De geschiedenis van Far Cry – Van Jack Carver tot de Himalaya’s
Nu Far Cry 4 in de winkels ligt en morgen onze review van de game online komt, leek het me een mooi moment om eens terug te kijken op de serie die dit jaar tien jaar bestaat. Want als je terug gaat kijken, blijkt de consistentie tussen de delen ver te zoeken. Van eilanden in Micronesië tot Midden-Afrika en van Special Forces tot een groep feestende rijkeluiskindjes, bij Far Cry kan het allemaal.
Het avontuur rond Far Cry begon in 1999 met de oprichting van CryTek, een studio die we naast de originele Far Cry natuurlijk kennen van de Crysis-serie en Ryse: Son of Rome. In dat jaar werd de studio opgericht door de drie broers Yerli en nog geen jaar later stonden ze al met een tech-demo op de technologiebeurs ECTS. De naam van de demo? X-Isle.
Toch duurt het uiteindelijk nog zo’n vier jaar voordat Far Cry uiteindelijk in de winkels ligt. Maar op 26 maart 2004 was het dan zover: Far Cry ligt in de winkels en gaat als warme broodjes over de toonbank. Niet alleen de fans smulden van de game, ook de wereldwijde pers kon zijn pret niet op en gaf de game gemiddeld een 8,9, iets wat voor die tijd ontzettend hoog was. Van de graphics van de game, tot de AI van de vijanden, tot het compleet bizarre verhaal van Jack Carver op een idyllisch eiland, het scoorde allemaal.
Maar dat was niet het einde van het originele Far Cry-avontuur. Anderhalf jaar later is Crytek ineens uit beeld verdwenen en steekt Ubisoft Montreal de kop op voor Far Cry Instincts, een remake van het origineel specifiek gericht op consoles. Maar waar de game eigenlijk voor de GameCube, PlayStation 2 en Xbox moest verschijnen, bereikt de game alleen de laatste. Toch kan Instincts niet een echte remake worden genoemd: het verhaal is anders en ook de gameplay is flink op de schop gegaan. Want waar held Jack Carver het in het origineel nog gewoon moest hebben van instinct en snelle reflexen, krijgt hij in Instincts plots ‘Feral’-krachten, zoals verhoogde snelheid, nachtvisie en sterkere melee-aanvallen. Maar ondanks dat scoort ook deze game goed bij publiek en pers.
Dan is het plots 2008. De nieuwe generatie consoles ligt in de winkel en daarbij ook een nieuwe deel binnen de Far Cry-serie. Maar dit keer zonder Jack Carver, zonder een tropisch eiland midden in de zee en zonder genetische manipulatie. Dit maal reist de game af naar Midden-Afrika, naar een land zonder naam waar een burgeroorlog gaande is en waar jij als speler middenin belandt. Met keuze uit 9 verschillende hoofdpersonen, ieder met een eigen achtergrondverhaal, ga je op jacht naar de Jackal, een wapenhandelaar die de oorlog in het land lekker gaande weet te houden.
Ondanks dat het verhaal niet heel veel voorstelde, wist de game toch een aantal bijzondere dingen op touw te zetten. Zo was er het streven naar realisme in dit fictieve land met zijn fictieve oorlog: eens in de 40 minuten moesten spelers medicatie nemen tegen de malaria, moesten voertuigen gerepareerd worden als ze teveel schade opliepen en mocht je regelmatig met een pincet kogels uit je eigen ledematen verwijderen. Maar ook met de omgevingen zelf en de bijbehorende dag/nacht-cyclus gooide de game hoge ogen.
Vier jaar later is iedereen het avontuur in Midden-Afrika al lang weer vergeten, want de Definitie van Krankzinnigheid houdt iedereen al maanden bezig. Na een overweldigende trailer tijdens de E3 van 2011 zat iedereen op het puntje van zijn stoel door de compleet gestoorde Vaas, bad-guy in Far Cry 3. Met een veel duidelijkere nadruk op het verhaal van de game, dat laat zien hoe bepaalde ervaringen een mens compleet laten veranderen, zet Ubisoft een nieuwe standaard voor zichzelf. Maar ook een grote open wereld waarin je eigenlijk nooit veilig bent, draagt bij aan de spanning. Toch is het opvallend dat met al het geweld in de game, zowel tegen mensen als tegen natuur, PETA zich nooit heeft laten horen over Far Cry 3.
Maar waar Far Cry 3 een intens en lichtelijk krankzinnig verhaal was, is Blood Dragon een psychedelische trip van de hoogste klasse. De stand-alone uitbreiding van de game neemt spelers terug naar Rook Island, maar dan in een post-nucleaire staat die rechtstreeks uit een jaren 80 film lijkt te komen, inclusief foute superheld, neon-kleuren en jawel, dinosaurussen. Gevalletje niet over nadenken, maar gewoon doen.
Dan zijn we daar eindelijk: 2014. Rook Island ligt achter ons en dus is het tijd om onze blikken te werpen op de Himalaya’s met zijn flamboyante dictator Pagan Min. Maar wat vinden we van de game? Je leest het morgen in onze review, natuurlijk hier op Pixel Vault.