Dystopieën in games
Als we games opvatten als voorspellers van de toekomst, dan staat ons niet bepaald een rooskleurige tijd te wachten. In games begeven we ons dikwijls in werelden waarin de mensheid getroffen wordt door ecologische rampen en nucleaire catastrofes. Wanneer het geen ramp is die ons treft, dan is het wel een doorgeslagen politiek regime of de moderne techniek die het leven tot een hel maakt. De gemene deler in deze ellende is dat games ons een dystopisch beeld van de toekomst voorschotelen.
De dystopie is een veel terugkerende setting in games. We zien deze ellendige blik op de toekomst veel vaker terug dan de optimistische, utopische variant. Dat is ook niet zo gek: een wereld waarin van alles mis is, is zowel qua verhaal als qua gameplay vele malen interessanter dan een perfecte wereld. In dit artikel nemen we een aantal verschillende soorten dystopische gamewerelden onder de loep, waarbij de vraag is wat er nu precies zo ellendig is aan deze werelden.
Wat is een dystopie?
Om dystopieën in games onder de loep te nemen is het nuttig eerst te kijken naar wat een dystopie is. De dystopie was in eerste instantie een literair genre en de tegenhanger van het utopisch genre. In een utopisch werk gaat het erom al speculerend de voorwaarden voor een perfecte samenleving te schetsen. De oorsprong van het genre vinden we in de roman Utopia van Thomas More. In dit boek beschrijft More een eiland – Utopia – waarop mensen in een ideale staatsvorm leven. Er is vrijheid van religie, man en vrouw zijn gelijk, ziekenhuizen zijn gratis en privébezit is afgeschaft.
Het dystopische genre is de totale omdraaiing van het utopisch genre. In plaats van een perfecte samenleving te schetsen, wordt een zeer gebrekkige en ellendige maatschappij geschetst. Het doel is hier om op de gevaren te wijzen van politieke ideeën die in eerste instantie utopisch klinken. Het bekendste voorbeeld van een dystopische roman is 1984 van George Orwell. Het boek is een duidelijke waarschuwing tegen totalitaire regimes zoals het communisme of het nationaalsocialisme, waarin het individueel belang altijd ondergeschikt is aan het algemeen belang.
De totalitaire dystopie: Dishonored
In navolging van Orwells 1984 is de totalitaire dystopie een van de vaakst gebruikte vormen van dystopie in games geworden. De totalitaire dystopie draait om een samenleving waarin de overheid totale controle heeft over haar individuen. In games zien we een dergelijke wereld bijvoorbeeld in Dishonored. De game speelt zich af in de industriële stad Dunwall die in handen is van een totalitair regime. Deze overheid kenmerkt zich vooral door strikte ordehandhaving.
Het totalitaire karakter van de wereld van Dishonored wordt bij het spelen van de game al snel duidelijk: overal is overheidspropaganda te horen en de imposante Tallboys houden het gepeupel in toom. Bovendien gebruikt de overheid de plaag die de stad teistert om ongewenste groeperingen in quarantaine te zetten en zijn verschillende districten van elkaar gescheiden middels zogeheten Walls of Light. Door deze strikte ordehandhaving houdt de overheid controle over haar inwoners. Dit betekent in het ideale geval geen diefstal en ongehoorzaamheid, maar vooral: geen vrijheid.
De kapitalistische dystopie: Bioshock en The Outer Worlds
De kapitalistische samenleving is in veel opzichten de tegenhanger van de totalitaire. Weinig tot geen overheidsbemoeienis en een grote nadruk op individuele vrijheid tekenen het kapitalisme. Ook hier is echter een dystopische variant van mogelijk. De kapitalistische dystopie is een toekomstbeeld waarin de negatieve elementen van het hedendaags kapitalisme uitvergroot worden. Dat betekent: een samenleving vol graaiende massacorporaties waarin alles draait om winst en welzijn naar de achtergrond verdwijnt.
Het bekendste voorbeeld van een dergelijke wereld is natuurlijk de stad Rapture uit Bioshock. Rapture begon als kapitalistische utopie, maar al snel trok oprichter Andrew Ryan toch weer erg veel macht naar zich toe. Dit, in combinatie met groeiende klassenverschillen zorgde uiteindelijk voor een duidelijk dystopische wending. Een recent voorbeeld van de kapitalistische dystopie is The Outer Worlds. In The Outer Worlds is een veelbelovende kolonie in handen van graaiende bedrijven geraakt, met alle gevolgen van dien. Zo schrijft de overheid voor dat de jingle van het belangrijke bedrijf Spacer’s Choice het verplichte lievelingslied van iedereen in de kolonie is.
Dat individuele werknemers die je tegenkomt uitgebuit worden en een uitgebluste indruk maken, is onderdeel van de kapitalistische dystopie. Het enige dat van waarde is, is geld. Menselijk welzijn speelt daarbij geen rol. De meest macabere uiting hiervan in The Outer Worlds is wanneer je van een fabrieksarbeider een verhaal te horen krijgt over een werknemer die zelfmoord heeft gepleegd. Het bedrijf waar ze voor werken ziet dit als het moedwillig beschadigen van bedrijfseigendom en daarmee: vandalisme. Het hele dorp moet vervolgens de opgelopen schade vergoeden.
De nucleaire dystopie: Fallout
In de twee voorgenoemde dystopieën is de ellende een gevolg van de staatsvorm waarin we leven. In de nucleaire dystopie is het negatieve toekomstbeeld een gevolg van een nucleaire ramp. De hele bestaande samenleving is daardoor totaal van de kaart geveegd en de overlevende individuen moeten in de overgebleven woestenij een nieuw bestaan opbouwen. Dergelijke dystopieën waren vooral ten tijde van de kernwapendreiging van de Koude Oorlog erg populair en vinden we in games bijvoorbeeld in de Fallout-serie.
In Fallout vindt de nucleaire ramp plaats in het jaar 2077. Een gewelddadig conflict tussen de Verenigde Staten, China en Canada leidt uiteindelijk tot een nucleaire oorlog waarin alle grote steden vernietigd worden. Overlevenden trekken zich terug in zogeheten Vaults om daar de tijd af te wachten tot de buitenwereld weer begaanbaar is.
In de Fallout-games kruip je in de huid van een persoon die de Vault verlaat en de woeste buitenwereld betreedt. Door de totale afwezigheid van infrastructuur, wetten en regels en de aanwezigheid van gemuteerde gedrochten, is dit niet bepaald een sinecure. De wereld van Fallout doet dan ook denken aan wat filosoof Thomas Hobbes de natuurtoestand noemt: een wereld zonder wetten en regels waarin iedereen erop uit is elkaar een kopje kleiner te maken.
De technologische dystopie: Death Stranding en Horizon Zero Dawn
Techniek lijkt als vanzelfsprekend vooruitgang te impliceren. Dankzij technische innovaties zijn we in staat ziektes beter te bestrijden en wordt ons leven dankzij handige gadgets als computers, televisies en smartphones steeds aangenamer. Dit beeld wordt in de technologische dystopie op z’n kop gezet. De technologische ontwikkeling is doorgeslagen en daarmee is het juist de technologie die ons uiteindelijk in een onwenselijke situatie terecht laat komen.
In Death Stranding spiegelt Kojima ons een beeld voor van een totaal versplinterde samenleving, waarin individuen vervreemd zijn van elkaar. Dit beeld is een expliciet commentaar op onze huidige samenleving. Door technologische ontwikkelingen als internet en sociale media lijken we dichter tot elkaar te komen, maar trekken we ons juist steeds meer terug op ons eigen eilandje. Death Stranding houdt onze huidige samenleving een spiegel voor en wijst daarbij op het belang van verbinding.
Een ander goed voorbeeld van een technologische dystopie is Horizon Zero Dawn. In Horizon is de dystopische wereld het gevolg van de op hol geslagen kunstmatige intelligentie, een veelvoorkomende trope in het dystopische genre. In Horizon Zero Dawn slagen mensen er op den duur in kunstmatig intelligente machines te maken, maar vervolgens duurt het niet lang voordat deze machines zich tegen de mensheid keren. De samenleving is in Horizon teruggebracht tot haar tribale staat en wordt bovendien constant bedreigd door de nog steeds aanwezige machines.
Games als dystopie
Tot nu toe hebben we het gehad over dystopieën in games, maar we kunnen het onderwerp dystopie in games ook op een andere manier bekijken. In hoeverre leven we dankzij het bestaan van games nu al in een dystopie? Het beeld van mensen in bedompte ruimtes gekoppeld aan hun apparaten gold lange tijd als dystopisch toekomstbeeld, maar is in de hedendaagse LAN-party realiteit geworden. Waar leidt deze ontwikkeling ons naartoe?
De overtreffende trap hiervan zien we in de Black Mirror-aflevering USS Callister. In deze aflevering creëert de gefrustreerde ICT’er Robert Daly zelfbewuste klonen van zijn collega’s om samen met ze op avontuur te gaan in een Star Trek-achtige setting. Is dit nu uiteindelijk een utopisch of dystopisch perspectief? In eerste instantie lijkt een dergelijke wereld prachtig. Daly is door de vergevorderde AI fysiek aanwezig in de digitale wereld en wat is er nu cooler dan met je vrienden fysiek op avontuur gaan in je favoriete fictieve universum? Er is echter een duidelijk donkere keerzijde.
De avonturen lopen uiteindelijk vooral uit op het vernederen van zijn collega’s, die ook nog eens als in een koortsdroom gevangen zitten in de fantasiewereld van Daly. Deze vernedering doet denken aan de praktijken in de begintijd van DayZ, de online zombie-survivalgame die vrij snel onspeelbaar werd, omdat nieuwe spelers door gevorderde spelers gedwongen werden hun spullen af te geven of zichzelf te vernederen. In een dergelijke wereld zou ik niet graag lichamelijk aanwezig zijn.