Arms
Nintendo lijkt helemaal in de flow te zitten. Na een uiterst succesvolle lancering van de Switch en een aantal knallende games, lijkt de weg alleen nog maar omhoog te gaan. Toch waren er na de aankondiging van de console nog wat twijfelgevalletjes, want wat moesten we bijvoorbeeld in hemelsnaam gaan verwachten van die bizarre boksgame Arms? Ondertussen zijn we een half jaar verder en hebben we daar eindelijk een antwoord op.
Arms is een bijzonder geval voor Nintendo. Geen vijf jaar aanloop naar de game, niet tot in den treure toe uitlichten, maar aankondigen en uitbrengen. Natuurlijk had de Japanse gigant ook wel door dat het daarmee geen enorme verkoopcijfers zou presenteren, dus lijkt Nintendo het bèta-model te omarmen. We kregen immers twee weken achter elkaar de mogelijkheid om de game alvast gratis te spelen, al was het maar voor een uurtje. Toch liepen we er toen nog niet echt warm voor.
Keuzevrijheid
De voornaamste reden dat Arms mij na de Global Testpunch (zoals Nintendo de open bèta noemt) niet wist te overtuigen, lag vooral aan de besturing van de game. Arms beschikt namelijk net als menig andere Switch-game over een scala aan besturingsmogelijkheden. Je kan de game met één Joy-con spelen of met twee los in iedere hand, dan wel aan de controller/console vast. Nog een alternatief is de Pro-controller. Het pijnpunt ligt echter in het feit dat Nintendo als een malle loopt te pushen op het gebruiken van twee losse Joy-cons in je hand, waarna je vuisten maakt en loopt te schaduwboksen.
Hoewel dit systeem voor vijf minuten leuk is en als prima introductie dient voor de mogelijkheden van de Joy-con is het voor de lange termijn echt geen goede optie. De game speelt namelijk vele malen fijner wanneer je met een normale controller-samenstelling speelt. Op dat moment heb je tenminste écht het gevoel dat jouw vechter jouw bewegingen volgt, in plaats van de toevallige richting waar je handen heen wijzen.
Wanneer je met een normale controller in je handen zit, of dat nou een kleine Joy-con is of de grotere Pro-controller, voelt de besturing van Arms plots heel natuurlijk en intuïtief. Terwijl je jouw vechter bestuurt met de linker thumbstick, gebruik je A en B om respectievelijk je rechter- of linkerarm te gooien richting je tegenstander. Daarbij gebruik je de Y-knop om te springen en de X-knop om te ontwijken. Meer is er eigenlijk niet aan (wat details daargelaten). Het is een systeem dat iedereen in vijf minuten kan leren, maar wat heel wat wedstrijden kost om onder controle te krijgen.
Een bizar ongeluk
Wacht, armen… gooien? Klopt, want Arms is een boksgame die nogal verschilt van andere vecht-titels die je in het verleden hebt gespeeld. Natuurlijk word je met een andere vechter in de arena gegooid om een potje er op los te beuken, maar het verschil zit in de vechters zelf. Door een bizar fenomeen zijn de bewoners van het Arms-universum namelijk flink veranderd. Of het een natuurlijk fenomeen was of een bizar ongeluk in een laboratorium laat Nintendo in het midden, al wijzen elementen in de game op het laatste.
Het resultaat is dat verschillende ledematen van het lichaam van de mensen zijn veranderd in veervormige ledematen. Zo zijn de armen van Spring Man en Spring Girl, de twee mascottes van de game, veranderd in veren, terwijl bijvoorbeeld Ninjaro zijn armen heeft zien veranderen in ijzeren kettingen. Daarnaast blijkt al snel dat het niet alleen de armen hoeven te zijn, want de filmster Twintelle heeft haar armen nog gewoon. Haar vlechten zijn echter getroffen door de verandering, waardoor zij deze gebruikt als haar wapens.
Veel informatie geeft Nintendo hier echter niet over. Ze laten wat dat betreft de lore van de game redelijk te wensen over: dit is de wereld en daar moet je het maar mee doen. Wat er is gebeurd of wat de motivatie voor de vechters is, blijft redelijk vaag. Het ontbreken van een echte verhaalmodus in de game is dan ook jammer. Dit had namelijk stukken meer duidelijkheid kunnen scheppen.
Een goed begin
Je hebt al een aantal namen van de vechters uit Arms voorbij zien komen, maar wanneer je de game oppakt, moet je niet uitgaan van een rooster zoals we ook in games als Injustice of Tekken zagen. Nintendo heeft besloten om het aantal vechters tot een beperkt clubje te houden van tien speelbare vechters (en nog een paar niet-speelbare). Toch is dit niet heel vervelend, gezien de game zich niet richt op hardcore fighting-fans, maar op een breder publiek. Daarbij heeft ook nog eens iedere vechter zijn eigen stijl, design en speciale krachten waardoor ze allemaal hun tijd vereisen om ze goed te leren kennen.
Wat betreft de omgevingen heeft Nintendo voor eenzelfde aanpak gekozen: tien stuks, voor iedere vechter een. Daarbij heeft ook ieder level weer zijn eigenaardigheden. Zo heeft Ribbon Girl’s level een podium waarbij blokken omhoog komen totdat ze zijn vernietigd, terwijl Kid Kobra’s level een bizarre skatebaan is inclusief draaiende tollen waar je op kan springen. Ze hebben allemaal iets unieks en zijn vermakelijk om te spelen (met uitzondering van Byte & Barq’s level, waarbij het nutteloze plateau in het midden gewoon vervelend is).
Toch zal Nintendo zichzelf geen kwaad doen door niet al te lang te wachten met de gratis DLC die het al heeft aangekondigd. Net als dat ze bijvoorbeeld bij Super Smash Bros deden, krijgt de game gratis updates met nieuwe vechters en levels. De eerste daarvan zal volgende maand al komen in de vorm van eindbaas Max Brass. Daarmee is het hopen dat Nintendo dit plan zal doorzetten om de game nog lekker te spekken.
Verzamelwoede
De grote twist in Arms (buiten de lichamelijke veranderingen van de vechters) is dat het niet alleen gaat om welke vechter je kiest. De game biedt namelijk ook een scala aan verschillende bokshandschoenen die je aan je vechter kan koppelen om daarmee op de vuist te gaan. Daarbij heeft iedere vechter standaard drie verschillende setjes handschoenen waarmee je in de ring stapt, maar welke je zelf kan matchen naar jouw eigen smaak. Zo kun je dus na een slechte eerste ronde gemakkelijk van handschoenen wisselen om in de tweede ronde een compleet nieuwe tactiek te gebruiken.
Deze handschoenen krijg je echter niet gratis: hiervoor zal je echt aan de bak moeten. Na ieder gevecht, of dit nou in single- of multiplayer is, krijg je muntjes die in een spaarpotje gaan. Wanneer je toe bent aan een nieuw setje bokshandschoenen kan je dit spaarpotje weer aanbreken. Het is echter geen kwestie van je zuurverdiende centen in een automaat gooien. Zelfs voor het krijgen van nieuwe gear wordt er namelijk op je kwaliteiten als bokser aangesproken.
Je krijgt namelijk een mini-game voor je neus waarbij je zoveel mogelijk doelen moet kapot schieten. Ieder geraakt doel verhoogt je score en is je score hoog genoeg, dan komt er een pakketje voorbij vliegen met je nieuwe handschoenen. Mis je dit pakketje echter, dan verspil je jouw kans en je muntjes. Daarnaast loopt er ook nog eens een timer af, dus je hebt niet eeuwig de tijd. Let je even niet op, dan gooi je zo dertig of meer muntjes in de prullenbak en mag je weer van voor af aan beginnen.
Om je nog langer zoet te houden, moet je voor iedere vechter dezelfde handschoenen vrij spelen. Dus wanneer jij een setje vuurringen voor Ninjaro vrij speelt, betekent dat niet dat je ze ook met Spring Man kunt gebruiken. Daarvoor zal je opnieuw muntjes moeten besteden en de mini-game spelen. Vooral voor de mensen met verzamelwoede kan dit tot heel wat uurtjes Arms leiden.
Samen op de vuist
Een groot gedeelte van je tijd kun je zoet zijn in de Grand Prix modus van de game in je eentje, maar dat is lang niet altijd even leuk natuurlijk. Hoewel het namelijk de perfecte manier is om de vechters te leren kennen, gaat hetzelfde riedeltje over en over een keer vervelen. Om dat te voorkomen, biedt Arms gelukkig nog een reeks andere modi aan om mee aan de slag te gaan. Zo kun je diezelfde Grand Prix modi in lokale co-op spelen door als team jezelf door de Arms Grand Prix heen te vechten of ga je met maximaal vier personen lokaal lekker op de vuist.
Is de uitdaging van je vrienden of de computer nog niet hoog genoeg (lijkt me sterk, maar dat terzijde), dan is er ook nog de mogelijkheid om online aan de slag te gaan. In de Party Mode word je in een online lobby gegooid met vreemden, om dan van match naar match te gaan en lekker vriendschappelijk te knokken. Daarbij worden er regelmatig mini-games in de mix gegooid, zoals volleybal (met een exploderende bal) of 1-vs-1 basketball, waarbij spelers zelf de bal zijn en de tegenstander door het net moeten gooien.
Wil je echt bewijzen dat je de allerbeste bent in Arms, dan is er altijd nog de mogelijkheid om online ranked matches te gaan doen waarbij je niet meer alleen strijd om de eer. Je fighting-level komt hierbij om de hoek kijken en zal dan ook resulteren in matches die gelijk liggen aan jouw niveau. Aangezien je deze modus pas kan doen als je aan verschillende eisen hebt voldaan, merk je ook al snel dat de spelers hier van een iets hoger niveau zijn dan in Party Play.
De multiplayer kan soms echter veranderen in een complete clusterfuck wanneer de game besluit om een 2-vs-2 match te doen. Doordat je plots met twee vechters rekening moet gaan houden, wil het regelmatig uitmonden in complete chaos waarbij niemand meer het overzicht heeft. Daarbij is er ook nog het punt dat aan je teamgenoot vast zit en je niet kan communiceren met elkaar (want Nintendo heeft geen communicatiesysteem op orde). Deze modus wordt dan ook al snel de achilleshiel van de multiplayer die je het beste kan ontwijken.
Een vrolijk geheel
Hoewel een fighting game al snel naar serieuze en donkere tinten lijkt te grijpen, doet Nintendo daar liever niet aan en dat is goed te merken in Arms. De game spat van je beeldscherm af. Of dat nou onderweg is of thuis op je tv. Net als andere aankomende games zoals Spaltoon 2 en Super Mario Odyssey is Arms een stortvloed aan kleur, vrolijke animaties en blije geluidjes. Het zorgt ervoor dat je telkens weer blijft terugkeren naar de game, zelfs als de frustratie van een te sterke tegenstander groot is.