Revisited – Pokémon Red en Blue
Twintig jaar geleden veranderde de wereld een heel klein beetje. In Japan verscheen een kleine game voor de Game Boy genaamd Pocket Monster. Hoe verbaasd zou men destijds zijn geweest als ze verteld zou worden dat die game een van de best verkopende series wereldwijd zou worden. Dat die games twintig jaar later nog altijd honderdduizenden gamers bezig zou houden. Het is dan ook niet meer dan normaal dat we in het jaar dat Pokémon 20 jaar bestaat, terugblikken op de games waarmee het allemaal begon: Pokémon Red en Blue.
Nog maar een kleine jongen was ik toen Pokémon verscheen in de Japanse schappen. Het jaar was 1996 en ik was drie. De game was redelijk uniek in zijn soort, al helemaal op een handheld-platform zoals de Game Boy van Nintendo. Spelers trokken een virtuele wereld rond om vele kleurrijke monsters te vangen in bijzondere machines genaamd PokéBalls. Wanneer de speler, in de wereld van Pokémon beter bekend als Trainer, deze dan had gevangen kon hij deze gebruiken in gevechten tegen andere Trainers; alles met het doel om Pokémon Master te worden, in het bezit van alle 150 Pokémon te komen en bekroond te worden als beste speler in de virtuele wereld.
In dat opzicht was Pokémon al een bijzondere game: een dergelijke open, consistente wereld met zoveel te bieden was ongekend voor zijn tijd. Maar het was uiteindelijk de input van Shigeru Miyamoto die de game maakte tot de serie die het vandaag is: in plaats van dat Pocket Monsters één game zou zijn, moest men de game opsplitsen in twee losse cartridges met verschillende monsters. Op deze manier moest men met andere spelers ruilen om alle 150 Pokémon te verzamelen. Zo gezegd, zo gedaan en Pocket Monsters: Red en Green waren geboren.
Wacht? Rood en… groen? Inderdaad! Origineel zag de release van Pocket Monsters twee versies in de kleuren groen en rood. De games werden een razend succes in Japan en de Game Boy, welke destijds in een slop zat in Japan, vloog weer over de toonbank. Pocket Monster: Blue kwam later dat jaar tot leven, aan het einde van 1996. Deze versie, enkel te bestellen als post-order, had bijgewerkte in-game artworks en nieuwe dialogen. Het was deze bijgewerkte versie die samen met Red dan ook later naar het Westen zou komen. In 1998 in de Verenigde Staten en uiteindelijk in 1999 in Europa.
De grote vraag is echter: hoe houdt het origineel zich twintig jaar na dato in vergelijking tot de recentere edities? Heel kort: verbazingwekkend goed. De principes zijn na twintig jaar namelijk nog nauwelijks veranderd. Nog staats ga je als jonge trainer de wereld in, nog steeds krijg je jouw eerste Pokémon van een professor met een boom als achternaam en nog steeds probeer je Pokémon te vangen, om uiteindelijk te vechten en badges te verzamelen. Om nog steeds als Pokémon Master boven de rest uit te stijgen.
Het zijn echter de fijne details die ongelofelijk zijn veranderd en dat was te merken vanaf het moment dat ik mijn Game Boy onder het stof vandaan haalde. Het voornaamste is dat Pokémon Red en Blue stukken trager zijn dan dat je misschien gewend bent van de serie. Niet zo zeer in laadtijden, maar in spelsnelheid. Rennen was nog geen mogelijkheid; je kon alleen maar wandelen. Teksten verschijnen langzaam; niets kan je overslaan. Het is wat dat betreft de ideale game om even te relaxen, want alles vlug-vlug willen doen heeft toch geen enkele zin.
Maar ook een hele hoop andere kleine details zijn veranderd over de jaren, allemaal uiteindelijk ten goede van de serie. Je rugzak was in Red en Blue nog een grote bende: alles lag door elkaar en stond in één grote lijst. Die ene Leaf Stone vinden tussen alle pokeballs, potions, antidotes en escape ropes? Succes ermee. Ook wist je tijdens gevechten nooit wanneer je pokémon zou levelen. Je XP kon je enkel terugvinden in de statistieken, begraven achter twintig menu’s.
Maar misschien ligt het allerbelangrijkste wat over de jaren is veranderd niet zozeer bij de games, maar bij de speler. In dit geval ik. Toen de enorme wereld van Pokémon voor mij openging, was ik zeven. Ik wist al wel wat van de Engelse taal, maar het was vooral heel veel proberen en heel veel de guide bekijken die je los bij de lokale speelgoedwinkel kon kopen. Want ook die was in het Engels en dus zat het lezen er niet echt in. Dat is ondertussen wel anders. Nu heb je er een hekel aan dat de verhaallijn zo aan de slappe kant is, dat de hints veel te duidelijk zijn en dat de vertaling soms net de plank misslaat. Het zijn van die dingen die, als ik er nu op terugkijk, Pokémon Red en Blue toch een paar van de mooiste games uit mijn jeugd maken.