ARK: Survival Evolved Xbox One – Een poging om dino’s te temmen
De laatste jaren is er een nieuw genre ontstaan in de game-industrie. Het genre wat je het beste kan omschrijven als het ‘je ziet maar wat je doet’-genre. Jij, de speler, wordt (nagenoeg) naakt in een wereld gegooid en dan mag je het allemaal zelf uit gaan zoeken. Titels als Minecraft, RUST en DayZ, we kennen ze ondertussen wel. Een recentere toevoeging hieraan is ARK: Survival Evolved waarbij dinosaurussen nooit de memo hebben gekregen dat ze zijn uitgestorven. Na een Early Access release op de pc is nu ook de Xbox One aan de beurt en daar zijn wij mee aan de slag gegaan. Tijd dus om dino’s te gaan temmen.
Althans… Dat was de bedoeling. Maar zoals ik al vaker tot de conclusie ben gekomen bij dit soort games komen die plannen nooit tot hun recht. In de trailers wordt je verleid met epische gevechten achter op de rug van dino’s, rijden door de wildernissen met je maten en al dat soort mooie dingen. De enige dino’s die ik heb gezien, zag ik van de binnenkant nadat ze mij hadden opgepeuzeld. Die groepen andere spelers, check. De speren die ze hadden, check. Speren die zo door mijn bovenlichaam heen gingen: check. En dan ben je dood. En mag je weer van vooraf aan beginnen.
Je snapt hem, mijn tijd in ARK: Survival Evolved is alles behalve leuk geweest. Wanneer je namelijk weer tot leven komt, moet je zo goed als volledig van vooraf aan beginnen. Het enige wat behouden blijft in de wereld zijn je statistieken en je ‘engrams’, blauwdrukken die je nodig hebt om nieuwe dingen te maken. Al het andere is direct verdwenen. Hierdoor moet je dus opnieuw als een holbewoner tegen bomen aan slaan, rotsen verzamelen en bessen plukken om zo je eerste hamer, sikkel of speer te bouwen. De eerste keer is leuk, de tweede keer overleef je het ook nog wel, maar als je voor de vijftiende keer opnieuw moet beginnen, is de pret er wel af.
Dat de game op de Xbox One nog in preview-modus is, is aan veel dingen nog goed te merken. Een duidelijke daarvan is de erg onhandige UI die je in alle elementen tegen komt. Zo moet je zodra je de game opstart een server selecteren. Jammer genoeg heeft iedere server maar ruimte voor 70 spelers, waardoor je snel verplicht bent om te wisselen tussen servers als er eentje vol is. Denk bijvoorbeeld aan wanneer je de game afsluit, of wat nog wel vaker voorkomt, de game crasht. Probleem is dan dat je niet alleen al je materiaal kwijt bent, maar ook al je statistieken en je dus echt opnieuw moet beginnen.
Daarnaast heeft de game op grafisch gebied nog flink wat tune-ups nodig. In de basis ziet ARK: Survival Evolved er prima uit, maar regelmatig krijg je te maken met frame-drops, hickups en tearing tijdens het spelen waardoor je niet altijd het gevoel hebt dat je naar een Xbox One-game zit te kijken. Datzelfde geldt ook voor animaties en effecten. Als je een half uur tegen een rots staat te dreunen, mag je verwachten dat er zo nu en dan veranderingen in de geluiden en effecten komen. Helaas is het tegendeel waar en zit je voornamelijk naar een kreunende man of vrouw te luisteren terwijl de hout- en rotssplinters je om de oren vliegen.
Als laatste richt ik mij op het team van Studio Wildcard, in de hoop dat ze er wat mee doen. Geef ons wat richting, stuur ons de goede kant op, geef ons een duwtje in de rug. Al is het enkel een tutorial of een reeks met video’s waarin je krijgt uitgelegd wat je nou in hemelsnaam moet doen. Want zoals het nu gaat in ARK: Survival Evolved zullen veel gamers hun neus stoten en dat is zonde van het geld wat ze erin stoppen.
Mocht je eerder in games als RUST of DayZ zijn beland en heb je daar de tijd van je leven gehad? Dan is de kans groot dat je ARK: Survival Evolved ook zeer vermakelijk zal vinden. Geniet je echter, net als ondergetekende, van een game waarbij je zo nu en dan een stukje uitleg krijgt? Dan is het misschien beter om je eerste euro’s in 2016 elders te besteden.