Mirror’s Edge Catalyst – En nu rennen voor je zakgeld
“Hoe interessant zou een first person actie-game worden als we er ieder vuurwapen uit zouden slopen?”, dat is waarschijnlijk de vraag die Battlefield-ontwikkelaar DICE ooit gesteld heeft. Kennelijk is het interessant genoeg gebleken gezien in 2008 de game Mirror’s Edge op de markt werd gezet. Een first person-avontuur waarbij de focus niet ligt op non-stop schietactie, maar juist het ontwijken ervan door middel van freerunnen. Vanaf dag één werd duidelijk dat je de game helemaal het einde vond of juist totaal ruk, een middenweg was er eigenlijk niet. Nu, acht jaar later, is gebleken dat de eerste van de twee groepen groot genoeg was. Het is tijd om Faith Connors weer te laten rennen voor haar zakgeld in Mirror’s Edge Catalyst.
Inderdaad, in Mirror’s Edge Catalyst kruipen we wederom in de huid van de flexibele en nimmer uitgeputte Faith Connors. De game is geen prequel of sequel, maar een herinterpretatie van Faith’s verhaal. Mirror’s Edge Catalyst legt zich meer toe op de achtergrond van Faith en haar zusje, die we in de originele Mirror’s Edge nog probeerden vrij te pleiten van een onverdiend vonnis. In Catalyst is het juist Faith zelf die de delinquent uithangt en haar avontuur begint dan ook in de jeugdgevangenis. We treffen haar op haar dag van vrijlating, maar dat betekent niet dat haar zorgen over zijn. Sterker nog, Faith heeft de nodige schulden bij een vorige opdrachtgever en die wil hij graag afgelost zien.
Gelukkig hoeft Faith niet veel moeite te doen om weer opgenomen te worden in haar oude runners-clubje en de opdrachten komen dan ook vanzelf. Als één van de opdrachten door Faith’s nieuwsgierigheid wat uit de hand loopt, blijkt dat ze de kunst van het problemen veroorzaken niet verleerd is. Het bedrijf waar ze heeft ingebroken, KrugerSec, had het al niet zo op de dakrennende koeriers en de stunt van Faith zet alleen maar meer kwaad bloed. Het is het begin van een klopjacht op de protagoniste, maar ook de rest van de club is verre van veilig.
Tot zover het achtergrondverhaal van Mirror’s Edge Catalyst in een notendop, een verhaal waar hard op geleund moet worden om een game waarin alleen maar gerend wordt boeiend genoeg te houden om het helemaal uit te spelen, zoals het ook het geval was bij de originele Mirror’s Edge. Het vormt dan ook gelijk het eerste plus- of minpunt van de game, afhankelijk van de mening die jij als potentiële koper van de game over het eerste deel had. Mirror’s Edge Catalyst breekt namelijk geen potten voor mensen die het eerste deel eigenlijk maar lafjes vonden. Was je niet zo te spreken over de eerste Mirror’s Edge, dan kun je nu al stoppen met lezen, want Mirror’s Edge Catalyst borduurt letterlijk verder op het concept van het origineel.
Voor de mensen die het origineel wel leuk vonden is het beter nieuws. Alles wat je leuk vond aan Mirror’s Edge is netjes overgenomen in Catalyst, met zelfs enkele extraatjes. De stad Glass is groter, mooier en een stuk toegankelijker geworden. Mirror’s Edge heeft het lineaire dan ook grotendeels ingeruild voor een open wereld waarin je een eigen weg kan banen. Hoe je op je plek van bestemming komt is dus niet meer een kwestie van de rode objecten volgen, al is dat nog steeds een optie. Door je Runner Vision aan te zetten biedt de game je door middel van rood geaccentueerde objecten nog steeds een verzekering dat je in één stuk en zonder gebroken enkels op je bestemming belandt, maar afwijken van het aanbevolen pad is voortaan ook mogelijk. DICE geeft zelfs aan dat de aangegeven route niet altijd de snelste is, dus experimenteren is toegestaan. Hierdoor wordt de game zo moeilijk en uitdagend als je zelf wil.
De moeilijkheid van Mirror’s Edge Catalyst is dan ook het volgende punt waar bij stilgestaan dient te worden. Catalyst kent geen in te stellen moeilijkheidsgraad, slechts de keuze om je Runner Vision wat in te perken. Dat het freerunnen wat toegankelijker is geworden mag een feit genoemd worden. Het soepel over de daken van de stad rennen is nog steeds geen ‘twee vingers in de neus’-werk, maar het is duidelijk ietsjes makkelijker geworden. Het freerunnen in de game is nog steeds inherent verbonden aan het sodemieteren van daken, falen in wallrunnen en regelmatig misgrijpen van objecten. De bekende frustratiepunten keren dus ook in Mirror’s Edge Catalyst terug.
Wie ook terug zijn, zijn de beveiligingsrakkers die het niet zo tof vinden dat je constant strepen en voetstappen op de glazen daken van de stad trekt. Deze keer zijn het de heren van KrugerSec, waarvan baas Gabriel Kruger nog een appeltje met jou te schillen heeft. Terwijl zijn manschappen stuk voor stuk bewapend zijn met slag-, stroomstoot- en vuurwapens, ben jij slechts uitgerust met je voeten en je knuistjes. Het klinkt allemaal niet erg eerlijk: zij hebben firepower en jij je Kung Fu. Maar het tegendeel is minder waar, helaas. Hoe hevig bewapend de KSEC-beveiligers ook zijn, slim zijn ze geen van allen. Dat ze elkaar vaak meer in de weg staan dan dat ze profijt hebben van elkaars aanwezigheid blijkt eigenlijk al in de tutorial, waarin uitgelegd wordt hoe je gebruik/misbruik kunt maken van hun gebrek aan ‘situational awareness’. Staan er twee guards langs elkaar, geef de een gewoon een ram in zijn zij en hij stuntelt als een lappenpop tegen zijn collega aan. Het resultaat is een bijna slapstick-achtige vertoning waarbij je bewakers constant tegen elkaar op laat botsen, waarbij ze ook nog een portie van hun health verliezen. De kolder komt pas echt tot zijn hoogtepunt wanneer je het presteert om zo beide guards uit te schakelen. “Ow sorry, ik botste per ongeluk tegen je aan. Laten we allebei bewusteloos neervallen.”
Toch zijn er ook guards bij die wel op hun omgeving letten en die zich niet zo gemakkelijk in het ootje laten nemen. Deze zijn dan ook het taaiste en zeker lui waarvoor je weg wilt rennen. Inderdaad, je leest het goed, wegrennen. Wederom geeft DICE een goedbedoeld advies in de game, namelijk dat vechten niet altijd de beste oplossing is. Wegrennen is bijna altijd een optie, met de nadruk op bijna. Soms ontkom je er gewoon niet aan vechten en zul je wel moeten. Wanneer je dan een hele club aan KSEC ziet staan kan het al gauw intimiderend worden, maar gelukkig voor jou zijn niet alle guards even trefzeker of snel van observatie. Naarmate je vordert in de game en je door middel van de verdiende XP Faith kunt upgraden, ontstaat de mogelijkheid om schijnbewegingen en combat moves te leren. Hierbij moet je niet denken aan dikke combos. Denk eerder aan een sidestep of reversals. Deze moves zouden in principe in dergelijke situaties plausibel lijken, als ze wat realistischer uitgewerkt waren. Momenteel is het nog zo dat iedere guard erin trapt als je ruim voor zijn benadering opzij stapt, wat een beetje vreemd oogt. Het lijkt er bijna op alsof zijn helm wat lag heeft, want hij moet toch echt hebben gezien dat je net opzij sprong. Het zijn dan ook de Sentinels, KrugerSec’s elite guards, die ronduit het moeilijkste te verslaan zijn. Zij zijn niet kwetsbaar voor directe aanvallen en alleen te schaden door counteraanvallen. Laten dat nu ook net de jongens zijn waar je op een gegeven moment verplicht tegen moet vechten.
Zoals gezegd krijg je in Mirror’s Edge Catalyst voldoende tijd om Faith lekker te upgraden met je verdiende XP. Zoals in bijna iedere game wordt XP verdiend door missies te voltooien. In principe kom je al een heel eind als je de verhaallijn gewoon lekker blijft volgen, ver genoeg om voldoende te upgraden om de game te voltooien. Maar je kunt uiteraard ook eens een sidequest accepteren om wat extra XP binnen te harken. Gelukkig is er aan sidequests geen gebrek. Sterker nog, de stad Glass is ermee bezaaid. Binnen een straal van enkele tientallen meters zul je al snel user generated trials tegenkomen, waarin het de bedoeling is om de snelste tijd neer te zetten. Daarnaast kun je ook lekker de snelkoerier uithangen en binnen een gegeven tijd een bezorging doen, wat nog behoorlijk pittig kan zijn. Mocht je rennen en actie graag combineren, dan kun je ook altijd nog gaan voor het uitschakelen van KrugerSec zendmasten, waarbij het verslaan van guards en het ontsnappen aan surveillancehelikopters vaste prik is. Ben je meer van het verzamelen, dan kun je ook nog eindeloos op zoek naar goed verstopte messengerbags, control chips, geluidsopnamen en beeldschermen om te hacken. Kortom, er is genoeg te beleven in Glass voor snelheidsduivels met verzamelwoede.
Inmiddels zijn we aangekomen bij de belangrijkste speerpunten van een game als Mirror’s Edge Catalyst, althans voor velen dan. Vrijwel iedereen is toch wel benieuwd hoe de game speelt en hoe dat zich weer verhoudt tot de grafische prestaties die de huidige generatie consoles (in mijn geval de PlayStation 4) kan leveren. Daarop kan ik vertellen dat Mirror’s Edge Catalyst er voor het grootste deel prima uitziet, al vind ik persoonlijk wel dat DICE niet altijd even consistent is geweest met het niveau van detail in de game. De studio heeft het zichzelf behoorlijk moeilijk gemaakt door op details te willen letten die andere studio’s bewust niet te veel uitwerken, zoals reflectie.
In een stad die vooral uit glas bestaat ontkom je er niet aan dat je als kritisch gamer zo nu en dan voor een weerspiegelende ruit gaat staan om te kijken of alles netjes gereflecteerd wordt. In heel veel gevallen heeft DICE dat netjes voor elkaar, al valt in sommige scene’s juist op dat een reflectie van Faith totaal ontbreekt, zelfs als ze met haar handen tegen de ruit leunt. Ik zeg niet dat het vaak voorkomt, maar juist de keren dat het voorkomt valt het enorm op. Ook zul je in geen enkel geval Faith zien praten wanneer je jezelf tijdens een dialoog gadeslaat in je spiegelbeeld, wat toch een beetje frappant is. Dat zijn de risico’s van dat soort details willen verwerken in een game van deze tijd.
Een ander kwaliteitsprobleempje is een veel voorkomend euvel in grote games, namelijk het laden van textures gedurende de gameplay. Ook Mirror’s Edge Catalyst lijkt hier op de console hinder van te ondervinden. De game heeft dan nog het voordeel dat veel van de oppervlakken in de game strak wit zijn, waardoor het een stuk minder opvalt dan wanneer een muur vol bakstenen nog niet ingeladen is. Belettering op muren lijken nooit echt kristalhelder in te laden, wat ik een beetje jammer vind. Voor de rest ziet de City of Glass er namelijk erg chique en futuristisch uit, waarbij het gebruik van afstekende kleuren de schoonheid van de stad extra benadrukt. Maar belettering op hoog DPI printen kennen de meeste marketeers in Glass niet. Het is een kleine smet op het blazoen van Mirror’s Edge Catalyst.
Gelukkig houden wat mij betreft de kwaliteitsproblemen op grafisch gebied daar op, want voor de rest heeft de game een ware DICE-norm. Mirror’s Edge is een game die het absoluut moet hebben van vloeiende gameplay, waarbij dingen als framedrop geen plek horen te hebben. Gelukkig heb ik daar dan ook tijdens de gameplay erg weinig van gemerkt, hoogstens gedurende een enkele cutscene, die er overigens voor de rest top notch uitzien. De game is op zijn mooist wanneer je met Faith op volle snelheid over de daken rent, sprong na sprong aaneen rijgend, waarbij je soms bijna het gevoel krijgt dat je serieus op een duizelingwekkende hoogte staat. Als je van jezelf weet dat je hoogtevrees hebt, kan Mirror’s Edge Catalyst je soms behoorlijk laten zweten. Geloof me.
De besturing van Mirror’s Edge Catayst is voor velen misschien wel enorm wennen gezien het controllerschema behoorlijk afwijkt van die van een standaard first person game. Alle acties dienen namelijk uitgevoerd te worden met je triggers en bumpers, niet je actietoetsen. Springen doe je op de PlayStation ineens met je linker trigger, waarbij je instinctief je X-knop wilt gebruiken. Bukken en sliden doe je dan weer met je linker bumper. In het beginstadium van de game zorgen mix-ups nog niet voor al te veel problemen, hooguit een gefaalde wallrun, maar later in de game, wanneer tijd een belangrijke factor speelt, kan instinctief gedrag je behoorlijk duperen in de game. Het ‘trial and error’-gehalte, een gehaat onderdeel van de originele game, steekt dan toch weer wat meer de kop op, wat tot de nodige irritaties kan leiden. Mocht je dat toch haarfijn onder controle hebben, dan kan het alsnog zijn dat in een high speed run niet iedere interactie met objecten in de wereld even vlekkeloos verloopt. Dat resulteert in de dood van Faith of het niet halen van de deadline in een timetrial.
Het moge dan ook duidelijk zijn dat Mirror’s Edge Catalyst de criticasters van het eerste deel niet zal overhalen om het een tweede kans te geven. Hoewel de moeilijkheidsgraad wat minder is geworden, zullen de grootste irritatiepunten van het eerste deel ook in Catalyst weer het breekpunt voor deze mensen vormen. Zelfs het verhaal van Catalyst maakt dat niet goed, ongeacht het feit dat het netjes geacteerd is. Het is overigens wel knap om te zien hoe DICE met zo’n ogenschijnlijk dun verhaal alsnog een volledige game weet te vullen. Het is wel zo dat het verhaal behoorlijke plot holes bevat. Ook is het verhaal op zijn duidelijkst voor iedereen die de comic van Mirror’s Edge ook gelezen heeft, wat een beetje vreemd is voor een game die juist het verleden van Faith verder wil uitdiepen. Desalniettemin is het verhaal vermakelijk genoeg om door te willen spelen tot de aftiteling. Sterker nog, het smaakt zeker naar een vervolg.