Star Wars Battlefront – In a Koelnmesse far, far away
Als je mensen momenteel aanspreekt met de vraag welke titel dit najaar bovenaan het verlanglijstje staat, zal je regelmatig Call of Duty of FIFA horen. Stel je die vraag echter nog een keer, maar dan aan mensen ouder dan veertien, dan zal je regelmatig Star Wars Battlefront horen. Niet vreemd met de hype van de film, het feit dat DICE aan de game werkt en goede Star Wars-games niet jaarlijks uit de lucht komen vallen. Reden genoeg dus om met de game aan de slag te gaan.
Star Wars Battlefront had in Keulen een vrij luxe positie: de game was niet op één, maar op twee locaties te spelen. Ieder met een verschillende modus. Ieder met wachtrijen die uren duurden. Ik had dan ook het voorrecht om de game achter gesloten deuren te spelen, waarbij ik aan de slag mocht met dezelfde modi als die op de beurs te spelen waren: Missions en Fighter Squadron.
Missions is een modus die we ook al tijdens de E3 zagen. Met twee spelers ga je aan de slag tegen verschillende waves aan vijanden met maar één doel: overleven. Wave na wave krijg je, in dit geval in split-screen modus, Storm Troopers, Shock Troopers, AT-ST’s en meer te verwerken. Het probleem is echter, in tegenstelling tot wat de films je laten geloven, dat ze best recht kunnen schieten.
In Missions is het dan, net als in de rest van de game, van groot belang dat je gebruikmaakt van de verschillende skills en wapens die je hebt. Standaard kan je gebruik maken van dingen als granaatwerpers, schilden en jetpacks. Daarbij hoef je niet bang te zijn om af en toe eens een kogel te missen. Je standaard skills en wapens zijn namelijk nagenoeg oneindig. Wapens kunnen oververhit raken waardoor je Gears of War-achtige ‘active reloads’ moet doen, terwijl skills cooldown timers hebben. Weet je echter voortgang te maken, dan zal je ook item-drops krijgen in de vormen als Orbital Strikes en schildbubbels die op één plek blijven als tijdelijke schuilplaats. In tegenstelling tot je standaard wapens zijn deze items wel beperkt, dus enige tactiek en communicatie zijn vereist.
Het was echter vooral Fighter Squadron die de aandacht wist te trekken. In een sessie van tien tegen tien mochten we in virtuele TIE Fighters en X-Wings kruipen voor overmacht in het luchtruim. Daarbij werd ieder team versterkt door tien computergestuurde piloten. Volgens de heren van DICE is dit om ook de minder gevorderde speler een kans te geven, maar ik heb het vermoeden dat dit om technische reden is. Toch mocht ik niet klagen, want zoals in andere vlieggames, had ik het zwaar.
Je moet namelijk weten: vlieggames zijn absoluut niet mijn sterkste punt. Meestal land ik met mijn neus op de grond voordat ik nog maar een vijand heb kunnen zien. Zo ook in Battlefront: de straaljagers hebben een unieke besturing en een beperkte field-of-view. Nu kan je natuurlijk moeiteloos switchen tussen first- en third-person perspectief om meer zicht te krijgen, maar je wilt natuurlijk de echte Star Wars-ervaring en dus kies je gewoon voor first-person. Daar wen je dus op zich best snel aan.
De besturing had ik echter pas aan het einde van de tweede ronde een beetje onder de knie. Veel te laat natuurlijk. Het eerste trucje zit hem in de linkerstick: wanneer je deze naar voor of achter duwt pas je de snelheid van je straaljager aan. Druk je hem helemaal naar voor, dan krijg je een snelheidsboost, maar ben je totaal niet precies wanneer je het vuur opent. Trek je de pook naar achter, dan neemt je snelheid af, maar ben je een stuk preciezer. Helaas ben je dan ook een uithangbord voor alle andere spelers. Je bent dus continu je snelheid aan het aanpassen, in de hoop je ritme te vinden en je vijand bij te kunnen houden.
Mocht je dat eindelijk onder controle hebben, dan moet je natuurlijk nog het vuur openen en ook dat gaat niet zonder slag of stoot. Je hebt keuze uit twee wapens op je Fighter: blasters en raketten. Je blasters delen relatief weinig schade aan, maar kunnen langer doorgaan, totdat ze oververhit zijn en af moeten koelen. Aan de andere kant heb je natuurlijk je raketten. Deze zijn ‘Fire and Forget’ wat betekent dat je ze na een succesvolle lock af kan vuren en weer verder kan vechten. Deze hebben echter een flinke cooldown-periode, waardoor je ze maar beperkt kan gebruiken.
Toch zijn ook in de luchtgevechten pick-ups die je kan verzamelen om het allemaal net wat sneller te laten gaan. Zo heb je Ammo-pick-ups waarbij je raketten direct weer bruikbaar zijn en Health-pick-ups die je fighter herstellen. Echter is het bemachtigen van deze pick-ups niet zonder risico. Ze zweven namelijk alleen laag bij de grond, waardoor het regelmatig voorkwam dat ik eindigde als een hoopje schroot. Weet je jezelf echter door de nauwe ruimtes op de grond te manoeuvreren, dan heb je voordeel te pakken. Helemaal wanneer je een Hero-pick-up hebt en het scherm plots overschakelt naar de Millenium Falcon of Bobba Fett’s Slave I en je daarmee een tijd het luchtruim onveilig mag maken. Zolang je het volhoudt in ieder geval: spelers met een Hero-fighter krijgen een gele stip, waardoor heel het veld weet dat ze er zijn.
Je kan het wel raden na het lezen van deze hands-on: het was meer vallen dan opstaan. Toch weet de game de sfeer van de oude Star Wars-films perfect over te brengen en doen ze, in mijn optiek, ook echt eer aan de serie. We weten natuurlijk nog niet hoe de grootschalige gevechten gaan spelen, maar ook hier heb ik wel vertrouwen in. Misschien dat we in de tussentijd nog de kans krijgen om de andere modi te spelen, anders lees je het later dit jaar in onze uitgebreide review. Star Wars Battlefront ligt op 20 november in de winkels voor PlayStation 4, Xbox One en pc.