Enkel voor ons eigen – de strijd tussen de fanboys

archief
Pixel Vault op 20 januari 2020
Enkel voor ons eigen – de strijd tussen de fanboys

Fanboys: iedereen die ook maar een lichte interesse heeft in videogames heeft wel eens van ze gehoord. De hooligans onder de gamers zijn met de onlangs uitgekomen generatie consoles niet minder vocaal geworden zo bleek op verschillende momenten. Tijdens de E3 van afgelopen jaar werd duidelijk dat voorliefde voor een fabrikant, game of uitgever verder gaat dan enkel het kopen van een bepaald platform. De zogenaamde “flame wars” waren (of zijn, specifieker) niet van de lucht en bij elke kleine kans op een misstap door een grote partij worden we weer overspoeld door hoon vanuit het concurrerende kamp. Maar waarom is dit nou eigenlijk zo?

Toen ik opgroeide als kleine jongen waren er drie grote spelers op de markt: Nintendo, met de NES, Sega met de 16-bit MegaDrive en Windows van Microsoft dat nog lang niet zo geavanceerd was als dat het tegenwoordig is. Ondanks dat voorkeur bestond (zo had ik het eerstgenoemde systeem trots op mijn kamer staan) was er weinig vuil aan de lucht, want het ging om vermaak en de verwondering dat interactie in videogames kon bestaan. Naar mate de jaren vorderden ging het echter fout en begonnen de die-hard fans met modder te gooien naar de concurrenten en werden er steeds extremere stappen ondernomen om de liefde richting een platform te getuigen.

“Als ik er langer over nadenk dan moet dat het wel zijn: Territoriumdrang.”

Persoonlijk snapte ik dit al niet toen ik voor het eerst hoorde van het fenomeen. Waarom zou een positieve kijk op het ene kamp meteen betekenen dat het andere kamp niet even veel, al dan niet meer, potentie had? Deze polarisatie maakt nog steeds indruk op me. De strijd tussen Xbox en PlayStation is heftiger dan ooit en fans van beide consoles maken elkaar liever af dan toe te geven dat beide systemen wellicht een positief en een negatief kennen. Met de ongekende mainstream populariteit van mobiele games en de marketingstrategie van een bedrijf als Apple die grote successen boekt raken ook de liefhebbers van andere platformen verwikkeld in een vreemdsoortige territoriumdrang.

Als ik er langer over nadenk dan moet dat het wel zijn. Territoriumdrang. Waarom zou je jezelf als liefhebber van het digitaal gedachtengoed anders zo hard afzetten tegen technologische ontwikkeling? Is het meer dan enkel het goedpraten van het eigen koopgedrag? Is het verkapte onzekerheid over of de gemaakte keus wel de juiste was? Of is het toch echt pure en simpele arrogantie die hoogtij viert in de individualistische staat der spelcomputers?

Ik hoop dat het niet het laatste is. Ik typ dit op een Apple Macbook terwijl mijn PlayStation 3 staat te ronken op de achtergrond. Mijn oude Nintendo DS en Sega GameGear liggen vol verwachting in de kast te hopen op een volgende speelsessie. Ik hou van al deze systemen. Ze hebben allemaal een toegevoegde waarde. De manier waarop een console speelt, de manier waarop de graphics op hedendaagse PC’s subliem zijn… het is niet allemaal mogelijk op een systeem.

Wat eigenlijk nog het meest belachelijke punt is, is de realistische kant van het geheel; het verschil in mogelijkheden op de verschillende systemen zijn minimaal. Hardwarematig zijn er dingen anders maar op resolutie en een klein verschil in framerate na zou niemand echt kunnen beargumenteren wat het complete verschil in speelervaring is. Zelfs de grote uitgevers beseffen zich dit en zien het geld binnenstromen door het uitbrengen van de grote titels over meerdere platformen waardoor exclusiviteit in titels ook nauwelijks nog een issue is.

Een hand vol titels weet de dans te ontspringen maar worden vaak door de die-hard fans niet aangeraakt en bevinden zich binnen no time in de budget bak van de lokale spellenboer. De personen die het hardst roepen dat een platform uniek is en heerst over de slagvelden kijken vaak niet verder dan hun neus lang is. Ze beseffen zich niet dat de games die zij spelen niet uniek zijn maar juist de mogelijkheden van de hedendaagse platformen benutten.

Ben ik een fanboy? Nee. Ik heb ook geen moeite met het overstappen naar een ander platform als de titels die ik graag zou willen spelen worden uitgebracht door een andere fabrikant. Het is dat het een dure hobby is, anders had ik al lang alle systemen in huis gehaald, al was het om die ene game te kunnen spelen die me zo tof leek. En dat ga ik ooit heus nog wel doen. Een ding is zeker, ik ga me niet druk maken om de identiteit van mijn platform naar keuze. En ik ga me al helemaal niet mengen in een eindeloze discussie over helemaal niets.

Met regelmaat wordt er gesproken over de zogenaamde “console wars”, de strijd tussen de grote drie partijen (Sony, Nintendo en Microsoft). Ook krijgen alternatieven zoals de Steam Machine en Ouya meer bekendheid en aanhang. De heer en meester van de vorige decennia, de PC, heeft een opleving zoals nooit te voren. Het kiezen voor een platform gaat voor velen dan ook verder dan enkel de games, de grafische pracht of de prijs. Het is een verlengstuk van de gamer. Een stuk eigenwaarde die blijkbaar nergens anders vandaan gehaald kan worden. Ik heb mijn redenen waarom ik de voorkeur heb voor bepaalde spelsystemen en het hebben van zo’n voorkeur is ook prima.

Ten slotte kun je dingen niet altijd leuk vinden. Maar de hardcore liefhebbers die alles op alles zetten om “hun” systeem te verdedigen kunnen van mij een heel eind opzouten. Als je niet nuchter kunt nadenken over kwaliteit en niet verder wilt kijken dan het logo tijdens het opstarten dan verdien je het niet om de pracht te zien van de cross-console ervaring. Als het aan mij ligt spelen we over een jaar allemaal op de PlayStation 4, de Xbox One, de Nintendo Wii U, de PC, een Apple computer, PlayStation Vita, Nintendo 3DS, Steam Machine, de Ouya en wat er nog meer verzonnen kan worden. Tegelijk. Want dat verdient “onze” industrie.