Plants vs Zombies: Garden Warfare 2 – Groter, beter en merendeels plantaardig
Het ‘leven’ van een ondode valt niet altijd mee en gaat zeker niet over rozen. Eén: je uitzicht bestaat vaak uit een paar planken of grond. Twee: Je hebt niet eens inspraak over dat liefdevol aangelegde tuintje op je buik, laat staan dat er even overlegd is wat voor flora dat tuintje siert. Als die flora dan ook nog eens lauwtof gaat lopen doen is de maat al snel vol. Vergeet hersenen! Die planten moeten naar de bertverderrie. Punt! In Plants vs Zombies: Garden Warfare zagen we de vete al ontstaan op de console, maar van wereldvrede kunnen we nog steeds niet spreken. Tijd voor een encore in Plants vs Zombies: Garden Warfare 2.
Nee, het botert nog steeds niet bepaald tussen de hersendoden en de kasplantjes, en dat valt wederom te merken in deze nieuwe installatie in het Plants vs Zombies-universum. De meningsverschillen tussen de twee grondbewonende volkeren lijken groter dan ooit en kunnen alleen worden beslecht door nog meer van het goede, al drijft de oorlog grotendeels op hetzelfde concept voort. Dit is overigens helemaal geen slecht iets, gezien Plants vs Zombies: Garden Warfare al uiterst vermakelijke taferelen wist voor te schotelen. Aan de basis van de game is dan ook weinig tot niet getornd, aan de inhoud daarentegen wel. Gelukkig…
Plants vs Zombies: Garden Warfare 2 voelt namelijk aan als een completere versie van deel 1, waar het hem misschien zo nu en dan in afwisseling ontbrak. Garden Warfare 2 daarentegen probeert het simpele concept van een teambased shooter naar meerdere modi te trekken, en met succes mag ik zeggen. De game weet namelijk ook de mensen die zo nu en dan eens eventjes solo willen spelen een behoorlijke tijd te vermaken met modi als Garden/Graveyard Ops, een wave-based modus die je zowel solo als co-op kan spelen, maar ook met een lollige singleplayer campaign die je een behoorlijk aantal klusjes laat opknappen voor je leidinggevende. Zo kun je lekker op je eigen tempo door Zomburbia ronddolen en de nodige ervaring opdoen en centen vergaren om wat upgrades voor je favo zombie of plant binnen te hengelen.
De upgrades zijn, om het maar even te vermelden, zo goed als onveranderd gebleven en worden op een soort boosterpack-achtige manier aan je verstrekt. In plaats van items koop je stickerpacks, waarvan je van tevoren niet weet wat deze bevatten. In de omschrijving staat wel wat je ongeveer kunt verwachten, maar helemaal zeker weten wat je koopt zit er niet in, iets wat je zeker gemotiveerd houdt om te blijven spelen tot je de upgrades hebt gespaard die je echt wil. Tussen al deze upgrades zitten ook consumables die je eenmalig kunt inzetten tijdens een match en je tijdelijk een perk geven, maar ook dit is dus niet oneindig, waardoor je wat moet nadenken over het inzetten ervan. Dit houdt het voor alle partijen wel zo eerlijk, maar ook onvoorspelbaar.
Door deze vorm van upgraden te implementeren weet Plants vs Zombies: Garden Warfare 2 zich duidelijk te distantiëren van de ‘grote’ shooters, iets wat duidelijk de insteek van PopCap is geweest. PopCap laat duidelijk merken dat het met de game absoluut geen CoD-killer wil vormen, noch de intentie heeft om er ook maar enigszins op te willen lijken. Plants vs Zombies: Garden Warfare 2 probeert de spelers ervan op de lange termijn te belonen op manieren die voor andere shooters simpelweg niet werken. Je plant prestigen gaat niet gebeuren, je zombie van infinite sprint voorzien ook niet (zou wel grappig zijn). Perks, voor zover je ze hebt, zijn van tijdelijke aard, waardoor duidelijk wordt dat Plants vs Zombies: Garden Warfare 2 niet ontwikkeld is om hele avonden te vullen, maar slechts een uurtje per dag, maximaal twee.
Nu is singleplayer is allemaal leuk en aardig, maar uiteindelijk zul je je toch het merendeel van de tijd in de multiplayer begeven. Zoals het iedere multiplayer shooter betaamt, beschikt ook Plants vs Zombies: Garden Warfare 2 over de standaard multiplayermodi, al varen ze wel onder een andere naam. Het joinen van deze modi gaat overigens vrijwel altijd van een leien dakje, wat op z’n minst prettig te noemen is. Voor je het weet zit je in een pot en kun je aan de slag, zonder daarbij echt te moeten wachten. Ook respawning gaat lekker vlot. Met een druk op de knop sta je weer terug op het veld, tenzij je van character wil wisselen (wat tussen respawns door ook kan). Hierdoor kun je lekker aan het knallen blijven, al merk je soms dat respawnpunten wel erg op safe zijn gekozen en vaak ver buiten de actie vallen.
Buiten de soepel lopende gameplay om heeft Garden Warfare 2 nog een grote troef achter de hand (of blad), namelijk een overdosis flauwe humor die je met een peper- of zoutmolen van anderhalve meter nog niet weg krijgt. Nu is dat uiteraard ook niet nieuw, maar de woordgrappen en zingers sijpelen bijna overal zo hard in door dat je niet anders kunt dan soms even grinniken en je afvragen wat er zojuist gebeurd is. de meest voorkomende voorbeelden daarvan vormen de unieke aanvalsopties van elk personage. Vooral bij de planten worden de stereotypen vrij opvallend uitgelicht. Een cactus die naalden schiet, een zonnebloem met een killer sunray, een vleesetende plant die niets liever doet dan je kop eraf bijten en een uit de kluiten gewassen maiskolf die in een rotvaart al zijn maiskorrels op je af blaast. De zombies daarentegen zijn stuk voor stuk typische hersendoden, al hebben ook zij enkele vernuftige wapens, waarvan de een nog absurder is dan de andere. Toch kan ik niet anders dan concluderen dat PopCap fan is van kamp Plant. Ik bedoel, als je een roos hebt die je in een oogopslag kan veranderen in een geit, dan hoop je als zombie dat toch minstens te kunnen evenaren. Helaas, zombies hebben geen alternatief meegekregen…of toch wel?
Nu is Plants vs Zombies: Garden Warfare 2 niet alleen erg grappig, het ziet er ook nog eens erg goed uit. De game draait, na het installeren van een Day One patch, stabiel en lekker vlot. Van een breed kleurenpalet kunnen we ook spreken gezien de meest in het oog springende kleuren allen terug te vinden zijn, vooral in het gedeelte van de Plants. Over de besturing had ik ook vrij weinig te klagen, al is het soms eventjes wennen dat je personage niet bijzonder snel voortbeweegt. Nu hebben enkele planten en zombies wel een korte boost-modus, maar dat zet niet echt zoden aan de dijk. Wat ik al zei, het is niet super hinderlijk, behalve na het respawnen in een pot multiplayer. Wanneer je tegen de klok strijd is het toch wel prettig dat je snel terug in het midden van de strijd staat, wat door de achteraf gelegen respawnpunten soms verhinderd wordt.
Trouwe fans zijn belangrijk, dat is kennelijk iets wat PopCap sterk in het achterhoofd heeft gehouden. Fans, lees spelers, van het eerste deel zullen namelijk blij zijn om te horen dat hun met moeite gecreëerde personages gewoon mee over te nemen zijn naar Garden Warfare 2, al moet ik eerlijk bekennen dat het toch vooral de nieuwe personages zijn die het meeste lonken. Mensen die de game hebben gepre-orderd hebben helemaal mazzel. Zij mogen namelijk met een zombie aan de slag die de ultieme hommage vormt aan Mass Effect: de Grass Effect Z7-Mech. Dit alleen is al reden genoeg om deze game te willen ownen.
Dus daar heb je het, Plants vs Zombies: Garden Warfare 2 in een notendop, of peulenschil of wat jij het liefste hebt. Om het hele verhaal goed samen te vatten kunnen we concluderen dat de game niet echt iets geheel nieuws doet, maar wat het al deed beter doet. Liefhebbers van zowel single- als multiplayer kunnen gegarandeerd voorlopig nog wel even vooruit met het uitroeien van het andere team en alles wat daarbij hoort. Tussen al dat plantaardige geweld door kun je sowieso altijd nog even lekker freeroamen door je digitale achtertuin, op zoek naar gnomen. Ja, je leest het goed. Gnomen zoeken is ook een ding in Plants vs Zombies: Garden Warfare 2. Ik zei toch dat het zo flauw als een ongezouten aardappel was.
Hoewel dit alles helemaal dolletjes is, bekruipt me tijdens het spelen van de game toch een gevoel, namelijk het vraagstuk voor hoe lang dit leuk is. Hoewel de game absoluut een genot is om te spelen, is het dat niet voor uren aan een stuk. Het zal misschien komen door het feit dat PopCap zich merendeels richt op de casual gamer, niet op de hardcore shooter-fan. Het is duidelijk de humoristische aanpak die de charme van Plants vs Zombies: Garden Warfare 2 bepaalt, niet de competitieve gameplay. Begrijp me niet verkeerd, de game is er absoluut een waar je behoorlijk veel shooterplezier uit kunt halen, maar het zal nooit en te nimmer een geduchte concurrent vormen voor shooters als Call of Duty, Battlefront of Rainbow Six: Siege, en dat is misschien maar goed ook. Soms is vers blad wel eens verfrissend in een landschap vol hersenloze shooters…