Pokémon Diamond
Tijdens de E3 heeft Nintendo het even gehad over Pokkén. Ik moet bekennen dat ik verre van een fan ben van een concept als Pokkén, maar dat heeft zeker niets te maken met het bronmateriaal. Als groot Pokémon-fan leek het me goed om mijn favoriete Pokémon-game maar weer eens uit het stof te trekken: Pokémon Diamond.
Ik ben niet de enige in wiens hart Pokémon een speciaal plekje heeft. Pokémon Red op de Game Boy Color was mijn allereerste aanraking met videogames ooit als vier- à vijfjarig jongetje. Hoewel de Game Boy Advance-generaties een klein beetje aan me voorbijgingen, heb ik deze later via de Nintendo DS nog wel meegekregen. Echter is het Pokémon-spel dat verreweg de grootste portie van mijn tijd wist te absorberen de Generation IV-titel Pokémon Diamond. Nu, als volwassen gamer, ben ik wel benieuwd hoe dit nou eigenlijk komt.
Even terugblikken
Bij het opstarten van het spel zie ik meteen dat mijn meest recente save er nog staat. 112 uur, ergens in de late game met een halfvolle internationale Pokédex. Met enige pijn verwijder ik deze save. Voor de beste ervaring kan ik immers beter opnieuw beginnen. Als je een nieuwe save start, word je gelijk begroet door professor Rowan, compleet met blauwe blazer en werkelijk majestueuze gezichtsbeharing. Hij begint met het standaard riedeltje over de wereld vol met Pokémon, vraagt je om je geslacht en naam en de naam van je rivaal. Vervolgens betreed je dan officieel de gamewereld en ben je plots in je slaapkamer in Twinleaf Town.
Al snel kom je je rivaal tegen. In deze game is hij een stuk minder antagonistisch en een stuk ongeremder dan in andere titels. Door de hele game heen betreedt hij meermaals een scène door vol tegen je aan te crashen. Zijn hyperactiviteit en ambitie doen me erg denken aan een goede vriend die ik zelf had, toen ik dit spel voor het eerst speelde. Dit zal ook zeker bijgedragen hebben aan de connectie die ik met de game voel.
Spannende starters
Ja, na niet al te lang spelen is het natuurlijk tijd om je starter Pokémon te kiezen. In deze game heb je de keuze tussen het schildpadje Turtwig, de pinguïn Piplup of het aapje Chimchar. Ik moet bekennen dat ik vroeger eigenlijk altijd voor Chimchar ging, maar deze keer heb ik me laten overhalen door de aandoenlijke looks van Piplup. Stiekem weet ik inmiddels ook dat Piplup’s laatste evolutie bijzonder sterk is, maar ik bevestig noch ontken of dit in mijn beslissing heeft meegespeeld.
De laatste keer 2D
Wat opvallend is aan de vierde generatie Pokémon-titels, is dat het de laatste titels zijn die de oorspronkelijke 2D pixelstijl hanteren. Tegelijkertijd zijn de meeste gebouwen wel 3D-modellen. Het bevindt zich in een soort unieke tussenpositie tussen de eerste drie generaties aan pixelfeestjes en de anime-achtige 3D-spellen die we nu van Game Freak onder onze neus krijgen. Hierom zou ik Diamond, Pearl en Platinum de laatste ‘old school’ Pokémon-titels willen noemen. Hierbuiten is Diamond een vrij normale Pokémon-game; je reist van stad naar stad, wint Gym-gevechten en baant je zo een weg naar de Elite Four. Onderweg word je het leven zuur gemaakt door een nieuwe variant van de Pokémon-stelende antagonisten: Team Galactic.
Stedelijk genieten
Een van de dingen die me nog steeds aanspreekt in Diamond, is hoe divers de omgevingen zijn. Elke stad is direct herkenbaar. Jubilife City met haar wolkenkrabbers en neonletters of Floaroma Town gevuld met kleine dansende bloemetjes; het heeft de kracht van een typische retrotitel die met beperkte resources eindeloos veel sfeer weet te wekken. Je hebt echt het idee dat je op een epische reis bent door een gigantische regio vol met interessante mensen en een divers spectrum aan Pokémon. In de modernere games komen juist de meer realistische 3D-graphics deze sfeer niet ten goede. Zo mooi als de graphics van Sun en Moon ook moge zijn, ze laten je wel zien dat de spelwereld van een Pokémon-game eigenlijk vrij klein is. Juist door een bepaalde afstand te creëren en de kracht van suggestie te gebruiken met de meer retro-graphics, weet een game als Pokémon Diamond de illusie te creëren dat Sinnoh haast enorm is. Dit in combinatie met de experimenten met 3D-modellen van gebouwen maakt dat de game voor mij de gulden middenweg weet te vinden tussen het retro-sfeertje en de moderne technologie.
Genadeloos nostalgisch
Natuurlijk is Pokémon Diamond geen perfecte game. De vierde generatie Pokémon laat aardig te wensen over en de late game content is snel saai. Voor een groot deel heeft mijn liefde voor de game dus voornamelijk te maken met nostalgie. Het is lastig om daar doorheen te breken, maar ik moet bekennen dat ik uiteindelijk niet verder dan vier badges diep ben gekomen voor dit artikel. Daarna begon de game zijn charme toch te verliezen. Ik blijf bij mijn punt over de gulden middenweg tussen mooie graphics en retro-sfeer, maar moet ook bekennen dat ik Diamond misschien niet meer de beste Pokémon-game kan noemen. Welke dat wel is? Dat zal ik moeten bewaren voor een volgend artikel!