Processors komen tegenwoordig met ingebouwde Graphic Processing Units (GPU’s). Hoewel die in laptops vaak gebruikt worden voor gaming, staan ze bij desktopcomputers vooral in de schaduw van videokaarten. Microsoft wil met DirectX 12 de kracht van de ‘vergeten’ processor-GPU inzetten om prestaties in games te verbeteren. Daarover berichtte de site Lazygamer.

DirectX 12 moet de processor-GPU naast de GPU van videokaarten activeren. In de praktijk leidt dat tot een verbeterde framerate in games. In een techdemo voor de laatste Unreal engine op de DirectX was al een verschil waarneembaar. Met een krachtige gaming-pc (met quad-SLI Titan X-kaarten) werd een framerate van 39,7 fps gehaald. Met alleen de GPU’s uit de kaarten werd een score van 35,9 fps bereikt.

Het verschil zit hem in de ‘post processing’, waar de processor-GPU voor wordt ingezet. Daardoor kan de videokaart alvast aan het werk met het berekenen van de volgende frame. De extra kracht kan vooral veel opleveren als de processorfabrikanten AMD en Intel in de toekomst inzetten op een sterkere geïntegreerde GPU. DirectX 12 is ingebouwd in Windows 10, die later dit jaar moet verschijnen. Waarschijnlijk liggen de eerste games die het ondersteunen komend jaar in de schappen.