Beeld: Free Lives
Groene vingers
Terra Nil maakt van iedereen een natuurtalent
Beeld: Free Lives
Greenpeace wil zijn screensavers terug
Nu klimaatverandering een steeds grotere rol speelt in ons leven, zien we ook meer games verschijnen over het thema. Terra Nil speelt ook in op dit thema, maar zonder daar per se een politiek statement bij te maken. De game wil vooral mooie natuurgebieden op je scherm toveren.
Onder de vleugel van Devolver Digital ontwikkelde Free Lives de game Terra Nil: Eeen wat serieuzere game ten opzichte van de rest van het portfolio van de ontwikkelaar. Je kent ze misschien van Broforce of Gorn als je een VR-bril hebt. Mocht dat je niets zeggen, dan is er altijd nog de game Genital Jousting. Na deze titels verwacht je niet een game waarin milieu centraal staat, maar hier zitten we met Terra Nil.
Je eigen ecosysteem
Een milieustrategiespel klinkt niet direct als een spannende game. Het scheiden van afval of het ophalen van grofvuil is het eerste wat bij mij naar boven kwam bij het horen van dit unieke genre. Daar heeft het natuurlijk helemaal niets mee te maken. Het idee is dat je dorre, dode gebieden op een planeet weer tot leven moet wekken. Elk nieuw level in Terra Nil is daarin een beige, bruin canvas dat je moet bestrooien met groene vlaktes, bossen en kabbelende beekjes.
Dit doe je door allerlei apparatuur neer te laten dalen op de droge grond, waarmee je de grond kunt reinigen en er vervolgens nieuwe planten kunt laten groeien. Wat ik verfrissend vind aan het vormen van een ecosysteem is dat Terra Nil je dit in fases laat doen. Je moet eerst een groene savannah hebben voor je er in een volgend stadium een moeras van kunt maken en je moet de zee en stranden eerst reinigen voordat je kunt beginnen met het laten groeien van een koraalrif.
De game heeft niet de klassieke techtree die je van een strategiegame verwacht, maar laat het level zelf fungeren als een progressiebalk die je in balans moet zien te krijgen. De laatste fase waarin je belandt is als de temperatuur en de landschappen precies goed zijn en er fauna je landschap binnenkomt. Dat maakt je virtuele ecosysteem compleet, waarna je naar een prachtige, zelfgemaakte screensaver kunt kijken vol groen en leven.
Omgekeerde citybuilder
Terra Nil laat je precies het tegenovergestelde doen van veel andere strategie- en managementgames. In plaats van dat je grondstoffen onttrekt aan het land en steeds meer ruimte van de natuur inneemt, moet je in deze game het leven teruggeven aan het land. Hierin word je gelimiteerd door een enkele resource die bepaalt wat je kunt bouwen. Dit is ook waar de enige echte uitdaging in de game zit. Je kunt niet onbeperkt ontgiftigers plaatsten. Alleen als je gedurende het proces genoeg natuur terugbrengt, kun je door blijven gaan. Dit zorgt ervoor dat je vast kunt komen te zitten als je verkeerde keuzes maakt en je een level opnieuw moet beginnen. Dit kan soms wat frustrerend zijn, omdat je fouten moeilijk kunt herstellen.
Wat wel erg leuk is gedaan is dat je je rommel moet opruimen. Aan het einde van elk level moet je ook alle apparatuur van windmolens tot aan waterpompen weer meenemen. Je wist op die manier alles wat jij als speler hebt geplaatst weer uit en alleen het herwonnen landschap blijft over. Het is een subtiele boodschap in een game die over vergane natuur gaat en de rol van de mens daarin, maar een echt politiek statement blijft uit. Terra Nil wil uiteindelijk vooral een leuke strategiegame zijn, waarin je een tiental uur een handvol prachtige natuurscreensavers bouwt en dat is helemaal prima.