Cadence of Hyrule
Dat Nintendo erg zuinig is op de series en personages die het door de decennia heeft gemaakt, was ondertussen wel duidelijk. Als ontwikkelaar moet je van goede huize komen, wil je aan de slag gaan met franchises als Mario, Pokémon en Zelda. Het was dan ook voor velen een verrassing toen de Japanse gigant de teugels losliet om Brace Yourself Games aan de slag te laten gaan met Link, Zelda en de andere inwoners van Hyrule. Iets wat uiteindelijk een hele positieve verrassing is geworden in Cadence of Hyrule.
Wanneer Nintendo de touwtjes eventjes loslaat om een andere ontwikkelaar met een serie aan de slag te laten gaan, zijn het meestal geen kleintjes. Bandai Namco voor Super Smash Bros., Ubisoft voor Mario + Rabbids en Sega voor Mario & Sonic op de Olympische spelen. Dat een studio met slechts één game op het portfolio toestemming kreeg om een spin-off te maken van diens originele game, is dan ook iets om voor te buigen.
Dat is namelijk het verhaal van hoe Ryan Clark en zijn team toestemming kregen om de game te maken. Een directe vraag richting Nintendo om Link en Zelda als DLC voor Crypt of the NecroDancer op de Nintendo Switch toe te voegen, veranderde al snel in een volwaardig project met het team aan het roer.
Terug naar 8-bit Hyrule
Cadence of Hyrule neemt je mee naar Hyrule, waar de duistere Octavo een magische luit heeft gebruikt om de koning, prinses Zelda en Link in slaap te sussen en zo de macht te grijpen. Zonder helden om het koninkrijk te beschermen, kiest de Triforce om onverklaarbare redenen het meisje Cadence en teleporteert haar vanuit haar eigen wereld naar Hyrule.
Hoewel de game zich klaar lijkt te maken voor een avontuur met de heldin uit de originele Crypt of the NecroDancer-game, denkt Cadence daar zelf anders over. Al snel heeft ze Link of Zelda (die keuze is aan jou) wakker gemaakt en legt ze het lot van Hyrule in jouw handen. Dit terwijl ze zelf op zoek gaat naar een manier om weer thuis te komen in haar eigen wereld en naar de achtergrond verdwijnt.
Vanaf dat moment is het aan jou om als Link of Zelda door Hyrule te trekken en de magische instrumenten te vinden die Octavo kunnen verslaan. Dit alles speelt zich af in een nieuwe versie van Hyrule die we nog niet eerder hebben gezien, maar toch vertrouwd aanvoelt. Dat is vooral te danken aan de bekende rassen die je tegenkomt zoals de Gerudo, Gorons en Zora. Overigens wel allemaal in een eigen 8-bit stijltje zoals we ze nog niet eerder hebben gezien.
Een goed gevoel voor ritme
Cadence of Hyrule speelt niet zoals je zou verwachten bij een normale The Legend of Zelda-game. Hoewel muziek al vaker een belangrijke rol heeft gespeeld in de serie, was een gevoel voor ritme in The Wind Waker of Ocarina of Time niet echt een verplichting. Ook zonder kwam je er wel mee weg. In Cadence of Hyrule niet, simpelweg omdat alles op de maat van de muziek gaat.
Inderdaad, Cadence of Hyrule is net als Crypt of the NecroDancer een ritmische actie-game. Voor spelers die het origineel hebben gespeeld geen hele grote verrassing, maar wanneer je zoals ondergetekende nog niet eerder met de indie-hit in aanraking was gekomen wel even slikken. Zelda, Link en uiteindelijk ook Cadence doen namelijk alles ritmisch. Zolang jij natuurlijk op het juiste moment de knop in drukt.
Bewegen, aanvallen, items gebruiken en puzzels oplossen: het heeft allemaal een ritme. Dat ritme wordt duidelijk zodra er vijanden op je scherm verschijnen. Op dat moment komt er een balk onder op je scherm naar voren die op de beat van de muziek laat zien wanneer je op een knop moet drukken. Doe dit in het juiste tempo en je voert de bedoelde actie uit. Mis een gevoel voor ritme en je wordt vooral in elkaar geslagen door de tientallen vijanden.
Rogue-light
Naast een gevoel voor ritme heb je in Cadence of Hyrule ook veel geduld nodig. De game leunt namelijk stevig op het roguelike principe, maar gooit je niet helemaal in het diepe. Wanneer je bijvoorbeeld dood gaat, verlies je geen echte progressie in de game. Je hoeft niet vanaf het begin opnieuw te beginnen en ook specifieke gadgets, zoals je hookshot of pijl en boog, behoud je. Al je verzamelde Rupees, sleutels en tijdelijke items zoals een schep of fakkel zijn echter wel weg.
Daarmee wordt Cadence of Hyrule dan ook echt een game van ’trial and error’. Veel proberen, veel doodgaan en dan nog een keer proberen, totdat je doorhebt hoe de game in elkaar steekt. Ook blijft de game uitdagend doordat vijanden weer terugkomen wanneer je doodgaat en je dus eigenlijk altijd op je hoede moet blijven.
Die nadruk op ’trial and error’ is uiteindelijk wat de game verslavend maakt. Vooral voor mensen die niet bekend zijn met roguelike games en Crypt of the NecroDancer is het echter makkelijk om snel overweldigd te raken. Met name wanneer je niet het gevoel hebt dat je progressie maakt en telkens hetzelfde stuk opnieuw moet doen.
Zit je lekker in de flow, dan is het juist weer jammer dat de game vlot voorbij is. Te vlot voor mijn gevoel en zonder echte redenen om weer terug te gaan. In een enkele playthrough kom je door alle vier de verschillende dungeons en kun je ook zonder problemen alle items halen, waardoor de game binnen enkele uren alweer gearchiveerd kan worden.
Soundtrack op repeat
Dat de game er geweldig uitziet en een heerlijke soundtrack heeft, maakt het extra zonde dat er zo weinig redenen zijn om weer terug te keren naar Cadence of Hyrule zodra de aftiteling op het scherm is geweest. Het design van de game doet vooral de vroege games van de serie eer aan met een herkenbare 8-bit-stijl die vanaf het eerste scherm een glimlach op je gezicht tovert.
Het voelt dan ook logisch aan om te horen dat verschillende designers van Sonic Mania aan het design van de game hebben meegeholpen. Zij hebben immers wel bewezen dat ze snappen hoe ze een moderne twist moeten geven aan oude klassiekers.
Datzelfde gaat op voor de 25-nummers tellende soundtrack van de game, die zowel tijdens als na het spelen nog vele malen voorbij is gekomen. De soundtrack laat herkenbare tunes terugkomen, maar geeft ze stuk voor stuk een moderne twist met vooral heavy metal-invloeden die heerlijk zijn om tijdens het werk of het sporten aan te zetten.