Banjo-Kazooie – Deuntjes uit je jeugd
Vroegâh was alles beter! Rebecca ging met de roze bril op terug naar 1998 en testte of Banjo-Kazooie de tand des tijds heeft doorstaan. Is Banjo-Kazooie nog steeds tof anno 2016? Of kunnen we deze game maar beter stof laten happen achterop een plank?
Mijn gameleven begon op het moment dat ik voor het eerst een Nintendo 64-controller in mijn handen kreeg. Ik heb dan ook heel wat uren voor de televisie versleten, terwijl ik in de schoenen van verschillende personages door diverse werelden aan het reizen was. Veel van de games die uitkwamen voor de Nintendo 64, draag ik dan ook een heel warm hart toe. Een van deze games is Banjo-Kazooie.
Bedeesde Banjo en sassy Kazooie
In deze game treed je in de voetsporen van de vriendelijke beer Banjo en diens beste vriend, de oranje vogel Kazooie. Banjo loopt standaard rond met een rugzak waarin de arme Kazooie zich bevindt. Terwijl zij een rustig potje aan het kaarten zijn, wordt het zusje van Banjo, Tooty, gekidnapt door een heks die haar schoonheid wil stelen. Je begrijpt het wel, dit laten Banjo en Kazooie niet zomaar over hun kant gaan en daar begint hun avontuur door de diverse levels heen.
Als kind werd ik direct verliefd op de game, met name vanwege de personages. Banjo is heel rustig, terwijl Kazooie daarentegen heel brutaal is en soms de meest lullige dingen uitkraamt. Ben je een lelijk personage? Geen zorgen, Kazooie duwt je wel even de grond in met een rotopmerking. Als kind vond ik dit helemaal geweldig en om eerlijk te zijn, vond de volwassen ik het nog steeds super. Ik heb regelmatig lopen grinniken om de gesprekken en gebeurtenissen uit de game.
Nostalgische deuntjes
Vroeger viel het me niet zo op, maar tijdens mijn volwassen playthrough des te meer: de muziek van deze game is geweldig. Banjo-Kazooie is opgedeeld in diverse levels en elk daarvan heeft een geheel eigen muziekje. Ik herkende elk deuntje nog en zat met name hierdoor meteen weer volledig in de game. Ook zorgde het ervoor dat ik een klein tripje down memory lane wist te maken en me weer een kleine ukkepuk voelde, die op een regenachtige dag in pyjama voor de tv zat. Dat waren nog eens momenten.
Naast de muziek zijn de geluidjes van bepaalde objecten ook heel iconisch. In de levels kun je verschillende dingen verzamelen. Het belangrijkste zijn puzzelstukken, want daarmee unlock je nieuwe levels. Daarnaast zijn er in elk level 100 muzieknoten te verzamelen en heb je vijf personages in verschillende kleuren die je kunt helpen. Deze schattige figuren hebben de naam Jinjo. Elk van deze voorwerpen heeft een eigen deuntje die je hoort wanneer je ze oppakt. Op zich zijn deze niets bijzonders, maar het is de nostalgie en het iconische ervan dat het geweldig maakt.
Niet-memorabel verhaal
De gehele game richt zich op het redden van Tooty uit de handen van de gemene heks Gruntilda. Je weet dat dit het doel is, maar daar houdt het eigenlijk ook mee op. Een echt verhaal zit er niet in en het kidnap-verhaal is eigenlijk niet heel interessant, met name omdat het zo simpel is. Gelukkig weet de game alles goed te maken door de diversiteit aan levels.
Er zit een behoorlijke selectie aan levels in de game en je kunt het eigenlijk zo gek niet bedenken of het is wel aanwezig. Er is een sneeuwwereld die een enorme sneeuwpop van kilometers hoog in het midden heeft staan. Een woestijn met een pratende kameel, een moeraslevel, een level op een boot, noem het maar op. Je kunt er allerlei diverse settings in vinden en elk van deze levels heeft ook een volledig eigen karakter.
De puzzelstukken die je in de levels moet verzamelen, kun je natuurlijk niet zomaar oppakken, daar moet je wel even iets voor doen. De missies die je daarvoor moet uitvoeren, sluiten perfect aan bij het level zelf. In het woestijnlevel staan bijvoorbeeld een aantal bomen die volledig uitgedroogd zijn, wat opgelost kan worden door water voor ze te regelen. In het moeras kom je een aantal kikkers tegen die wel wat hulp kunnen gebruiken. Doordat elk level zo divers is, blijft de game ontzettend lang leuk. Hoewel ze het waterlevel wel hadden mogen skippen…
Hocus pocus pilatus pas
Het allertofste van deze game was toch wel het personage Mambo Jambo. Een maffe tovenaar met een soort schedelmasker als hoofd. Wanneer ik zijn huis in een level tegenkwam, begon mijn hart eigenlijk al harder te kloppen. De reden daarvoor is dat Mambo Jambo dus kan toveren, het soort toveren waarbij hij Banjo in een heel ander iets kan veranderen. Een krokodil bijvoorbeeld, of een schattige bij, oh en een wasmachine, want waarom ook niet? Als kind voelde zijn toveren daadwerkelijk aan als magie. Ik moet blozend toegeven dat het als volwassene stiekem nog steeds zo voelde.
Hoewel ik de game als kind helemaal kapot gespeeld heb, wist ik niet overal meer in welk dier of voorwerp ik zou veranderen. Het was dus elke keer weer even spannend om te zien wat eruit kwam. Je begrijpt het misschien al wel, die roze bril bleef ik ophouden tijdens het spelen als volwassene en die bleef ook lekker op. Op zich helemaal niet erg: oude games vormen toch een zekere mate van nostalgie en dat maakt ze heerlijk om te blijven spelen. Dus als je mij zoekt, zit ik lekker achter de Nintendo 64.