Onrush
De waaghals uithangen kan zo bijzonder goed voelen. Heerlijk nabeven van die adrenaline-rush. Het nadeel is dat de gevolgen vaak erg permanent zijn. Gelukkig kun je met Onrush deze adrenalinestoot najagen in een veilige, digitale omgeving.
Onrush is de nieuwste productie van Codemasters. De ontwikkelaar kennen we natuurlijk van de F1-serie, maar ook Dirt 4 en Grid. Zeggen dat Codemasters enige ervaring heeft met racegames is dus een flinke understatement. De eerder genoemde games draaiden echter rond realisme, waar Onrush vooral dat arcade gevoel uitstraalt. Heeft Codemasters kunnen bewijzen dat ze met beide race-types uit de voeten kunnen of kunnen ze maar beter blijven focussen op de simulatieracers?
Rijdende moba
Dat Onrush niet de huis-tuin-en-keukenracer is, wordt onmiddellijk duidelijk bij het opstarten van de game. Codemasters weet dit zelf maar al te goed en dit is dan ook het eerste wat ze je vertellen. Het zit namelijk zo: Onrush is eigenlijk helemaal geen racegame. Ja, je beweegt je voort in een auto, maar je strijdt niet voor een eerste positie of voor het behalen van een eindstreep. Mocht je Onrush willen classificeren in een genre, dan komt dit dichter in de buurt van een moba. Dit betekent echter niet dat auto’s en hoge snelheden niet de hoofdfocus zijn van de game.
In Onrush speel je namelijk met je team tegen een vijandig team. Afhankelijk van de gamemodus die je speelt zijn er verschillende objectives die je moet behalen. Het behalen van deze objectives doe je door onder andere kundig te rijden over een van de circuits. Deze route zit vol met schansen, bochten en objecten. Neem je gewaagde acties, dan krijg je een boost, waardoor je er dus sneller vandoor schiet.
Daarnaast rijden er ook nog neutrale voertuigen rond. Geef deze een ram en ontvang ook een hoeveelheid boost. Tenslotte kun je ook boost ontvangen door het uitschakelen van tegenstanders. Let wel op, want zij leggen wat lastiger het loodje dan de neutrale voertuigen.
Capture the Flag maar dan anders
In totaal zijn er vier gamemodi: Overdrive, Countdown, Lockdown en Switch. In Overdrive moet jouw team een bepaalde score halen. De punten verdien je door het gebruiken van boost. Het is dus noodzakelijk dat je goed rijdt, sprongen maakt en tegenstanders uitschakelt om zoveel mogelijk te kunnen boosten. Elk potje bestaat in deze gamemode uit vijf rondes. Het team dat als eerste drie rondes gewonnen heeft, wint het potje.
In Countdown gaat het om precisie in een race tegen de klok. De tijd loopt continu af, maar je kunt tijd erbij winnen door met je auto door poortjes te rijden. Het is dus belangrijk dat iedere auto van je team door de poortjes rijdt, terwijl je de tegenstanders aan de kant probeert te duwen, zodat zij de poortjes missen. Het team dat als eerste twee rondes heeft gewonnen, wint het potje.
Lockdown doet een beetje denken aan Domination. In deze gamemode beweegt er een groene zone door het circuit heen. Jouw team moet deze zone bezetten voor een bepaalde tijd om zo een punt te scoren. Let wel op dat je er niet uit geduwd wordt door de tegenstander, anders kun je het wel vergeten. Het team dat als eerste acht punten heeft bemachtigd, wint het potje.
In Switch begint iedereen met een motor. Crash je of word je uitgeschakeld door een tegenstander, dan moet je wisselen naar een ander voertuigtype (over de voertuigtypes zo meer). Dit kun je uiteindelijk drie keer doen. Wanneer alle ‘Switch-punten’ van je team verbruikt zijn, verlies je. Dit is dan ook de minst leuke gamemode, omdat deze erg lang kan duren.
Een dosis Overwatch
Eerder had ik het al over voertuigtypes en dit is wel een belangrijk aspect van de game. In totaal zijn er acht voertuigen, onderverdeeld in vier voertuigtypen. Er zijn twee motoren, twee buggy’s, twee pick-up trucks en twee wagens die eigenlijk gepantserde Hummers zijn.
Elk voertuig heeft echter zijn unieke eigenschappen en deze kunnen vergeleken worden met personages uit hero-shooters, zoals Overwatch. Charger kan makkelijker tegenstanders uitschakelen en heeft een bonus wanneer je in de lucht tegen een andere auto aan botst. Dynamo heeft meer een ondersteunend karakter en laat boost pakketjes achter voor zijn teamgenoten.
Geen enkel voertuig is sneller dan de andere, maar gewicht speelt wel een rol. Het uitschakelen van een tegenstander is met een motor aanzienlijk moeilijker dan wanneer je dit probeert te doen met een gepantserde pick-up. Dit betekent echter niet dat de motor niet functioneel kan zijn. In drie van de vier gamemodi hoef je in theorie niemand uit te schakelen om te kunnen winnen.
De gamemodi zijn erg verfrissend en het is leuk om uit te vogelen welk voertuig jou het beste ligt en om de circuits te leren kennen. Net als de voertuigen zijn deze allemaal uniek en zien er strak uit. Zeker in het begin is het aanlokkelijk om na vier uur nog steeds te zeggen: “Oké, nog één potje en dan ga ik de was doen”, alleen maar om het daarna nog eens te opperen.
Een snufje aan progressie
Het moge duidelijk zijn dat Onrush een aantal interessante combinaties tussen game mechanics maakt. De game voelt fris aan en de wereld ziet er kleurrijk en levendig uit. Daarnaast kun je op PlayStation 4 ook de afweging maken wat jij belangrijker vindt. Hogere resoluties of 60 FPS. De game voelt echter zo snel aan dat het spelen bij 30 FPS echt af te raden is. Let wel op dat de game op Xbox One nooit beter dan 30 FPS te spelen is. Dat je het maar even weet.
Daarnaast voelt de game wat mager aan. De volledige content van de game is te beschrijven in twee A4’tjes, zoals ik zojuist gedaan heb. Toegegeven, er is nog een offline mode, maar deze is meer bedoeld als tutorial waar systematisch de gamemodi en de voertuigen worden uitgelegd. Verder moet de game het hebben van de multiplayer. Al voelt dit ook redelijk doelloos aan.
Er is namelijk niets waar je naartoe werkt. Vanaf het begin heb je alle voertuigen tot je beschikking en kun je alle modi meteen spelen. Aan de ene kant is dat prettig, want je kunt gelijk doen wat je wilt, wanneer je het wilt. Aan de andere kant ben je al snel uitgekeken op de magere inhoud van de game.
Om de illusie van progressie te geven, heeft Codemasters een level-up-systeem in de game gestoken. Na elke wedstrijd krijg je een hoeveelheid XP. Krijg je hierdoor een nieuw level, dan krijg je een loot box. Dit is de enige manier om die loot boxen te verkrijgen en er zitten alleen skins in. Hoewel sommige hiervan er leuk uitzien, voegt het niks toe aan de gameplay.
Van de regen in de drup
Dat een racegame niet veel diepgang heeft, is niks nieuws en dat is normaal ook geen probleem als de game soepel loopt en strak speelt. Was dit het geval geweest, dan had ik in eerste instantie ook niks om over te klagen. De game speelt in principe prima, maar als je als ontwikkelaar zo weinig content in je game stopt, forceer je de speler om heel gefocust te kijken naar wat de game eigenlijk te bieden heeft.
In eerste instantie functioneert de game prima. De framerate is stabiel, de leuke effecten zorgen er voor dat je constant bekogeld wordt met audio-visuele input. Sidenote: De muziek en het remixen hiervan is erg fijn gedaan! Dit neemt echter niet weg dat de auto’s zweverig besturen. Zeker gezien de snelheid van de game erg hoog ligt, heb je strakke controls nodig en die zijn er gewoon niet. Vooral met de motoren vond ik het haast ondoenlijk om een fatsoenlijke bocht te nemen.
Dit zorgt er voor dat je meer dan een paar keer een boom wel aan ziet komen, maar niet kunt ontwijken omdat je auto op wielen gemaakt van zachte, ongezouten boter rijdt. Tot slot kan het ook zomaar zijn dat de ‘Ranked Mode’ een boel nieuwe content met zich meebrengt. Dit is echter lastig zeggen, want dit deel is nog niet geïmplementeerd in de game.