Assassin’s Creed: Unity – Een (Franse) revolutie op de next-gen
Na negen Assassin’s Creed-games op de last-gen consoles nam Ubisoft eindelijk de ‘leap of faith’ met Assassin’s Creed Unity. Het zou revolutionair moeten worden. Ubisoft adverteerde zelfs met: This is next-gen. Het ontwikkelteam heeft maarliefst vijf jaar de tijd gekregen om deze game tot in de puntjes uit te werken. Men beweerde te hebben geleerd van de andere teams die de voorgaande games hebben ontwikkeld en wilde alles op alles zetten om de ergernissen uit de ander games totaal weg te werken in Assassin’s Creed Unity. Maar… is dit gelukt? Daar ga ik het nu uitgebreid over hebben.
Om te beginnen heeft Ubisoft het zich verschrikkelijk moeilijk gemaakt door de lat absurd hoog te leggen. Reclame maken moet natuurlijk, maar Ubisoft weet dat altijd in overtreffende trap te doen. Daarmee heeft het een verwachting gecreëerd bij de fans. Een verwachting die helaas niet helemaal waargemaakt wordt. Dat is wel gebleken in social media. Mensen klagen steen en been en op sommige punten heb ik wel even met ze meegeklaagd. Zo wordt de frame rate van 30 frames per seconde zelden gehaald. Dramatisch laag heb ik het nooit zien worden, maar het loopt vaak merkbaar trager. Dit is vooral het geval bij een hoog aantal NPC’s op je scherm.
Dit was dus een van de paradepaardjes van Ubisoft. Men wilde altijd het gevoel creëren van de cinematics van de eerste Assassin’s Creed. Een plein vol met mensen. Nou… dat is ze wel gelukt. Het krioelt van de mensen in Parijs. Soms zo veel dat ze gruwelijk in de weg staan. Of dit bewust is gedaan, laat ik in het midden. Het nodigt in ieder geval uit tot rennen over de daken. En daken zijn er genoeg! We wisten allemaal al dat Ubisoft Parijs zo nauwkeurig mogelijk probeerde na te bouwen, maar Parijs is echt absurd groot. Het kost je dan ook behoorlijk wat tijd om alle uitkijkpunten te vinden, zodat je zoals gebruikelijk kunt synchroniseren.
Maar om op die synchronisatiepunten te komen moet je uiteraard klimmen. Dit is compleet op de schop genomen, aldus Ubisoft’s Alex Amancio. Deels heeft deze beste man gelijk. Je kunt nu vanaf elke hoek de muur benaderen. En mocht je toch weer van dat dak af willen, dan kun je heerlijk naar beneden ‘parcoursen’. Dat betekent dat je niet telkens de befaamde hooibalen op hoeft te zoeken, of dat je jezelf gewoon lomp naar beneden moet laten vallen. Ook is ‘prematuur’ klimmen verholpen doordat je 2 knoppen ingedrukt moet houden om de muur te bestijgen. Nu zou Assassin’s Creed Assassin’s Creed niet zijn als de controls toch ietwat sketchy zijn. Tijdens het klimmen blijft hoofdpersoon Arno soms op z’n gemakje hangen in plaats van verder te klimmen. Het is dan een kwestie van buttonbashen om dan alsnog door te kunnen klimmen. Ook de weg naar beneden is vaak niet zo siervol als de demo’s lieten geloven.
Zoals ik eerder al zei is het speelveld groot, maar dat is eigenlijk zelfs een understatement. Dit grote speelveld biedt dan ook een hoop nevenactiviteiten. Nu heb ik me in vorige delen van Assassin’s Creed nooit echt beziggehouden met nevenactiviteiten, puur omdat deze vaak niets met het verhaal te maken hadden. Gelukkig hebben ze er bij Ubisoft deze keer voor gekozen om de nevenactiviteiten ‘on-topic’ te houden. Zo vind je door heel Parijs Nostradamus-missies. Deze zijn gekenmerkt door opvallende symbolen die mij weer deden terugdenken aan Assassin’s Creed II. Deze symbolen zijn gekoppeld aan een enigma, een raadsel. Dit raadsel verwijst de speler naar een andere locatie in Parijs waar je het volgende deel van het raadsel vindt. Wanneer het raadsel uiteindelijk is opgelost, word je beloond met een Nostradamus-schijf. Bij het voltooien van alle raadsels zul je een speciale beloning ontvangen. Daarnaast kun je jezelf ook bezighouden met het oplossen van moorden, het renoveren van clubhuizen en Paris Stories. Deze Paris Stories kunnen uiteenlopen van simpele taken, zoals het weghalen van posters, tot het beschermen van Parijzenaren.
Ook het vechtsysteem is drastisch veranderd. Waar je in het verleden tijdens gevechten onoverwinnelijk leek, ben je nu vaker aan het vluchten dan aan het vechten. Iedere vijand heeft een eigen moeilijkheidsgraad. Die wordt duidelijk aangegeven door het aantal ruitjes boven zijn levensbalk. Eén ruitje is meestal in één rake klap verslagen, terwijl figuren met vijf ruitjes een ‘real pain in the ass’ kunnen zijn. Vooral als de vijanden zich groeperen, ben je machteloos. Ubisoft maakt het nog ingewikkelder door ervoor te zorgen dat Arno niet snel vergeten wordt. Waar je vroeger rustig om het hoekje kon wachten tot men stopte met zoeken, blijft de vijand nu vrij waakzaam. Maar als het om de vijanden gaat, heeft Ubisoft een beetje gejokt. Er zijn namelijk wel degelijk wachters (snipers) aanwezig op de daken. Waar ik vroeger de vijand nog betichte van gruwelijke blindheid, zijn de snipers in deze game goed van zicht. Ook richten ze meestal zuiver, al zijn ze niet getraind op headshots.
Je uiteindelijke targets zijn ook wat slimmer dan voorheen. Waar ik in Assassin’s Creed Rogue nog een heel kamp kon uitmoorden zonder dat mijn target het door had, slaat je target hier nog al eens op de vlucht wanneer duidelijk is dat je in de buurt bent. Ook komt het amper voor dat je target geen bodyguards bij zich heeft die tot de tanden toe bewapend zijn. Je target met long range wapens uitschakelen heeft overigens ook geen nut, je moet het per se afmaken met je Phantom Blade. Wanneer je hierin slaagt, flitst er een deel van het leven van je target aan jouw voorbij, met daarin meestal hints naar je uiteindelijke doel. Ook is het aan jou hoe je bij je target terechtkomt. Voor aanvang van de missie krijg je wat opties voorgeschoteld. Zo krijg je soms te maken met afleidingsmanoeuvres, geheime ingangen en schuilplaatsen. Ook geeft men voor het gemak aan hoeveel wachters je kunt verwachten.
In sommige gevallen staat Arno er niet alleen voor. Wat is een assassin namelijk zonder zijn broederschap? Ik hint hiermee natuurlijk naar de multiplayer van Assassins Creed Unity. De multiplayer is in Assassin’s Creed Unity naadloos verwerkt in de storymode, in tegenstelling tot de losstaande multiplayer in vorige Assassin’s Creed-games. Co-op missies zijn her en der te vinden op de kaart van Parijs, duidelijk aangegeven met een eigen symbool. Bij het benaderen van dit symbool krijg je als speler de nodige informatie, zoals de moeilijkheidsgraad en het maximale aantal spelers dat kan deelnemen aan de missie. Je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om de missie solo te starten en achteraf clubleden toe te voegen. Daarvoor moet je jezelf wel aanmelden bij een club of je creëert zelf een club waar jouw vrienden zich bij kunnen aanmelden. Wanneer je samen met clubleden missies speelt en voltooit, deel je de behaalde beloningen, geld en synchronisatiepunten met je club. Samen kun je dan ‘sparen’ voor speciale artikelen. Daarmee kun je jouw assassin aanpassen. Zo kun je je outfit customizen en upgraden, wapens vrijspelen en vaardigheden leren. Wanneer het vergaren van geld je niet snel genoeg gaat, kun je altijd je voorwerpen ‘hacken’ om ze eerder vrij te spelen of te upgraden. Dit kost je wel Helixpunten. Deze zijn ook te verzamelen door missies en optionele doelen te voltooien, maar dit gaat moeizaam. Hier komen dan ook de microtransacties om de hoek. Helixpunten zijn namelijk ook te koop, maar persoonlijk vind ik dat je daar iets te veel voor moet betalen. Het is geen ‘pay-to-win’, maar eerder een manier om de ongeduldige gamer nog wat extra te laten betalen voor wat ‘extra’ content. Synchronisatiepunten kun je gebruiken om vaardigheden te leren. De meeste vaardigheden zijn alleen op jezelf van toepassing, maar sommige vaardigheden komen juist goed van pas in de multiplayer. Zo kun je bijvoorbeeld een gedeelde eaglevision aanleren, zodat je medespeler kan meeprofiteren van jouw eaglevision.
Het meedoen in een co-op sessie gaat helaas op dit moment nog vrij moeizaam. De online diensten van Ubisoft laten namelijk op het moment van schrijven nogal te wensen over. Maar wanneer het dan toch lukt om een sessie te starten, is het een welkome toevoeging aan de game gebleken. Bij aanvang van de missie krijgen de spelers hun doelstelling uitgelegd, waarna iedereen zijn eigen weg kan kiezen. Dit brengt gelijk opties met zich mee. Zo kan een speler de wachters afleiden, terwijl de ander ongestoord het doel volbrengt. Het is dan natuurlijk wel verstandig om er zeker van te zijn dat degene die voor de afleiding zorgt de hoeveelheid wachters in de regio aankan. Dood gaan is geen ramp, maar het drukt de score wel.
Waar ik het ook even over wil hebben is het grafische aspect van de game. Qua graphics is de game namelijk ook niet helemaal wat ons beloofd werd. Behalve de frame rate heeft Assassin’s Creed Unity ook last van texture pop-in en niet zo’n beetje ook. Niet alleen tijdens de gameplay, maar zelfs in de cutscenes zie je bij schering en inslag NPC’s uit het niets tevoorschijn ploppen. Ik heb zelf bijna geen cutscene kunnen aanschouwen zonder dit fenomeen. Ook was de ‘running man’ tijdens de Franse Revolutie kennelijk enorm populair, aangezien ik nogal eens een NPC zag joggen in stilstand. Wederom: bij zo’n menigte NPC’s ontkom je er bijna ook niet aan. Volgende keer toch maar iets minder dus. Parijs zelf daarentegen is wel schitterend nagebouwd. Ook de belichting in de game is top. En wat de personages betreft, daar heeft Ubisoft duidelijk aandacht aan besteed. Arno en Élise zien er piekfijn uit en zelfs Napoleon toont gelijkenis met de bekende schilderijen.
De inmiddels beruchte bugs ben ik ‘gelukkig’ niet veel tegengekomen. Ik ben welgeteld één keer door de grond gevallen, that’s it. Of dit te maken heeft met het feit dat ik Unity op de Xbox One heb gespeeld, durf ik niet te zeggen.
Het verhaal vond ik persoonlijk dik in orde, maar uiteraard is dat een kwestie van smaak. Het verhaal evolueert van een lovestory naar een wraakplot, om later weer enigszins terug naar de romantiek. Ik snap dat niet iedereen het zoetsappige kan waarderen, maar het bindt je wel wat meer met Arno. Waar vorige Assassins amper de tijd kregen om hun emotie de vrije loop te laten, maakt Arno ze allemaal mee. Verdriet, verliefdheid, onbegrip, hulpeloosheid en verwarring, je ziet het allemaal de revue passeren. Het is misschien daarom dat je de onbezonnenheid van Arno op momenten accepteert, iets wat zijn meesters soms niet doen. Kortom, het verhaal is voor mij weer datgene dat de game maakt.
Assassin’s Creed Unity laat helaas steken vallen, steken die niet zouden moeten vallen op de next-gen. Dingen die we op de last-gen eigenlijk al niet meer accepteerde, maar die helaas toch weer de kop op steken. Maar dat Ubisoft weet hoe ze een geschiedenislesje moeten geven, dat is wederom weer gebleken.