Dragon Quest XI: Echoes of an Elusive Age
Dragon Quest is samen met Pokémon en Final Fantasy één van de populairste games in Japan. Waar de andere twee ook in het Westen al jaren grote namen zijn, is Dragon Quest hier nog steeds niet echt doorgebroken. Met Dragon Quest XI: Echoes of an Elusive Age is de serie alweer aan haar elfde deel toe. Zal dit nieuwe deel eindelijk voor een doorbraak in het Westen zorgen?
Dragon Quest XI: Echoes of an Elusive Age verscheen in Japan al in juli van 2017. Na meer dan een jaar wachten kunnen we eindelijk ook in het Westen met de RPG aan de slag. Voor fans van de serie kwam dit jaar bovenop een toch al erg lange wachttijd, want de vorige Dragon Quest game die buiten Japan uitkwam stamt alweer uit 2009. De te beantwoorden vraag is dan ook: is deel XI het lange wachten waard?
Geworteld in traditie
Wat meteen opvalt aan Dragon Quest XI is dat de game stevig in haar traditie wortelt. Dat betekent dat hoewel de serie zeker niet stil is blijven staan, je ook zeker niet moet rekenen op baanbrekende veranderingen. In tegenstelling tot een serie als Final Fantasy, die al jaren met wisselend succes worstelt met haar JRPG-wortels, omarmt Dragon Quest haar herkomst voor de volle 100%.
Dat wil zeggen dat je in deze game alle zogenaamde JRPG-clichés tegenkomt. Van een hoofdpersonage dat uitverkoren is het kwaad te bestrijden, tot klassieke turn-based combat en eigenzinnige reisgenoten met wilde kapsels: Dragon Quest XI heeft het allemaal. De verschillende klassieke elementen in de game werken echter op zo’n prettige manier samen, dat het erg moeilijk is om de game weg te leggen.
Lichtgevende held
Laten we met het verhaal beginnen. In Dragon Quest XI kruip je in de huid van de Luminary, de reïncarnatie van een mythische held die is uitverkoren om het kwaad uit de wereld te verbannen. Wegens een hele rits aan onvoorziene catastrofes breng je echter je jeugd door in een slaperig bergdorpje om pas tijdens het plaatselijke volwassenheidsritueel achter je echte identiteit te komen. Wanneer je die ontdekt hebt, is het natuurlijk de hoogste tijd om de wereld van Erdrea in te trekken om meer te weten te komen over je lotsbestemming.
Hoewel deze premisse en het begin van je reis nogal voorspelbaar aandoen, is het verhaal absoluut één van de sterkste kanten van Dragon Quest. Via verschillende plekken en een grote cast aan personages kom je steeds meer te weten over je eigen geschiedenis en de geschiedenis van de wereld waar je doorheen trekt. Vooral tegen het einde van de game komen er regelmatig lange, ietwat melodramatische cutscenes voor, maar tegen die tijd zat ik zo in het verhaal, dat ik dit helemaal niet erg vond.
De voorspelbaarheid die het begin van het verhaal kenmerkt, maakt al snel plaats voor een boeiend plot vol onverwachte wendingen en uitgediepte personages. Waar je bij veel games na een paar uur wel weet waar het verhaal ongeveer naartoe gaat, houdt Dragon Quest zijn kaarten lange tijd dicht tegen de borst. Hierdoor wist de game me zelfs na meer dan 40 uur spelen regelmatig te verrassen met een nieuwe wending of een emotioneel moment.
Flamboyant of bijdehand?
Waar je in het eerste deel van Dragon Quest nog in je eentje op pad gaat, maken reisgenoten al sinds de tweede game een belangrijk deel uit van de serie. Ook in dit deel verzamel je onderweg weer de nodige metgezellen die je vergezellen op je reis. Je zult veel over je kompanen te weten komen en gelukkig is de bonte cast aan personages die je na verloop van tijd om je heen verzamelt op een enkeling na ontzettend overtuigend.
Veruit mijn favoriete personage uit de game is Sylvando. Deze flamboyante en altijd optimistische circusartiest zit vol met oneliners en geeft de nodige lichtheid mee aan een bij tijd en wijle nogal duister verhaal. De zwakste schakel uit de groep was voor mij Veronica, een volwassen magiër met het lichaam van een klein kind. De constante bijdehante opmerkingen en woede-uitbarstingen zorgden ervoor dat ik haar al snel zat was.
Over het algemeen zijn zowel je reisgenoten als de mensen die je onderweg tegenkomt interessante, goed uitgewerkte personages. Wat daar zeker aan bijdraagt is het feit dat de Westerse versie van de game in tegenstelling tot de Japanse versie voorzien is van voice-acting. Een enkele uitzondering daargelaten zijn de stemacteurs van hoog niveau, wat ervoor zorgt dat de toch al goed geschreven personages extra goed tot leven komen.
Prachtig Erdrea
Naast je reisgenoten zijn ook de omgevingen van de game de moeite van het noemen waard. De diverse gebieden waar je in Erdrea doorheen trekt, zien er namelijk allemaal prachtig uit. Van uitgestrekte groene velden tot besneeuwde bossen en woestijngebieden: de cell-shaded artstyle van de game brengt het allemaal prachtig in beeld.
Daar moet wel bij gezegd worden dat er in uitgestrekte gebieden sprake is van de nodige pop-in. Ook kwam het later in de game wel eens voor dat de game wat haperde in gebieden waar veel op het scherm te zien was, maar deze momenten zijn sporadisch.
Een speciale vermelding is hier nog op zijn plaats voor de vele paleizen en kastelen die je in de game bezoekt. Veel van deze gebouwen zijn zo prachtig en kleurrijk vormgegeven dat ik regelmatig met open mond heb zitten kijken terwijl ik deze plekken verkende. Wanneer je dan gaat letten op de weerspiegelingen van het plafond in marmeren vloeren, of de zon die door een hoog raam zijn schaduwen naar binnen werpt, kun je niet anders dan onder de indruk zijn.
Op je beurt wachten
Al die pracht en praal is natuurlijk leuk, maar je komt natuurlijk niet naar Erdrea om leuke plaatjes te schieten. Er zitten namelijk overal monsters die je een kopje kleiner moet zien te maken. Dat vechten gebeurt in Dragon Quest XI op klassieke, turn-based wijze. Met een groep van maximaal vier personages neem je het op tegen één of meerdere vijanden. Omstebeurt vuur je aanvallen op elkaar af, tot één van de groepen het loodje legt. Mocht één van de personages die je hebt ingezet toch niet zo goed opgewassen zijn tegen de omstandigheden van het gevecht, dan kun je hem ieder moment wisselen met één van de bankzitters.
Waar je de game begint met slechts een simpele aanval, een vuurbal en een geneeskrachtige spreuk, wordt je arsenaal al snel complex en interessant. Je verschillende personages hebben verschillende buffs, aanvallen en statuseffecten om uit te kiezen, waardoor de gevechten uitnodigen tot experimentatie. Wanneer één van je personages een level omhoog gaat, krijg je bovendien skill points om uit te geven in een skill tree. Je krijgt hiermee de nodige vrijheid in het ontwikkelen van je personages. Laat je Sylvando volledig concentreren op zijn cicrusacts, of maak je hem meer bekwaam in zwaardvechten?
Wat extra bijdraagt aan de vele mogelijkheden binnen de gevechten, is de nieuw pepped-up-mechanic. Wanneer één van je personages de nodige klappen ontvangt, is er de kans dat hij of zij pepped-up raakt. Dit personage wordt dan omgeven door een blauw aura en heeft zowel een sterkere aanval als verdediging. Ook geeft deze pepped-up status toegang tot een extra sterke aanval en wanneer meerdere personages tegelijk pepped-up zijn, zijn er zelfs combinatie-aanvallen mogelijk. Je kunt het je echter niet permitteren te lang te wachten, want de pepped-up status verdwijnt na verloop van tijd vanzelf weer.
Koddige monsters
Eén van mijn grootste ergernissen aan veel klassieke JRPG’s zijn de random battles en gelukkig zitten die amper in Dragon Quest XI. Net als in de DS-remake van Dragon Quest VIII zie je vijanden namelijk rondlopen in de wereld. Hierdoor kun je ervoor kiezen om ze te ontwijken of ze omver te rijden met je paard. Je kunt ze echter ook lokken door ze te bestoken met je kruisboog of een nietsvermoedende vijand vast een preventieve klap uitdelen.
Hoewel het dus mogelijk is om vijanden te ontwijken, zul je dat waarschijnlijk niet al te vaak willen doen. Dat heeft natuurlijk te maken met het feit dat je zoveel mogelijk XP wilt verzamelen. Een andere belangrijke motivator om met iedere nieuwe vijand te willen knokken, is hoe ontzettend koddig, of soms juist creepy, de meeste vijanden eruit zien. Het artwork van Akira Toriyama schittert in de vormgeving van de vijanden. Ook al wordt het vuur je door dansende komkommers, toverende varkens of de klassieke slimes flink aan de schenen gelegd, de vormgeving van de vijanden zorgt consequent voor een glimlach op je gezicht.
Het enige dat jammer is aan de gevechten is dat de meeste willekeurige vijanden die je tegenkomt in de wereld al snel amper een uitdaging voor je vormen. Het verslaan van deze vijanden kan daardoor, ondanks het koddige uiterlijk, toch als een grind aan gaan voelen. De uitdaging bewaart de game namelijk voor zijn baasgevechten en daar zitten gelukkig wel behoorlijk wat interessante en uitdagende gevechten tussen.
Charmeoffensief
Naast het verhaal en de gevechten biedt Dragon Quest nog een tal van extra activiteiten aan. Zo kun je proberen prijzen te winnen aan de pokertafel in het casino, vechten in een arena, of je bekwamen in paardenraces in de woestijn. Het smeden van items in de Fun-Sized Forge werkt als een minigame waarin je moet proberen het metaal zo adequaat mogelijk te bewerken en dat is erg verslavend. Daarnaast zijn er tal van sidequests te vinden in de game, al ontstijgen die meestal het niveau van een simpele fetch quest niet.
Interessanter dan de sidequests is de mogelijkheid om diverse monsters te berijden. Zo nu en dan vind je in Edrea een glimmend monster, wat betekent dat deze te berijden is nadat je hem verslagen hebt. Vaak kun je door op een monster te zitten plekken bereiken waar je eerder niet bij kon. Zo zijn er wespen waarmee je naar afgelegen eilandjes kan vliegen of robots waarmee je naar hoger gelegen platformen kan springen.
Of ik nu bezig was een belangrijke verhaalmissie te spelen, wat aan het hameren was met mijn Fun-Sized Forge, of de wereld van Erdrea gewoon wat aan het ontdekken was: de game wist mij ieder moment te overtuigen met zijn charme. Het is een tijd geleden dat ik zelfs na meer dan 50 uur spelen nog steeds bezig was dingen te ontdekken, in plaats van gewoon het verhaal zo snel mogelijk af te raffelen. Al met al is Dragon Quest XI een game die me erg heeft verrast en die me nog lang bij zal blijven.