De zin -en onzin- van companion-apps – Toevoeging of geldverspilling?
Met de opkomst van smartphones, het internet en connected devices zagen we in de gamesindustrie een plotse verschijning: de companion-app. Hoewel ze al langer in de diepe krochten van het internet leefden, gemaakt door gepassioneerde fans, sprongen met de toenemende populariteit van smartphones ook plots uitgevers in datzelfde bootje. Maar nu ik de zoveelste zinloze app op mijn telefoon heb staan, vraag ik me af: wat is het nut ervan?
De companion-app of -game. Te pas en te onpas word je in willekeurige games gevraagd of je niet even een app wilt downloaden. Nog maar eens een app op je telefoon gooien die schijfruimte in beslag neemt en een enkele keer lopen rommelen met een account dat je misschien vijftien jaar geleden voor het laatst hebt gebruikt, om diezelfde app daarna in een mapje te stoppen met nog twintig andere apps en die uiteindelijk na een half jaar bij een grote schoonmaak weer weg te gooien.
De opkomst van companion-sites
Hoewel ze waarschijnlijk al wel langer op het internet rondzwerven, kwam ik de eerste echte companion-apps een jaar of vijftien geleden tegen. Eigenlijk waren het toen nog companion-sites, websites die als toevoeging dienden voor een specifieke game met relevante informatie over jouw profiel. In mijn geval ging het om mijn soldaat in Battlefield 2. Op een handige site kon ik mijn gebruikersnaam ingeven en kreeg ik een handig overzicht van mijn K/D, mijn lintjes en mijn lopende missies. Maar zowel DICE als Electronic Arts, respectievelijk ontwikkelaar en uitgever van de game, hadden hier niets mee van doen. Nee, het was een groepje enthousiaste fans die ons op de hoogte moest houden van de laatste statistieken.
Zo rond de release van Battlefield 3 veranderde het een en ander. Electronic Arts kwam met een eigen systeem, genaamd Battlelog, waarbij je kon inloggen om te kijken wat jouw statistieken waren. Handig, helemaal als je jouw stats met vrienden wilde vergelijken. Ook andere uitgevers kwamen met eenzelfde systeem: Activision had Call of Duty XD en ook andere partijen volgden vlug, maar mobiele apps waren nog altijd een drama.
De revolutie naar companion-apps
Voor die apps ging namelijk precies hetzelfde riedeltje op: eerst waren het de fans die door middel van koppelingen en datafeeds zelf apps maakten en een aantal jaar later kwamen de ‘professionele’ apps pas. Ik zet het tussen aanhalingstekens, omdat de apps van fans vaak genoeg een stuk beter werkten dan die van grote uitgevers die waarschijnlijk duizenden euro’s of dollars tegen de ontwikkeling aan hadden gegooid.
Een mooi voorbeeld van een app waar naar alle waarschijnlijkheid veel geld in is gaan zitten, is de companion-app van Deus Ex: Mankind Divided, lekker recent en misschien ook nog wel bij jou op je telefoon geïnstalleerd. In de game kun je speciale codes vinden, verspreid over de spelwereld van Adam Jensen. Maar om iets met deze codes te kunnen doen, moet je een speciale app downloaden. Dus vol verwachting open ik de app, scan ik een code en krijg ik… een filmpje. Of een stukje artwork. Niet echt de juiste verhouding tussen inspanning en beloning, dus mocht de app direct de prullenbak in.
Toch zijn er ook tal van goede mobiele apps te vinden. Games als Destiny, Far Cry 4 en Need For Speed hadden apps waarbij je live je progressie kon volgen vanuit de game, of je gear zelfs on-the-go kon aanpassen. Ideaal als je even tussen matches zit, of niet achter een pc of console kunt kruipen.
Maar waarom stoppen bij enkel je gear verwisselen of de laatste statistieken bekijken? Misschien nog wel mijn favoriet als het aankomt op companion-apps is die van Battlefield 4: de Battlefield Commander-app. De app, exclusief voor tablets, stelt je in staat om controle te nemen over het slagveld, zelfs als je niet achter je pc zit. Bevelen geven aan troepen, radio-ondersteuning oproepen en een compleet overzicht van het slagveld, allemaal op je tablet. Thuis of onderweg, dat maakte niet uit. Je kunt altijd deel uitmaken van de game.
Een nare bijkomstigheid
Met de opkomst van deze, in veel gevallen nuttige, apps kwam ook het minderbedeelde broertje om de hoek zetten: de mobiele game. Iedere middelmatige release moest plots een mobiele aanvulling krijgen. “Dat is leuk. Zo kunnen we onze game nog vaker in het gezicht van de gamer schuiven, terwijl hij daar helemaal niet zo op zit te wachten”, moeten uitgevers denken. Ik zeg “hij”, want stereotype.
Assassin’s Creed, Battleborn, Need for Speed, allemaal hebben ze al een mobiele spin-off gehad met wisselende, maar veelal negatieve resultaten. De games voelen geforceerd en moeten te veel hun wanhopige best doen om de sfeer van de hoofdtitel nog maar eens een keer over te brengen, maar al te vaak zonder succes. Om nog maar te zwijgen over de “freemium” modellen die daarachter zitten.
Voor als je het nog niet wist: ‘mium’ is Latijn voor ‘niet echt’, aldus South Park.
Het meest recente geval: Mafia III. Hoewel de verwachtingen voor de game hooggespannen waren, had ik al vanaf het begin weinig verwachtingen van de aangekondigde mobiele spin-off Mafia III: Rivals. Het was dan ook niet zo dat ik zat te wachten om de game te spelen. Maar toen hoofdredacteur Robert vroeg of er iemand een artikel over de game wilde schrijven als onderdeel van onze Game van de Maand, was mijn hand al in de lucht voordat ik er erg in had. Niet veel later besefte ik pas dat ik mezelf in mijn eigen voet had geschoten.
Uiteindelijk moet een uitgever doen met zijn geld wat hij wil. Als je geld wil verbrassen aan een zinloze app, dan moeten ze dat lekker doen. Maar datzelfde geld zou ook anders geïnvesteerd kunnen worden. Misschien nog een extra paar handjes om je game beter te maken. Of misschien wat tijd kopen om je game te verbeteren? Want een game als Mafia III laat zien dat dat in heel veel gevallen net zo hard nodig is dan een of andere matige companion-app of -game.