Dreadnought – Vliegende tanks in Keulen
In veel gevallen weten we vooraf al wat we van een game kunnen verwachten wanneer we naar een evenement als gamescom 2016 gaan. Maar zo heel af en toe zitten er verrassingen tussen die niemand zag aankomen. In ons geval was dat Dreadnought.
Voor wie nog nooit van Dreadnought heeft gehoord, je bent niet alleen. Dreadnought is een multiplayer team-based shooter waarbij je de controle neemt over enorme ruimteschepen. Van kleine, vlotte schepen tot enorme schuiten zweven over een slagveld met als uiteindelijke doel de overwinning grijpen. Misschien wel de makkelijkste vergelijking om te maken is die met World of Tanks. Maar dan nog een stukje langzamer.
Want zelfs wanneer we het hebben over vlotte schepen, is dat allemaal nog relatief natuurlijk. Ruimteschepen van dit formaat zijn immers niet snel. Zaken als draaien, opstijgen, dalen en zelfs vooruit bewegen kosten heel wat moeite. Voor veel mensen zal het even wennen zijn, maar het voegt wel degelijk een strategische laag toe. Je moet immers de beslissing maken of je nog een schot plaatst, of liever even terugzakt om gerepareerd te worden. Er zijn namelijk geen magische herstelmogelijkheden: een schip in de support-klasse zal echt zijn best moeten doen om zijn teamgenoten in leven te houden.
Tenzij je natuurlijk met de Dreadnought speelt: een enorm schip, de grootste in de game, met een groot assortiment aan wapens. Van enorme bommen tot complete barrages, het is allemaal tot je beschikking. Al zijn dat in de meeste gevallen niet je standaard wapens. Ieder schip is namelijk uit te rusten met een viertal modules: extra aanvallen of vaardigheden die je kunt inzetten om het tij te keren of levend terug te trekken. Zo zijn er namelijk ook modules waarmee je een tijdelijke boost geeft aan je schild, een beacon laat vallen die medespelers kan herstellen of een modus voor je schip om alle energie naar je hoofdwapen te sturen voor extra snelle aanvallen.
https://www.youtube.com/watch?v=a2BWfI5hzPY
Naast de Dreadnought zijn er momenteel nog vier andere klassen waar je uit kunt kiezen, ieder met drie verschillende schepen. De Artillery Cruiser, een schip gespecialiseerd in lange afstandsgevechten; als vliegende sniper pluk je met een beetje moeite zelfs de grootste schepen uit de lucht. De Corvette-schepen zijn daarentegen meer voor het close-combat werk. Snel in zowel vaart als wapenkracht zijn deze schepen ideaal voor hit-and-run aanvallen, helemaal in combinatie met hun flexibele warpdrive.
De Destroyers zijn de ultieme middenmoot: ze zijn krachtig genoeg om staande te blijven in een vuurgevecht, maar snel genoeg om weer op tijd terug te trekken. Daardoor zijn ze ideaal om lichtere voertuigen, zoals de Corvettes en Tactical Cruisers neer te halen. Die laatste is dan de typische support-klasse: uitgerust met de mogelijkheid om andere schepen te repareren vormen ze de levenslijn in heftige gevechten.
Maar enkel je wapens aanpassen of een andere klasse kiezen is niet wat je tegenwoordig mag verwachten van een beetje ’team based shooter’. Zo ook in Dreadnought niet. Naast de keuzevrijheid in verschillende klassen en modules heb je namelijk ook de mogelijkheid om je schip te voorzien van een leuk kleurtje, een embleem op de zijkant of een ornament op de voorkant. Misschien niet het belangrijkste in de oorlog, maar het hoort er tegenwoordig bij.
Hoewel het qua klassen, schepen en aanpassingsmogelijkheden wel goed lijkt te zitten bij Dreadnought, ben ik echter niet zo zeker over de rest van de content. Naast de Team Deathmatch-modus, die ik tijdens de demo voorgeschoteld kreeg, is er namelijk verder enkel een Elimination-modus. Ietwat aan de karige kant als je het mij vraagt. Natuurlijk kan dit in de toekomst nog veranderen, maar als dit het blijft, zal de gemiddelde gamer er snel op uitgekeken zijn.
Of dat uiteindelijk ook zo zal zijn, zullen we binnenkort zien. Dreadnought is momenteel in ontwikkeling, exclusief voor de pc. Een precieze releasedatum is nog niet bekend, maar er vinden regelmatig bèta’s plaats waar we binnenkort mee aan de slag gaan.