Homefront: The Revolution – Verre van revolutionair

archief
Pixel Vault op 20 januari 2020
Homefront: The Revolution – Verre van revolutionair

De Verenigde Staten en Korea, ze lijken beiden niet echt met elkaar overweg te kunnen, zowel in het echt als in de entertainment-industrie. Zet de film Olympus Has Fallen maar eens op en je weet waar ik op doel. Intussen knuffelt de VS als een bezetene zijn tweede amendement en doet Kim Jong-Un wat hij wil wil doen, met raketten spelen. Het wordt er niet echt gezelliger op in de wereld. Het enige ‘pluspunt’ aan dit fenomeen lijkt de setting die rijp is voor een shooter, zoals in 2011 al werd bewezen met Homefront, een game door Kaos Studios. We zijn inmiddels een half decennium later en Kaos heeft het stokje overgedragen aan Deep Silver Dambuster Studios om er een mooie sequel op te maken. Deep Silver beloofde een revolutie met Homefront: The Revolution. Revolutie zal zeker volgen, maar niet het soort waar Deep Silver op hoopt.

Om te beginnen is Homefront: The Revolution nog even patriottistisch als zijn voorganger. ‘Murica’ is the greatest en Korea is stom, dat is zo’n beetje het sentiment. Toch schuwt Dambuster niet om wat pijnlijke feiten omtrent het beleid van de VS aan te stippen, wat de setting gevaarlijk realistisch maakt. De VS ‘loves them wars’ in het Midden-Oosten en brast er met de aanschaf van wapentuig lustig op los. Het Koreaanse APEX lijkt de uitgelezen kandidaat te zijn om deze high-tech wapens te leveren, en voor ze het doorhebben heeft de VS zich in een torenhoge schuld gewerkt. Wanneer de schuld niet vereffend kan worden, maakt Korea gebruik van hun technologie en schakelt met een druk op de knop al deze high-tech wapens uit. De VS staat in de blote kont en Korea valt zonder pardon het land binnen. Bye Bye ‘Land of the Free’ en hello KPA. Maar niet als het aan een groep verzetsstrijders ligt.

2989640-homefronttherevolution

In Homefront: The Revolution speel je als Ethan Brady, een verse rekruut van het verzet die kennelijk zo veel indruk heeft gemaakt dat hij de verzetsleider Benjamin Walker in de levende lijve mag ontmoeten. Helaas voor het verzet, maar mooi voor het verloop van het verhaal, gaat niets zoals gepland. De KPA heeft een klopjacht geopend op Walker. Uiteindelijk krijgt Walker een voorproefje van Koreaanse police brutality en mag hij de legerkisten en gummiknuppels van de KPA van dichtbij bekijken. Walker wordt meegenomen en jij mag hem daarna fijn gaan zoeken. Leuk he? Nou…nee. Want deze zoektocht waarbij jij persoonlijk voor de revolutie moet gaan zorgen is er eentje die je snel weer wilt vergeten.

De misère begint eigenlijk al meteen met het prestatievermogen van de engine, of eerder het onvolledig benutten van diens kracht. Homefront: The Revolution draait op de CryEngine, waarvan bijna iedereen wel weet dat het een zware, maar ook een zeer potentiële is. In het verleden heeft de CryEngine diverse pareltjes weten te voorzien van slicke graphics en physics, maar bij Dambuster lijken ze geen kaas te hebben gegeten van het ontwikkelen op deze engine. De game draait namelijk op een framerate die werkelijk om te huilen is, en dat is dubbel zo vervelend wanneer je op je crossmotor door de stad knort. Het beeld hort en stoot en soepel door de straten sturen wordt een uitdaging waar je een trophy/achievement voor zou moeten ontvangen. Tijdens het rennen door de stad zul je je er misschien minder aan ergeren, al is het daar ook nog steeds behoorlijk opvallend. Nee, wanneer je van hot naar her wordt gestuurd en je je met de benenwagen moet transporteren, zul je je wel aan andere dingen gaan ergeren.

homefront__the_revolution

Eén van die dingen zal namelijk het feit zijn dat de game je aan alle kanten afremt, zowel door bugs als door progressierestricties. Voor een game die tijdens de grote beurzen als een fast-paced shooter werd gepresenteerd, zorgen meerdere bottlenecks in de game er regelmatig voor dat je wat langzamer te werk gaat. Tijdens mijn diverse playthroughs werd sprinten richting mijn objective meerdere malen afgestraft door half geladen maps en daardoor absurde bugs. Neem bijvoorbeeld het voorval van een waarschuwing dat ik terug moest naar het slagveld, omdat ik out-of-bounds was geraakt, terwijl ik letterlijk onder het icoontje van mijn objective stond. Een stapje terug, eventjes wachten en weer een stapje vooruit bleek de oplossing, maar de wereld was al stuk. De persoon die ik moest aanspreken zat er als een verstrooide veteraan met PTSS bij, schietend op vijanden die niet bestonden met een vuurwapen dat niet bestond. Zijn handen…leeg, en zijn vocabulair ook. Restart checkpoint.

Als de gekkigheden zich zouden beperken tot deze ene persoon, dan zou ik daar nog mee kunnen leven, maar helaas. De open wereld van Homefront: The Revolution zit vol met figuren die last van spasmes hebben, door objecten heen kunnen lopen en hun wapens liever een meter van hun rug af dragen. Al te snugger zijn ze ook niet, ook niet de elitetroepen van de KPA. Terwijl ze lekker aan het patrouilleren zijn, zullen ze je wel opmerken maar ook net zo stug weer doorlopen tot je er eentje tegen z’n toren aan mept. Vanaf dat moment is het dikke fittie tussen jou en het leger, maar een wel geplaatste Dixie of vuilcontainer  biedt al gauw een schuilplaats. Dat deze KPA het gros van de nederzettingen in de stad bezet is best ruk, maar echt hard vechten om deze terug te krijgen hoeft eigenlijk ook weer niet.  Vanaf het moment dat je elk pand betreedt, wordt aangegeven waar de ‘zendbak’ staat. Wanneer je die vindt, zal de KPA automatisch vertrekken en is het pand (en het omliggende terrein) soldaat-vrij. Als je het goed doet, hoef je niet één kogel af te vuren. Leve de passieve revolutie!

homefrontrevolution

Mocht je toch hebben besloten dat je Homefront: The Revolution wil spelen als een shooter (zoals deze toch echt bedoeld is) dan kan ik toch nog een kleine vorm van positiviteit je kant op sturen. De rebellen hebben namelijk nog wel de hand weten te leggen op wat ‘old American steel’, wapens die het gewoon nog doen. Met een beetje knutselwerk maak je er zelfs een wapen van zoals jij hem leuk vindt. Ben je je handpistool beu? Koop lekker een mod en maak er een SMG van! Is de ironsight van je rifle zo verroest dat je er geen keep meer in kan zien? Zet er gezellig on-the-fly een scope op. Niet omdat het moet, maar omdat het kan. Dit alles gebeurt wel in real-time, dus een handige pauze van al het wapengekletter is het niet. Het maakt ook allemaal niet uit, die KPA geeft je toch alle tijd van de wereld om je persoonlijke ‘killing-machine’ te fabrieken. Ook de animatie van het opzetten van attachments of het ombouwen van je wapen zijn op zich wel lekker-lekker, waarbij je een beetje moet denken aan die andere CryEngine-made game, Crysis. Voor de rest houden de vergelijkingen met visuals daar op, want Homefront: The Revolution is niet moeders mooiste.

Eerlijk is braaf, Homefront: The Revolution is niet spuuglelijk. Als ik dat zou beweren, zou ik de game tekort doen, maar echt PlayStation 4 of Xbox One-waardig acht ik hem ook niet. De textures in de game zien er hier en daar plat en lelijk uit. Ook NPC’s missen de nodige finesse. True, we mogen niet verwachten dat een open wereld shooter de visuele kenmerken van een lineaire shooter heeft, maar wanneer je de beelden van Homefront: The Revolution naast bijvoorbeeld een open wereld shooter als Uncharted 4 legt, dan is het wel even slikken. Heel af en toe lijkt het niveau van de visuals bij te trekken, meestal in de cutscenes, maar van lange duur is dat vaak niet. Het ziet er steeds minder goed uit voor Homefront: The Revolution.

htr

Om mijn beklag af te ronden, dien ik het ook nog even te hebben over de geluidsafdeling die hier en daar wat rare keuzes heeft gemaakt, vooral wat betreft de keuze van stemacteurs. Wederom zijn het de NPC’s die hierin het onderspit delven. Zonder racistisch uit de hoek te willen komen, moet ik echt zeggen dat gekleurde mensen veel te ‘blank’ klinken. Met andere woorden, de stemmen kloppen vaak niet echt met het personage. Als deze personages dan ook zo nu en dan hun teksten maar lijken op te dreunen, is wat mij betreft de kous af. De muziek is in principe oké, maar had wel wat veelzijdiger gemogen. De rest van de geluiden (omgeving en wapens) zijn wel dik in orde. Oeh…oeh…kijk! Toch nog iets positiefs.