Revisited – Saints Row: The Third
Saints Row: The Third was de titel waar ik het meest naar uitkeek in 2011. Hoewel de eerste twee delen heel vermakelijk waren, leken ze toch veel op GTA en naar mijn idee zou het derde deel eindelijk voor afstand zorgen tussen de series. Dit met name dankzij de trailers waarin het absurde tintje duidelijk naar voren kwam en waar ik op z’n tijd erg van kan genieten. Op het moment dat het paarse hoesje uit het kerstpapier verscheen was ik dan ook enorm enthousiast en de cd ging mijn console in om daar vervolgens een paar weken later pas weer uit te komen. De stad Steelport waar Saints Row: The Third zich afspeelt werd voor korte tijd mijn tweede thuis terwijl ik de over de top gameplay beleefde. Destijds was ik laaiend enthousiast over de game en nu, vijf jaar na dato, besloot ik hem opnieuw te spelen om te kijken of dit nog steeds zo is.
Eigenlijk vanaf het moment dat het hoofdmenu in beeld verscheen vormde mijn gezicht zich tot een glimlach die er eigenlijk de gehele tijd niet meer af ging. De eerste missie, tevens een soort tutorial, richt zich op een aantal ‘Saints’ die een enorm plastic ‘Johnny Gat-hoofd’ dragen in een poging anoniem te blijven. Dit hoofd is gebaseerd op het gelijknamige personage en belangrijk lid van de bende, die qua uiterlijk nog het meest weg heeft van Elvis Presley. Als speler neem je de rol aan van de Saints-leider en blijft, dankzij het plastic hoofd, onherkenbaar tot het einde van de missie, waarna je met de meest maffe opties (Altijd al als een zombie willen praten? Het kan nu!) jouw personage het gewenste uiterlijk kan geven. Meteen de trend inzettend van de over de top actie die de game te bieden heeft, probeer je met gebruik van een helikopter een enorme bankkluis te stelen. Terwijl de helikopter een poging doet ermee weg te vliegen hang jij aan de zijkant van de kluis in een poging om de bewakers neer te schieten. Snelle actie, op een leuke manier overdreven en gameplay die, na even wennen, nog steeds prima werkt.
Het derde deel van Saints Row biedt eveneens een open wereld waarvan het me opnieuw opviel dat het formaat daarvan precies goed lijkt te zijn. Niet zo groot dat je een kwartier bezig bent om van punt A naar punt B te reizen, maar groot genoeg om veel te bieden aan de speler. Naast de hoofdmissies zijn er genoeg sidequests en uitdagingen te doen in de stad die met name prikkelend zullen zijn voor de verzamelaars onder ons. De uitdagingen bieden diverse te behalen doelstellingen, zoals het kapotmaken van 50 Emu’s, de met 40-kilometer-per-uur-wagens vergelijkbare auto’s die overal in Steelport te vinden zijn. Ook is er een uitdaging die van je eist dat je 600 seconden streakt, ofwel naakt over straat gaat. Eigenlijk slaan de meeste uitdagingen nergens op, maar ze bieden wel een hoge mate van vermaak en geven soms leuke beloningen.
De eerdergenoemde sidequests die verspreid over de stad te vinden zijn, zijn meestal eveneens belachelijk, maar hebben daardoor ook hun charme. Er zijn verscheidene missies verspreid over de kaart, die vrij divers van aard zijn. Een van deze missies biedt je de mogelijkheid om verzekeringsfraude te plegen en, logisch als dat is, moet je hierbij zorgen dat je personage tegen auto’s, lantaarnpalen en andere dingen in de omgeving botst in een poging zoveel mogelijk schade op te lopen. Door botsingen elkaar snel op te laten volgen bouw je een combo op waardoor de score sneller oploopt. Daarnaast zijn er ook escortemissies te spelen, waarbij je een persoon van de ene plaats naar de andere moet brengen. Dit klinkt op zich vrij normaal, maar misschien helpt het om te benoemen dat één van de missies een tijger als passagier heeft die je aanvalt als je niet netjes rijdt? Wie wist dat tijgers belang hechten aan verkeersregels? Met name deze kleine missies bieden het overdreven gehalte waar de titel om bekend staat.
De bovenstaande extra opties zijn een leuke aanvulling, maar toch draait het in Saints Row: The Third met name om de hoofdmissies. Vergelijkbaar met eerdere delen in de franchise zijn deze gericht op het uitschakelen van rivaliserende bendes. Het begin van de game speelt zich enige tijd na deel 2 af en dankzij het uitschakelen van de andere bendes en het populaire energiedrankje ‘Saint’s Flow’ waarmee ze de stad hebben veroverd, hebben de Saints een hoge status verkregen in de stad. De eerste missie, met een hoofdrol voor de enorme bankkluis, faalt en de Saints worden opgepakt door ‘The Syndicate’, een bende afkomstig uit een andere stad. Flink wat gevechten, geweerschoten en een sprong uit een vliegtuig later bevinden ze zich in de stad Steelport, waar meerdere bendes over de straten heersen. Ze besluiten de stad over te nemen en de bendes om de beurt aan te pakken. Naast de bendes krijgen ze ook te maken met een speciale militaire eenheid, S.T.A.G., die eropuit is gestuurd om hen tegen te houden.
De missies die de verhaallijn met elkaar verbinden hebben vaak hetzelfde doel, maar bieden veel diversiteit in gameplay. Elke rivaliserende bende bevat een specifiek kenmerk, die je gaat gebruiken om hen uit te schakelen. Een voorbeeld hiervan: de futuristische ‘Deckers. Veel van deze missies draaien rondom computers en je zult zelfs in het computernetwerk kruipen om bepaalde dingen uit te voeren. Dit zorgt voor een maffe en technische omgeving en een aantal unieke doelen die behaald moeten worden. De diversiteit waarin de missies elkaar afwisselen, samen met een verhaal voorzien van hilarisch commentaar op zijn tijd, sterke personages en een hoog absurditeitsgehalte, zorgden ervoor dat ik het verhaal opnieuw met veel plezier heb beleefd. Het is geen verhaal dat ervoor zal zorgen dat je het kippenvel op je armen hebt staan, maar meer zorgt voor een flinke lach en een simpele maar leuke tijd terwijl je speelt.
Toch vielen me een aantal mindere punten op die me eerder, waarschijnlijk dankzij mijn enthousiasme voor de titel, niet waren opgevallen. Wanneer je jezelf door Steelport verplaatst zou je bijna denken dat de stad enkel uit gekken bestaat. Wanneer je tegen iets aanrijdt heb je meestal binnen drie seconden de politie achter je aan, maar jij bent absoluut niet de enige die zich botsend door de stad heen beweegt. De meeste inwoners lijken hun rijbewijs bij de loterij gewonnen te hebben en crashen geregeld tegen dingen, en dan met name jou, aan. Dit is op zich niet zo erg, omdat de gehele game zichzelf niet zo serieus neemt, waardoor dit er prima in thuis lijkt te horen. Wanneer het wel vervelend wordt is als je ergens mee bezig bent en iemand tegen jou aanrijdt, waardoor jij schade aanricht of met een beetje pech tegen een politiewagen rijdt. Vervolgens kun je eerst aan de slag om de politie op een dwaalspoor te brengen.
Aanvullend op de ‘gekken’-theorie, maken sommige Saints ook niet altijd verstandige keuzes. Het is mogelijk wat random bendeleden mee te nemen om je wat extra vuurkracht te bieden, maar ze worden ook nog wel eens overenthousiast en beginnen te schieten op een vijand die anders niks had gedaan. Dit leidt in sommige gevallen tot een halve oorlog, wat ook flink storend kan zijn wanneer je net met iets anders bezig bent. Maar, hoewel storend, waren dit nou geen baanbrekende punten waardoor de game opnieuw in mijn kast verdween.
Vijf jaar geleden was ik helemaal weg van Saints Row: The Third en nu ik hem vijf jaar later opnieuw gespeeld heb merk ik dat ik er nog steeds hetzelfde over denk. Saints Row: The Third is geen game die je moet spelen als je zin hebt in een serieus verhaal en daarbij aansluitende gameplay. De titel biedt met de campaign, mini-missies en uitdagingen voldoende gameplay om je een flink aantal uurtjes zoet te houden en zorgt, mits je ervan houdt, voor een enorme glimlach op je gezicht. Als je houdt van actie, een open wereld en complete over-de-top-heid binnen een game dan moet je deze titel zeker spelen, vooral als je dat tot nu toe nog niet gedaan hebt. Deze game neemt zichzelf absoluut niet te serieus, en degenen die hem spelen zouden dit ook niet moeten doen.