Grid (2019)

archief
Kevin Rombouts op 20 januari 2020
Grid (2019)

Als ik terugkijk naar alle racegames die ik in de jaren heb gespeeld, heb ik een aantal favorieten. Mario Kart 64, Need for Speed Underground 2, Grid en Forza Horizon. Ieder om andere redenen en uit verschillende periodes, maar allemaal met één belangrijk ingrediënt: racen is in deze games vooral erg leuk. Codemasters heeft besloten om Grid weer onder het stof vandaan te halen en een reboot te geven, maar heeft het dezelfde fun-factor als het origineel uit 2008?

De Grid-serie is een lastige serie, want het is er eentje die altijd al een soort van identiteitscrisis heeft gehad. Net als bij de Need for Speed-reeks zijn de Grid-delen maar moeilijk met elkaar te vergelijken. Waar in het origineel de focus lag op het opbouwen van een team en in verschillende gebieden domineren, draaide de sequel vooral om het zo populair mogelijk worden en het binnenhalen van Likes en Views. In Grid Autosport werd de middenweg opgezocht, maar leek de focus op teams weer totaal verdwenen te zijn. Een consistente lijn is dan ook lastig aan te wijzen, iets wat ook het geval is in dit nieuwe deel.

Kies een klasse, doe je ding

Wanneer je de reboot van Grid voor het eerst opstart, krijg je meteen een dynamisch voorproefje van wat de game te bieden heeft. In een paar minuten wissel je tussen de straten van Shanghai, een oval-baan in de Verenigde Staten en het drijfnatte Engelse circuit Brands Hatch om een gevoel te krijgen voor wat je de komende uren te wachten staat. Hoewel het allemaal spectaculair voelt, zijn deze eerste paar races net als een trailer: de spannendste dingen zijn in de spotlight gezet, maar die vormen maar 5% van het geheel.

Waar je bij de opening van klasse naar klasse sprong, mag je er nu zelf één uitkiezen. Op dat moment krijg je ook zes verschillende ‘expertises’ voorgeschoteld waarin je aan de slag kunt. Zo zijn er Touring-, Stock-, Tuner- en GT-competities om je kunde met verschillende typen wagens te testen, terwijl de Invitational-klasse je in verschillende bijzondere wagens zet. Denk aan Ferrari’s en Mini’s uit de jaren 60 of een Volvo Station Wagon. Ja, we maken geen grapje.

Daarnaast kan er tegenwoordig geen game meer verschijnen zonder dat een bekende ster of sporter zijn gezicht laat zien en bij Grid (2019) is dat Fernando Alonso. De voormalig Formule 1-wereldkampioen heeft de game ondersteund als consultant en is ook jouw laatste tegenstander in de Fernando Alonso-klasse. Veel voegt deze klasse helaas niet toe, maar het zet wel een vinkje bij de ‘Verplichte Beroemdheid’.

Een gebrek aan motivatie

Jouw doel in Grid wordt je vrijwel meteen duidelijk gemaakt: werk jezelf door de verschillende expertises heen om deel te nemen aan de Grid World Series. Volgens de game is dat een reeks van prestigieuze evenementen waaraan alleen de crème de la crème mag deelnemen. Om de World Series te bereiken, moet je echter eerst vier van de zes expertises voltooien, die bestaan uit tien evenementen plus een laatste grote uitdaging.

Grid 
 Pixel Vault

Een relatief simpel doel dus, maar de game doet totaal geen moeite om je als coureur gemotiveerd te houden. Geen tussenfilmpjes of verhaal om je groei als coureur te beleven. Geen significant betere auto’s of nieuwe locaties om je racekunsten te testen. Enkel wat geld en XP aan het einde van iedere race. Het geld is nog nuttig, want je moet ergens die nieuwe auto’s van betalen voor de verschillende klasse binnen een expertise.

De ervaringspunten die je vergaart zijn echter de grootste onzin die ik in lange tijd in een game ben tegengekomen. Heel trots vertelt de game dat je een niveau omhoog bent gegaan, maar wat brengt dit je? Want net als met de evenementen blijven ook hier nieuwe of speciale auto’s uit. In plaats daarvan krijg je nieuwe plaatjes die je in kunt stellen als achtergrond van jouw raceprofiel. Hierdoor kan iedereen in de eerste drie seconden van een race zien hoe vet jij wel niet bent. Een wassen neus is niet erg, zolang je in Madame Tussauds loopt. In Grid heb je er bar weinig aan.

Het betere ellebogenwerk

De Grid-serie is altijd al een reeks geweest waarbij de balans tussen arcade en simulatie ergens in het midden ligt. Hoewel Grid 2 wel heel erg richting het arcade-gevoel ging, herpakte de serie zich in Autosport weer door het midden opnieuw op te zoeken. De reboot van Grid ligt voor mijn gevoel tussen de twee vorige titels in, want in veel gevallen is Grid (2019) wel erg vergevingsgezind. Bochtjes afsnijden, een flinke beuk verkopen of even een meter buiten de baan rijden wordt slechts zelden bestraft. Ook een paar bochten de ideale racelijn missen helpt je race niet direct om zeep.

Grid 
 Pixel Vault

Het schademodel is net zo vergevingsgezind. Hoewel er al snel onderdelen van je auto afvliegen, lijkt dit in eerste instantie nog maar weinig effect te hebben. Het ziet er dus allemaal spectaculair uit, maar veel impact heeft het niet. Dat wil niet zeggen dat er geen vroegtijdig einde aan je race kan komen. Na twee keer met een goede 180 kilometer per uur frontaal tegen een muur te zijn gereden, ging mijn auto haperen. De derde maal was het einde oefening en was mijn race ten einde. In naam van de wetenschap natuurlijk, maar heel realistisch is het niet te noemen.

Een stuk realistischer is de AI van de tegenstanders. Coureurs zijn immers niet perfect en maken ook fouten. Regelmatig zie je een wagen met twee banden over het gras rijden of een beuk uitdelen aan een tegenstander, omdat ze net een bocht verkeerd inschatten. Mede dankzij de volgens Codemasters vierhonderd verschillende AI-profielen reageren verschillende tegenstanders op wat er op de baan gebeurt, inclusief jouw acties.

Het Nemesis-systeem zou daarbij de actie op de baan spannender moeten maken. Wanneer je te vaak tegen een specifieke tegenstander aanrijdt en hem lastigvalt op de baan, verandert deze gedurende een evenement (wat meerdere races kunnen zijn) in jouw nemesis. In dat geval zouden ze jou agressiever benaderen, meer risico nemen en er alles aan doen om jou te verslaan. In mijn uren met Grid (2019) gebeurde dit echter nauwelijks. Slechts enkele keren zag ik een andere coureur in een nemesis veranderen en als dat al gebeurde, deden ze alsnog geen vlieg kwaad.

Blijkbaar zit er toch een ‘ik’ in ’team’

Jouw team in autosport-games is vaak een detail voor later. Mogelijk rijd je onder een gezamenlijke vlag als autosportteam en heel misschien heb je nog invloed op je teamgenoot, maar daar is het vaak wel mee gezegd. Daarom was het in de originele Grid zo tof dat je volledige controle had over je team. Naast het kiezen van een naam en merkkleuren, mocht je ook je medecoureurs kiezen, sponsoren vergaren en samen voor de overwinning strijden.

Grid 
 Pixel Vault

Helaas is dit systeem in de reboot teruggebracht tot een schim van het origineel. Je hebt nog altijd een teamgenoot, die je simpele commando’s kunt geven. Zo kunnen ze de aanval in gaan en plaatsen proberen te veroveren, of juist de huidige positie verdedigen. Daarmee houdt de rol van je teamgenoot op en lijkt ook de rol van het team klaar te zijn. In plaats van dat jouw team altijd op de voorgrond staat, is het in Grid verstopt in een menu waar je vaak alleen maar bij toeval overheen struikelt.

Pas nadat ik ruim een uur bezig was met de game, bleek dat er in het ‘Driver Profile’-menu de mogelijkheid bestaat om je team aan te passen. Zo mag je een andere naam dan ‘Team 1’ kiezen en kun je een andere medecoureur aannemen. Afhankelijk van je niveau heb je toegang tot coureurs, maar verwacht geen diepgaande persoonlijkheden. Enkel een naam, een favoriete categorie en wat statistieken moeten je helpen om te kiezen. Sommige coureurs zijn beter in aanvallen, terwijl andere beter verdedigen. De handigste statistiek is echter loyaliteit, want coureurs met weinig loyaliteit luisteren niet naar jouw instructies en dat is uiteindelijk het enige waar ze goed voor zijn in Grid.

Ruwe randjes

Toen de eerste Grid in 2008 op de markt kwam, was dit niet alleen een uitstekende prestatie op het gebied van gameplay, maar ook op grafisch vlak was de game enorm sterk. Zelfs vandaag de dag ziet de game er nog goed uit,  zowel in presentatie als grafische pracht en praal. Helaas weet de reboot zich niet zo sterk neer te zetten en komt het geheel regelmatig zelfs slordig over. Dat is vooral te merken in de details van de game.

Zo zijn er de interieurs van de auto’s die iets te vaak tegenvallen. Hoewel ze niet generiek zijn en een grotendeels werkend dashboard hebben, voelt het alsof er minder aandacht aan de binnenkant dan aan de buitenkant van de auto is besteed. Textures zijn vaak opgerekt en zien er slordig uit, terwijl de buitenkant van iedere auto er piekfijn uitziet. Dit terwijl je voor de echte race-ervaring het liefste vanuit de cockpit stuurt.

GRID 
 Pixel Vault

Daarnaast is er de aankleding van de game, die een stuk saaier is dan bij het origineel. Waar je in 2008 nog je auto’s in een garage zag staan terwijl je jouw volgende evenement uitkoos, is het nu enkel een rechttoe-rechtaan-menu. Ook de auto’s waar je daarna uit kunt kiezen, komen in een simpel horizontaal lijstje zonder enige poespas voorbij. Ga je naar een race toe, dan zie je enkel een plaatje van het circuit en de opstelling. Vroeger kreeg je nog interessante statistieken uit je carrière voorgeschoteld, maar daar is nu niets meer van te bekennen.

Niet voor 4K?

Om nog maar te zwijgen over het feit dat veel afbeeldingen opgemaakt lijken te zijn voor vertoning op een Full HD-beeldscherm, waardoor ze op een 4K-monitor met de PlayStation 4 Pro er gewoon wazig uit zien. Dat dit nergens tijdens het testen aan het licht is gekomen, verbaast mij. Zo zijn er wel meer bugs te bekennen. Als je een kwalificatieronde doet, laat de game jouw auto even aan de start van het circuit zien, maar een seconde later kom je met 150 de laatste bocht doorgevlogen om een rollende start te doen. Misschien is het geen bug, maar voor mijn gevoel klopt het gewoon niet.

Het zijn kleine dingen die de reboot van Grid niet tot het succes maken waar ik zelf op hoopte. Veel details uit het origineel zijn verdwenen of zijn vervangen door een saaiere variant. Hoewel de game nog steeds een fijne balans tussen arcade en simulatie weet te creëren, lijkt de fun-factor compleet te zijn verdwenen. Een doelgroep voor de game vinden zal voor Codemasters dan ook lastiger zijn dan ooit tevoren.