Games en oorlog, oorlog en games
Als kind waren er een aantal films die ik oneindig vaak kon kijken. Het meest gebruikte “speelgoed” wat ik dan ook had was onze videorecorder. Ik kom niet uit een rijk gezin, mijn broer en ik kregen niet wekelijks nieuw speelgoed en de films die ik keek waren gehuurd bij de videotheek of opgenomen van TV. The Secret of Nimh, The Rescuers Down Under (De Reddertjes in Kangaroeland voor de fans onder ons), Watership Down en natuurlijk The Lion King. The Lion King…man, wat heb ik die film vaak gekeken.
Oplettende lezers zullen gemerkt hebben dat ik alleen animatiefilms heb opgenoemd. Dat klopt, echte films boeiden mij niet. Ik weet niet wat de reden was waarom juist die specifieke films mij aanspraken. Niet omdat ik een kind was en liever naar felle kleuren keek. Wanneer ik als volwassen persoon terugkijk hoe ontzettend fucked up films zoals The Secret of Nimh en Watership Down zijn, vraag ik me af wat ik in die films zag. Er vormden echter twee speelfilms een uitzondering op deze regel. Twee films die eigenlijk niet geschikt zijn voor kinderen. Qua inhoud, maar voornamelijk qua lengte.
Ik denk niet dat er films zijn die ik vaker in mijn leven heb gekeken (op The Lion King na) dan The Longest Day en A Bridge Too Far. Twee oorlogsfilms van bijna drie uur lang wisten mij mateloos te boeien, soms keek ik ze zelfs dagelijks. Mijn favoriet tussen de twee was toen The Longest Day, vanwege de wat vrolijkere toon en vanwege het feit dat de geallieerden de winnaars waren. A Bridge Too Far was een ander verhaal. Ik vond het als kind leuk omdat het zich afspeelde in gebieden die bekend voor mij waren. Eindhoven, Son, Nijmegen. Dat waren plaatsen die ik kende, of in ieder geval van gehoord had. De inhoud vond ik minder leuk: de Duitsers waren “gemeen” en de Britten vond ik “zielig”. Hoe anders is het nu: The Longest Day vind ik, hoewel indrukwekkend in beeld gebracht, meer een kinderboekvertelling hoe de landingen van Normandië zijn voltrokken. De Amerikaanse verheerlijking spat van het doek af en geeft mij braakneigingen. A Bridge Too Far maakt veel meer indruk, al is het vanwege de onvergetelijke (en ondergewaardeerde) rol van Anthony Hopkins als de sympathieke Kolonel John Frost. Het epos van de onlangs overleden Richard Attenborough schetst een grimmig, realistisch en hopeloos beeld over de operatie die van begin af aan vrijwel gedoemd was te mislukken.
4 en 5 mei zijn voor Nederland de nationale dagen waar wij de doden herdenken en onze vrijheid vieren. Die twee dagen doen mij helemaal niets. Dat is niet omdat ik een koelbloedige klootzak of onwetend ben. Het heeft ermee te maken dat ik een Brabander ben. Een Eindhovenaar. Voor ons hebben die dagen vrijwel geen waarde. 17 en 18 september des te meer. Dat zijn de dagen waarop wij bevrijd zijn dankzij operatie Market Garden; een missie die 70 jaar na dato nog steeds te boek staat als een gigantische flop. Tienduizenden Britse, Amerikaanse, Poolse en Canadese jongens die voor hun 25e in een graf zijn komen te liggen om een stel bruggen in te nemen, zijn daar het eeuwige bewijs van. Zij hebben alles opgegeven om een stuk grond in te nemen waar ze nog nooit van hadden gehoord, om mensen te helpen die ze nog nooit hadden ontmoet.
Natuurlijk geldt dit voor meer plaatsen in Europa. Op elke plek waar gevochten is, zou men dankbaar moeten zijn voor de offers die gebracht zijn. Maar voor mij voelt dit zo speciaal: Hell’s Highway (zoals de route van Valkenswaard naar Arnhem liefkozend werd genoemd) ligt letterlijk op vijf minuten afstand van waar ik ben geboren en waar ik momenteel woon. De festiviteiten vanwege de bevrijding trekken elk jaar nog duizenden mensen, jong en oud. De kolonne van oud legermaterieel ter ere van het 70-jarig jubileum van Operatie Market Garden trok dit jaar, net als 20 jaar geleden, tienduizenden belangstellenden.
Historici, kenners en veteranen zijn het allemaal roerend eens: Market Garden was een gok en pakte slecht uit. Maar aan een kant ben ik blij dat men er toch mee door is gegaan. Het betekende vrijheid voor het zuiden van Nederland. Het betekende dat ik geboren kon worden en dat ik dit bericht in het Nederlands schrijf. Het betekent dat ik vrij ben om dit überhaupt te schrijven, over straat kan lopen in de kleding die ik wil, naar de muziek luister die ik wil en de games kan spelen die ik wil.
Het is daarom zo vervelend dat Market Garden in ons wereldje zo weinig belicht wordt. De rage van Tweede Wereldoorlog-shooters ligt alweer een tijdje achter ons. Opvallend is dat nog niet eens een handjevol van die games ooit iets te maken had met Market Garden. De enige game die me zo te binnen schiet is Brothers in Arms: Hell’s Highway. Is het omdat de operatie wordt gezien als een flop? Dat men liever de landing van Normandië belicht omdat dat gezien wordt als een overwinning? Moet ik je eraan herinneren dat 69% van de jongens die op die stranden vochten er niet meer levend vanaf kwamen? Het is een gemiste kans voor niet alleen de gameplay die mogelijk zou zijn in de scenario’s rondom Market Garden, maar ook voor een stukje persoonlijke ontwikkeling. Meer mensen van de jongere generaties zouden hiervan wat geschiedenis kunnen leren door middel van het spelen van games met een historische achtergrond.
Maar het kan niet verholpen worden. Hoe verder in het verleden de Tweede Wereldoorlog ligt, hoe minder belangrijk men het zal vinden. Over een paar jaar zullen de laatste veteranen van de oorlog gestorven zijn en over een jaar of 20 zullen de laatste mensen die de oorlog hebben meegemaakt ook niet meer onder ons zijn. Dan kunnen we alleen nog maar de verhalen halen uit wat er geschreven of verteld is. Dan zijn we aangewezen op films zoals The Longest Day, A Bridge Too Far, Saving Private Ryan en Schindler’s List om een idee te krijgen van hoe het geweest moest zijn. Ik zal het in ieder geval nooit vergeten. Rond deze tijd zet ik meestal een oorlogsfilm op, kijk ik Band of Brothers weer of installeer ik Brothers of Arms maar weer eens. Niet omdat ik de verheerlijking wil ervaren of de verschrikkingen van Market Garden, maar juist de offers in leven wil houden. Dat ik niet vergeet wat er voor nodig is geweest om ervoor te zorgen dat ik in vrijheid kan leven en dat mijn kinderen ook in diezelfde vrijheid kunnen opgroeien. Want dat is de beste manier om de gevallenen te eren: door te leven in vrijheid. Ook al betekent dat op je kamertje zitten en iets in Minecraft bouwen of…Nog een keer Brothers in Arms: Hell’s Highway spelen.