For Honor
De samoerai uit het Oosten, de vikingen uit het Noorden en de ridders zitten er ergens tussenin. Ze lijken weinig met elkaar te doen te hebben in de historie, maar in For Honor hebben ze de grootste hekel aan elkaar. Ubisoft heeft gekozen voor een nieuw concept om lekker op de vuist te gaan met elkaar in multiplayer. Een riskante move van de uitgever die ik waardeer, maar ook een keuze die niet altijd even lekker uitpakt.
Helemaal opnieuw beginnen
For Honor draait, zoals in de intro benoemd, vooral om de multiplayer tussen de drie facties, maar de game heeft ook een singleplayer. Tot aan de release was er maar weinig bekend over een eventueel verhaal en wat je nu precies doet in de singleplayer. Ik ben als eerst meteen de nog onbekende singleplayer ingedoken om na een uurtje al vast te kunnen stellen dat het een ontzettend matige campaign is. Het voelt meer als een zes uur lange tutorial om alle twaalf beschikbare krijgers voor te stellen. Er worden wat namen geroepen en koppen afgehakt, maar je krijgt nooit het gevoel van binding met iemand in de campaign. De enige reden om de singleplayer te spelen, is om je voor te bereiden op de multiplayer. In For Honor wordt er een gloednieuw vechtsysteem geïntroduceerd die lastig onder de knie te krijgen is. Ubisoft heeft het nieuwe systeem gedoopt met de naam ‘Art of Battle’ en wat meteen opvalt, is dat de gevechten met dit systeem heel tactisch en daardoor ook heel traag kunnen zijn.
Je krijger kan vechten en verdedigen in drie richtingen: links, rechts en boven. Deze posities wissel je snel af met je rechter thumbstick, zodat je aanvallen van je tegenstander kan blokkeren of juist snel een schijnbeweging kan maken om je vijand te foppen en voor zijn harses te slaan. Schiet je tegenstander iets te makkelijk in de verdediging? Dan is er natuurlijk de optie om deze te breken. Hierdoor krijg je een kleine opening om schade aan te brengen of om je vijand een zetje te geven zodat hij van bijvoorbeeld een kasteelmuur sodemietert. De omgeving waarin je vecht is dan ook net zo belangrijk en kan je helpen om uit benarde posities te ontsnappen. Het voelt misschien een beetje als valsspelen, maar in oorlog is alles veroorloofd. Het hoeft maar net het verschil te zijn tussen leven en dood.
Niet voor iedereen
Het grote paradepaardje van For Honor is echter ook meteen de grootste valkuil van de game, want je stapt niet zomaar even in de game. Omdat het vechtsysteem gloednieuw is, voelt het niet direct instinctief aan. Het is alsof je opnieuw moet leren gamen en daar had ik persoonlijk heel veel moeite mee. De leercurve is zelfs zo steil dat het veel mensen kan afschrikken en dat is best jammer, want als je het vechten een beetje onder de knie hebt, zijn vooral de 1v1- en 2v2-gevechten fantastisch. Het is een tactisch schaakspel waarin je het geduld moet opbrengen om je vijand uit te schakelen. Dit zorgt voor klamme handjes en vreugdekreten, mits je het potje wint natuurlijk.
Ten aanval!
Wanneer je op het slagveld stapt, kan je dus kiezen uit de samoerai, vikingen en ridders. Elke factie heeft daarbij vier verschillende krijgers tot zijn beschikking, met ieder hun eigen voor- en nadelen. Denk aan trage tanks zoals de Lawbringer, en vechters met een flinke range zoals de Noboshi. Vanaf het eerste gevecht had ik echter mijn voorliefde voor de snelle en behendige krijgers gevonden. De Orochi van de samoerai is bijvoorbeeld snel en kan makkelijk aanvallen van de trage Lawbringers ontwijken. Het nadeel is wel dat als je geraakt wordt, het ook echt heel veel schade aanbrengt. Zo is er voor iedereen wel een favoriet te vinden en is elk gevecht ook anders, aangezien je voor alle personages een andere tactiek nodig hebt. Overigens zijn de twaalf personages razendsnel vrij te spelen. Je verdient erg veel in-game valuta na elke match en ook de singleplayer levert, naast een nare smaak, ook veel geld op.
Als je eenmaal een keuze hebt gemaakt met wie je het strijdveld betreedt, kan je in de multiplayer een aantal verschillende modi doen. De eerder genoemde 1v1- en 2v2-duels komen het best uit de verf en het is dan ook elke keer een prachtig gezicht als je de tegenstander onthoofdt in een gruwelijke execution. Vaak is er een lang gevecht aan vooraf gegaan en het geeft dan extra voldoening als je jouw tegenstander hebt gevloerd. Maar hoe meer krijgers tegelijkertijd op de vuist gaan, hoe vervelender het Art of Battle-vechtsysteem wordt.
In Dominion wordt het ronduit verwarrend als je 4v4 moet spelen en je ook nog allemaal AI-krijgers tegenkomt. Al snel zit je toch de knoppen door je controller te rammen, omdat het te druk wordt voor het trage vechtsysteem. Een ander nadeel van de multiplayer is dat de matchmaking ontzettend lang duurt. Een match duurt ongeveer tussen de vijf en tien minuten en de wachttijden tussen matches in ook. Je zit onnodig lang naar je scherm te staren totdat je weer het strijdveld op mag, waardoor je snel klaar bent met de game.
Een lust voor het oog
Als je eenmaal in een game zit, is het grafisch wel genieten geblazen. For Honor ziet er gelikt uit en het ademt ook echt de sfeer die je verwacht bij de drie facties. Grote kastelen die versierd zijn met helmen, beelden en voorwerpen uit eerder gewonnen gevechten, maar ook de enigszins krakkemikkige viking settlements die vol zijn gepompt met scherpe zooi om de vijand buiten de deur te houden. Combineer dat met de overtuigende kostuums en je krijgt echt het gevoel dat je in een epische strijd zit tussen drie legendarische groepen.
Al met al is For Honor een prima game voor gamers die een keer wat nieuws willen proberen. Ubisoft heeft risico genomen met een nieuw vechtsysteem en niet iedereen gaat deze koers waarderen. Ben je echter niet bang om iets nieuws te proberen en houd je van een uitdaging, dan zijn vooral de 1v1- en 2v2-duels ontzettend gaaf om te spelen. De lat ligt erg hoog in de game, maar dat maakt de voldoening des te groter. Hoewel de verschillende krijgers goed zijn gebalanceerd en de combat allemaal prima werkt, is het echt geen schande als je je op For Honor stukbijt. Mocht je de game willen halen, dan hoef je in ieder geval niet je tijd te verspillen aan de zwakke singleplayer.