoet – is een feest aan urbane pracht en praal.
Er is leven na de level cap
De grootste kritiek op Warlords of Draenor was het gebrek aan content, nadat je de zones had uitgespeeld en level 100 was. De reis van 100 naar 110 duurt een stuk langer dan het levelproces van 90 naar 100. Uiteraard was er een malloot die het in iets meer dan 5 uur klaarspeelde, maar normale personen zijn er minstens 25 uur aan kwijt en 35 uur is ook geen uitzondering.
Verder zijn er World Quests geïntroduceerd waar spelers veel goud en items mee kunnen verdienen. Vooralsnog zit er genoeg variatie in om niet te hoeven klagen en kunnen we stellen dat World Quests een goede toevoeging zijn aan de end-game van WoW. Daarnaast is er nog rustig 20 uur extra gameplay als je level 110 hebt bereikt door alle quests uit elke zone uit te spelen.
Er zijn nog geen raids beschikbaar, slechts een aantal dungeons die dan wel weer op drie niveau’s uit te spelen zijn: normal, heroic en mythic. Aangezien normal al een uitdaging is voor de meeste spelers, zijn de meeste guilds nog wel een paar weken zoet met mythic en dan kunnen we de eerste raids al verwachten.
Of er uiteindelijk genoeg content is om de fanatieke WoW-spelers de komende tijd tevreden te stellen, blijft een onbeantwoorde vraag, maar we kunnen in ieder geval stellen dat er minstens twee keer zoveel content in Legion zit dan in de vorige uitbreiding bij launch.